week 10 nieuwsbegrip A Verkiezingen voor de Tweede Kamer

Nieuwsbegrip week 10
Verkiezingen voor de Tweede Kamer
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Nieuwsbegrip week 10
Verkiezingen voor de Tweede Kamer

Slide 1 - Diapositive

Verkiezingen voor de Tweede Kamer
  • Samen tekst lezen
  • Sleutelvragen maken
  • Vragen over de tekst maken
  • DOEL: Ik kan vandaag 3 vragen goed beantwoorden

Slide 2 - Diapositive

Verwachtingen
Ik verwacht dat je rustig mee doet
Ik verwacht dat je niet op een ander let maar alleen op jezelf
Ik verwacht dat je er niet doorheen praat
Je blijft zitten op je plek 


Slide 3 - Diapositive

Wat zou jij over de tekst 'Verkiezingen voor de Tweede Kamer' willen weten?
Bedenk een vraag?

Schrijf de vraag op.

Slide 4 - Question ouverte

Wat weet je er nog van?
je krijgt samen met je maatje 1 minuut de tijd om zoveel mogelijk woorden op te schrijven die met dit onderwerp te maken heeft
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Voorspellend lezen

Verkiezingen voor de Tweede Kamer
In de tekst staan de volgende kopjes:

  • Stemmen is belangrijk
  • Politieke partijen
  • Verkiezing
  • Uitslag

Wat zou jij over de tekst willen weten? 
Bedenk een vraag?

Slide 6 - Diapositive

We gaan samen de hele tekst lezen
Je leest in je hoofd mee, je onderstreept de moeilijke woorden
Als 1 iemand leest, ben jij stil
timer
15:00

Slide 7 - Diapositive

Verkiezingen voor de Tweede Kamer
‘Woensdag 22 november gaat Nederland weer stemmen. Want dan is de verkiezing voor de Tweede Kamer. Elke Nederlander van 18 jaar en ouder mag stemmen. Waarom is stemmen belangrijk? Hoe gaat het stemmen? En wat gebeurt er na de verkiezing? 

Slide 8 - Diapositive


‘Wat zal ik stemmen?’ Misschien is daar bij jou thuis al over gepraat.
Op woensdag 22 maart zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. Elke Nederlander van 18 jaar en ouder mag stemmen.
Alex is op 20 maart jarig. Hij wordt dan 18 jaar. Wat is waar?
A
Alex mag niet stemmen. Hij mag pas stemmen als hij 18 jaar of ouder is.
B
Alex mag wel stemmen. Hij is een Nederlander. En elke Nederlander mag stemmen.
C
Alex mag zelf kiezen of hij gaat stemmen bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer.

Slide 9 - Quiz

Stemmen is belangrijk
Stemmen is niet verplicht. Maar het is wel belangrijk. Want mensen die stemmen, krijgen de kans om mee te beslissen over Nederland. In Nederland wonen bijna 18 miljoen mensen. Die kunnen natuurlijk niet met z’n allen beslissingen nemen over Nederland. Daarom is er de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft 150 leden. Deze mensen nemen belangrijke besluiten over Nederland. Bijvoorbeeld over nieuwe regels en wetten. Het volk bepaalt wie er in Tweede Kamer mag zitten. Dat gebeurt bij de verkiezing

Slide 10 - Diapositive



Sleutelvraag 1: 3. Waarom is stemmen belangrijk?

Slide 11 - Question ouverte

Politieke partijen
De leden van de Tweede Kamer horen allemaal bij een politieke partij. In Nederland zijn veel politieke partijen, zoals VVD, D66, CDA, SP, PVV, GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren, BBB, ChristenUnie en Nieuw Sociaal Contract. Elke partij heeft een eigen programma. In dat programma staat welke plannen de partij heeft. Bijvoorbeeld over het klimaat, armoede, onderwijs of vluchtelingen. Elke partij hoopt dat veel mensen hun plannen goed vinden. En dat ze op hun partij gaan stemmen. Want hoe meer mensen op hun partij stemmen, hoe meer mensen van die partij in de Tweede Kamer komen. Dat betekent ook dat een partij die veel stemmen krijgt, ook meer invloed heeft. Want in de Tweede Kamer is het zo: meeste stemmen gelden

Slide 12 - Diapositive



Sleutelvraag 2. 4. Waarom is het voor een partij belangrijk dat veel mensen op die partij stemmen?

