PWW-1 2023

PWW-1 2023
Een oefentoets
Hfd.1 - 1.2, 1.3, 1.4 
Hfd.2 – 2.1 en 2.2
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

PWW-1 2023
Een oefentoets
Hfd.1 - 1.2, 1.3, 1.4 
Hfd.2 – 2.1 en 2.2

Slide 1 - Diapositive

Door het ontstaan van de landbouw ontstond er ook ongelijkheid. Waarom?
A
Nomaden deelden alles, boeren deden dat niet meer.
B
Sommige mensen kregen meer bezit dan anderen.
C
Bij landbouwers blijven meer zwakke mensen die arm zijn.
D
Er was genoeg voedsel.

Slide 2 - Quiz

WAAR
NIET WAAR
Jagers-verzamelaars hadden mooie huizen.
De natuur kon zichzelf herstellen
Om aan eten te komen moesten jagers-verzamelaars altijd zelf op zoek.
Jagers-verzamelaars woonden in kleine groepen bij elkaar.
Er waren veel sociale verschillen tussen jagers-verzamelaars.

Slide 3 - Question de remorquage

Sleep de ster naar een kenmerk van de jagers - verzamelaars

Slide 4 - Question de remorquage

Jagers-verzamelaars
Jagers-verzamelaars
Landbouwsamenleving

Slide 5 - Question de remorquage

Wanneer is landbouw ontstaan?
A
2.000 v.Chr.
B
5.000 v.Chr.
C
10.000 v.Chr.
D
20.000 v.Chr.

Slide 6 - Quiz

Wat was het gevolg van het ontstaan van landbouw?
A
Er was minder voedsel beschikbaar.
B
Mensen bleven op één plek wonen.
C
Mensen gingen minder werken.
D
Er werd niet meer gejaagd.

Slide 7 - Quiz

Wat was de oorzaak voor het ontstaan van de landbouw?
A
Mensen werden slimmer.
B
Klimaatverandering.
C
Mensen leerden hoe ze dieren konden houden.
D
Mensen leerden hoe ze planten konden laten groeien.

Slide 8 - Quiz

De landbouw is ontstaan in...
A
Het zuid-oosten
B
Het middden-oosten
C
Nederland
D
Het west-oosten

Slide 9 - Quiz

Wat gebeurde er met de jagers en verzamelaars door het ontstaan van landbouw?
A
De jagers & verzamelaars werden ook boer.
B
De jagers & verzamelaars werden weggejaagd.
C
De jagers & verzamelaars bleven ook langs de Nijl leven.
D
De jagers & verzamelaars gingen voor de farao werken.

Slide 10 - Quiz

De eerste boeren in Nederland waren de Bandkeramiekers.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 11 - Quiz

Wanneer en waar waren de eerste boeren in Nederland te vinden?
A
5000 V.Chr. in Friesland
B
9000 V.Chr. in Brabant
C
1000 V.Chr. in Drenthe
D
7000 V.Chr. in Limburg

Slide 12 - Quiz

Waar in Nederland zijn veel hunebedden?

Sleep de foto naar de goede plek in de kaart. 


Slide 13 - Question de remorquage

Waar kan je precies de hunebedden vinden op de afbeelding?

Slide 14 - Question de remorquage

 Test je kennis!
In welke provincie vind je de meeste hunebedden? Slepen maar!

Slide 15 - Question de remorquage

Welke afbeelding hoort bij welke periode van de overstromingen in Egypte? 
Sleep ze naar de juiste afbeelding!
Uitleggen werking irrigatielandbouw langs de Nijl.
Oogsttijd
(gele periode)
Zaaitijd
(groene periode)
Overstromingstijd
(zwarte periode)

Slide 16 - Question de remorquage

Jagers
Boeren
Het Oude Egypte
Natuurgodsdienst
Verzamelen
Mummies
Rondtrekken
Landbouw
Piramide
Jagen
Eerste mensen
Nijl
Dorpen

