Na deze les weet je weer wat een voltooid deelwoord is en kun bepalen of een woord op -d of -t eindigt door het gebruiken van de verlengproef bij het voltooid deelwoord
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je weer wat een voltooid deelwoord is en kun bepalen of een woord op -d of -t eindigt door het gebruiken van de verlengproef bij het voltooid deelwoord
Slide 1 - Diapositive
Wanneer moet je een apostrof (’) voor de -s schrijven?
Dat doe je bij woorden op -a, -o, -u, -i of -y zoals:
agenda → agenda’s;
polo → polo’s;
accu → accu’s;
mini → mini’s;
hobby → hobby’s
Slide 2 - Diapositive
Bij afkortingen maak je het meervoud ook met een?
apostrof -s (’s):
mp3’s
F16’s
BMW’s
tv's
Slide 3 - Diapositive
Het voltooid deelwoord (vd) is een van de vormen van het werkwoord.
Als het voltooid deelwoord in het gezegde voorkomt, staat er altijd een vorm bij van zijn, hebben of worden:
Mijn zus isvertrokken. Ik heb hard gewerkt. De brug wordthersteld.
In deze zinnen staan drie voltooide deelwoorden: vertrokken, gewerkt en hersteld.
Slide 4 - Diapositive
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
• Sommige werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat op -en eindigt.
De spelling van deze woorden levert geen bijzondere problemen op: (ik ben) gevallen, (zij had) gegeten, (hij werd) gekozen
Slide 5 - Diapositive
Andere werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat op -t of -d eindigt.
In dat geval gebruik je de verlengproef (bladzijde 71) om de laatste letter te vinden: Ik heb hard gefiets....
Je hoort gefietste als je het woord langer maakt, dus je schrijft gefietst
Slide 6 - Diapositive
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 7 - Diapositive
Nu zelfstandig aan de slag
Wat nu?
Voordat je aan de opdrachten begint, lees je eerst zelfstandig de theorie op blz. 153
Maken opdr. 6 t/m 10
blz. 152-154
Slide 8 - Diapositive
Aan de slag
Slide 9 - Diapositive
Opdracht: in 2 tallen=
Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?
Opdracht: in 2 tallen=
Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd?
Wat moet je onthouden, is belangrijk?
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?
Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?