Slide 13 - Question ouverte

'Elke partij heeft zijn eigen programma.'

Welk ander woord kun je op de plaats van ‘programma’ zetten dat ongeveer hetzelfde betekent?
A
kanaal op YouTube
B
plannen
C
verkiezingen
D
verschillen

Slide 14 - Quiz

Verkiezing
Aan de Tweede Kamerverkiezing doen dit jaar 26 partijen mee. Kiezers kunnen kiezen uit meer dan duizend kandidaten. Dat kiezen gebeurt op een stembureau. Op een groot papier staan de namen van alle partijen en kandidaten. Het vakje voor de naam op wie je wilt stemmen, moet je rood kleuren. Je mag maar één hokje inkleuren. Anders is je stem ongeldig. De stembureaus zijn open van half 8 ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds. Vanaf 9 uur ’s avonds worden alle stemmen geteld

Slide 15 - Diapositive

Aan de Tweede Kamerverkiezing doen dit jaar 26 partijen mee. Kiezers kunnen kiezen uit meer dan duizend kandidaten. Dat kiezen gebeurt op een stembureau. Op een groot papier staan de namen van alle partijen en kandidaten. Het vakje voor de naam op wie je wilt stemmen, moet je rood kleuren. Je mag maar één hokje inkleuren. Anders is je stem ongeldig. De stembureaus zijn open van half 8 ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds. Vanaf 9 uur ’s avonds worden alle stemmen geteld!

Sleutelvraag: Wat gebeurt er op een stembureau?

Slide 16 - Question ouverte

Uitslag
Welke partij krijgt de meeste stemmen? Op de avond van de verkiezing wordt de voorlopige uitslag verteld. De definitieve uitslag komt pas een paar dagen later. Dan wordt ook uitgerekend hoeveel zetels elke partij krijgt. Een partij met veel stemmen krijgt meer stoelen in de Tweede Kamer dan een partij met weinig stemmen. Om Nederland te kunnen besturen, is een meerderheid nodig. Dat is dus 76 zetels, want er zijn 150 zetels in de Tweede Kamer. Het gebeurt bijna nooit dat één partij een meerderheid heeft. Daarom moeten partijen samenwerken. De grootste partij gaat op zoek naar andere partijen die willen meedoen in de regering. Welke plannen hebben andere partijen? Welke partijen passen het beste bij elkaar? De gesprekken over deze vragen wordt de formatie genoemd. Zijn partijen het eens geworden dat ze samen willen regeren? Dan gaan die partijen ministers zoeken. Uit de grootste partij komt de minister-president. Het is al zeker dat er een nieuwe minister-president komt. Want Mark Rutte wil die baan niet nog een keer. Wie wordt het wel? En wie gaat met wie regeren? De tijd zal het leren!





Slide 17 - Diapositive

In regel 35-36 staat: De grootste partij gaat op zoek naar andere partijen die willen meedoen in de regering. Waarom is het nodig dat partijen samenwerken?
A
Dan maken ze minder ruzie
B
Dan hebben partijen samen de meerderheid

Slide 18 - Quiz

De laatste zin van de tekst is:
'De tijd zal het leren.'

Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Als je later groot bent, snap je veel beter hoe de verkiezingen werken
B
In de toekomst gaan dingen veel sneller en beter dan vroeger
C
Over een tijdje kunnen we pas weten hoe het afloopt of hoe het is gegaan

Slide 19 - Quiz

Wat vind jij belangrijk waar een politieke partij aandacht aan zou moeten besteden?

Slide 20 - Question ouverte

Huiswerk
donderdag Online aan 
Maak in Nieuwsbegrip de Woordenschatles + andere tekstsoort 

Stel dit niet uit tot op het laatst!


Slide 21 - Diapositive