Les 24 C7 §5 Meervouden op -en en -s

C7 Spelling §5 Meervouden op -en en -s
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

C7 Spelling §5 Meervouden op -en en -s

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het meervoud van zelfstandige naamwoorden vormen met behulp van de regels voor -en en -s.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoud en Meervoud
Zelfstandige naamwoorden kunnen in het enkelvoud of meervoud voorkomen. Het meervoud duidt op meer dan één van het zelfstandig naamwoord.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud op -en
Voeg -en toe aan het zelfstandig naamwoord: nacht → nachten; gang → gangen; boek → boeken.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitzonderingen -en
Soms verdubbel je de laatste letter, haal je een klinker weg, verander je een -s in een -z of een -f in een -v.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud op -s
Voeg -s toe aan het zelfstandig naamwoord: balkon → balkons; vakantie → vakanties; bureau → bureaus.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijzondere Gevallen
Gebruik ’s als je het woord anders verkeerd uitspreekt en na -y. Sommige woorden hebben zowel een meervoud op -en als op -s.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening meervouden
René maakt nooit fout_________ in zijn taaltoets.
Tijdens de schoolvakantie____ slaap ik het liefst elke dag uit.
Mijn vader koopt vaak een bosje bloem____ voor mijn moeder.
De politie heeft de scooter_____ van die jongens gecontroleerd.
Kunt u onze tekening______ vandaag nog uitprinten?
Als je griep hebt, moet je zeker drie dag____  thuisblijven.
Een postcode bestaat uit vier cijfer__  en twee letter____.
.







Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenboekgebruik
Bij twijfel over het meervoud, gebruik een woordenboek.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak in stilte, de opdrachten 1 t/m 5 (p.226-227)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.