WERKWOORDSPELLING

Tekst

Doe je mee met de uitleg van werkwoordspelling?

1. Ja
2. Nee

Ken je het verschil tussen een persoonsvorm en een voltooid deelwoord?

Zo ja...

Dan kun je alle werkwoorden goed spellen. 

Zo nee...

Leer dan wat het verschil is tussen een PV en een voltooid deelwoord.

1. Zijn huid is na een dagje zonnen behoorlijk verbrand.

1. is = PV
2. verbrand = PV
3. is = VD
4. verbrand = VD

2. Wanneer zijn jullie eigenlijk verhuisd?

1. zijn = VD
2. verhuisd = VD
3. zijn = PV
4. verhuisd = PV

Voorbeeldzinnen

PV:

- Op school ben ik altijd braaf geweest.

- Ik ben vaak met de bus naar school gegaan.

- Ik danste de hele avond.

VD:

- Op school ben ik altijd braaf geweest.

- Ik ben vaak met de bus naar school gegaan.

- - Ik danste de hele avond. > geen VD!

https:

Spelling persoonsvorm

In twee verschillende tijden:

1. Tegenwoordige tijd

--> vul lopen in en je hoort over een 't ' achter moet.

2. Verleden tijd

--> goed luisteren of er 'te' of 'de' achter de ik-vorm moet

--> twijfel (bijvoorbeeld bij 'plonzen')? Gebruik dan 't ex-kofschip

Spelling voltooid deelwoord

• Soms hoor of weet je wel hoe je het schrijft, bijvoorbeeld: gevangen, gelopen, geweest, gedaan, gefietst.
• Soms heb je GEEN idee: gebeurd/gebeurt? geplonst/geplonsd? geknipt/geknipd?

--> Maak het VD dan langer! Dan hoor je of het woord op een '-t of -d moet eindigen. 

--> Nog steeds geen idee? 't ex-kofschip gebruiken

Infinitief/onvoltooid deelwoord

• Inifinitief: Heel werkwoord
• Onvoltooid deelwoord: Heel werkwoord + d

https:

https:

https:

Heb je het door?

• Ja? Mooi!
• Nee?

--> Vraag HKS extra uitleg

--> Bekijk de filmpjes in de volgende dia's/oefen met de sites

--> Oefen via de site van Talent

https: