Domein 2 les 5

Periode 3: Domein 2 
Twee- en driedimensionale wereld

Agenda

- Even inchecken :-)

- Korte introductie les 5: rekenen met schaal en referentiematen

- Werken in je licentie
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Periode 3: Domein 2 
Twee- en driedimensionale wereld

Agenda

- Even inchecken :-)

- Korte introductie les 5: rekenen met schaal en referentiematen

- Werken in je licentie

Slide 1 - Diapositive

Kies zelf een foto (van jezelf of van internet) 'hoe voel jij je?'
(kan ik gebruiken bij mijn volgende check-in ;-))

Slide 2 - Question ouverte

Vandaag: 2.9 en 2.10
2.1 Vlakke en ruimtelijke figuren
2.2 Omtrek en oppervlakte
2.3 oppervlakte en ruimtelijke figuren 
2.4 Inhoud
2.5 Plattegronden
2.6 Schaal en schaallijnen 
2.7 Aanzichten en doorsneden
2.8 Bouwtekeningen en uitslagen
2.9 Rekenen met schaal
2.10 Referentiematen

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel vandaag
  • Je leert rekenen met schaal.
  • Je leert voorwerpen in verhouding vergroten en verkleinen.
  • Je leert schattingen maken met referentiematen voor oppervlakte en inhoud.


Slide 4 - Diapositive

Een kaart is op een schaal van
1 : 15.000 getekend.

Dit betekent ..................
A
1 cm op de kaart is 15 km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is in werkelijkheid 1500 meter
C
Geen idee
D
1 cm op de kaart is 150 meter in werkelijkheid

Slide 5 - Quiz

Bereken de schaal
waarmee het model
van deze Boeing
is gemaakt.
A
1 : 2
B
1: 200
C
1 : 500
D
1: 50

Slide 6 - Quiz

De schaal is
1: 29
Hoe groot is de bus in werkelijkheid?
A
725 meter
B
7,25 meter
C
725 decimeter
D
225 cm

Slide 7 - Quiz

Wat is een referentiemaat ook alweer?

Slide 8 - Question ouverte

Referentiematen 
  • Om schattingen te kunnen maken is het belangrijk bekende aantallen en hoeveelheden te weten. Zo’n maat heet een referentiemaat.

    Bijvoorbeeld:
  • Een volwassen man is ongeveer 1,80 m lang.
  • De hoogte van een deur is ongeveer 2 m.




Slide 9 - Diapositive

Hoe hoog is dit
gebouw ongeveer?
A
4 meter
B
6 meter
C
9 meter
D
12 meter

Slide 10 - Quiz

Een verdieping van een gebouw is ongeveer.....
A
2 meter
B
2,5 meter
C
3 meter
D
3,5 meter

Slide 11 - Quiz

Referentiematen 
  • Naast de referentiematen voor lengte, zijn er ook referentiematen voor oppervlakte en inhoud.








Slide 12 - Diapositive

De inhoud van een emmer is...
A
10 liter
B
20 liter
C
1 liter

Slide 13 - Quiz

De inhoud van een kopje is ...

A
200 mL
B
100 mL
C
50 mL

Slide 14 - Quiz

De oppervlakte van een voetbalveld is...
A
1 ha (100m× 100 m)
B
0,5 ha (50m × 100 m)
C
100 ha

Slide 15 - Quiz

Werken in je licentie
In les maken:
- hoofdstuk 2.9: opdrachten 1, 2, 4, 6 en 8
- hoofdstuk 2.10: opdrachten 1, 2, 3 en 7

Volgende week:
voorbereiding toets/ extra uitleg 
kom je niet: leertip maak de oefentoets thuis

Slide 16 - Diapositive

omtrek cirkel = π x diameter



Wat is de straal?
A
3
B
6

Slide 17 - Quiz

omtrek cirkel = π x diameter



Wat is de diameter?
A
3
B
6

Slide 18 - Quiz

omtrek cirkel = π x diameter



Bereken de omtrek van deze cirkel

A
314 cm
B
78,5 cm
C
15,7 cm
D
31,4 cm

Slide 19 - Quiz

Oppervlakte cirkel =
π x r²


Wat is de straal van deze cirkel?

A
4 cm
B
2 cm
C
1 cm

Slide 20 - Quiz

Oppervlakte cirkel =
π x r²

Wat is de oppervlakte van deze cirkel?

A
12,57 cm²
B
12,56 cm²
C
50, 27 cm²
D
3,14 cm²

Slide 21 - Quiz

Nu zelf aan de slag met opdrachten. Hoeveel vertrouwen heb je met dit onderwerp?
A
Ik snap de lesstof, ga zelf aan de slag met de opdrachten
B
Ik snap het een beetje, ik ga zelf aan de slag met de opdrachten
C
Ik wil graag extra uitleg bij het maken van de opdrachten
D
Ik had meer dan 80% op de instaptoets

Slide 22 - Quiz

Ruimtelijke figuren
Ruimtelijke figuren zijn driedimensionaal. De piramide, de balk, de bol, de kubus, de cilinder en de kegel zijn voorbeelden van ruimtelijke figuren.

Slide 23 - Diapositive