Slide 17 - Question de remorquage

Egypte
Woestijn
De Nijl
Overstroming
Landbouw

Slide 18 - Question de remorquage

Door irrigatielandbouw kon Egypte veel voedsel produceren.
Wat betekent irrigatielandbouw?
A
Dat je huizen op het land bouwt
B
Landbouw met behulp van kanaaltjes graven
C
Landbouw zonder gebruik van water
D
Landbouw door gebruik van dieren

Slide 19 - Quiz

Een voordeel van irrigatielandbouw is
A
dat er veel geld voor nodig is
B
dat er weinig kennis voor nodig is
C
dat het weinig ruimte in beslag neemt
D
dat er meer voedsel verbouwd kan worden en dat er meer oogsten mogelijk zijn

Slide 20 - Quiz



Wat was een gevolg van de irrigatielandbouw?
A
Groeiende bevolking door meer voedsel
B
Niet iedereen hoefde meer als boer te werken
C
Er ontstaat handel
D
Er ontstaan steden

Slide 21 - Quiz

Juist
Onjuist
De farao behoorde tot de hoogste sociale laag in Oude Egyptische samenleving.
Het Oude Egypte had geen duidelijke grenzen en niet één bestuur.
Priesters behoorden tot een hoge sociale laag, omdat zij een belangrijke schakel vormden tussen de mensen en de goden.
Het schrift werd gebruikt voor het bijhouden van belastingen en het opschrijven van regels.
Boeren stonden lager dan slaven in de sociale lagen van het Oude Egypte.

Slide 22 - Question de remorquage

Slaven staan bovenaan in de bevolkingspiramide in het oude Egypte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Farao
Slaven
Ambachtslieden
Priesters
Boeren
Schrijvers

Slide 24 - Question de remorquage

Wat wordt bedoeld met:
Egypte is een geschenk van de Nijl?
A
Zonder het water van de Nijl was er geen leven.
B
De nijl zorgt voor vogels en vruchten.
C
Dankzij het slib van de overstromingen is er landbouw mogelijk.
D
De Nijl is een belangrijke vaarweg.

Slide 25 - Quiz


In het plaatje hiernaast zie je de Egyptische god Anubis. Anubis is de god van...
A
De zon
B
De dode zielen
C
Het water
D
De liefde

Slide 26 - Quiz

Piramides waren...
A
Tempels
B
Graven
C
Kerken
D
Paleizen

Slide 27 - Quiz

wat weten we over de cultuur van de oude Grieken? Maak de zinnen af.
In andere gebieden stichtten de Grieken..
Een verhaal over een god heet een..
Iemand met burgerrechten
Hoe een land bestuurd wordt noemt men
Een stad met een eigen bestuur noem je een..
burger
politiek
stadstaat
mythe
kolonie

Slide 28 - Question de remorquage


Wat betekent democratie?
A
De koning regeert alleen
B
Het regering bestuurd het land
C
God regeert
D
Het volk mag meebeslissen

Slide 29 - Quiz

Wat betekent Oudheid?
A
Tijdvak van de jagers en verzamelaars en de Grieken
B
Tijdvak van de Grieken en Romeinen
C
De periode na de prehistorie
D
Tijdvak van de Romeinen en de Monniken en ridders

Slide 30 - Quiz

Romeinse rijk

Slide 31 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar de juiste plek in de tabel.
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
Latijn
Grieks
Rome
Constantinopel

Slide 32 - Question de remorquage

Welke kaart is de kaart van het Romeinse rijk?

Slide 33 - Question de remorquage

Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Oost - Romeinse Rijk
West- Romeinse Rijk
Germanen

Slide 34 - Question de remorquage

Wat is waar over het Romeinse leger
A
De soldaten kregen geen salaris
B
Ze liepen soms 40 km per dag
C
De soldaten bestonden voornamelijk uit krijgsgevangenen
D
De Romeinen hebben heel Nederland veroverd

Slide 35 - Quiz

Waarom was het Romeinse leger zo sterk?
A
Ze waren goed georganiseerd
B
Ze hadden al geweren
C
Ze waren met weinig soldaten
D
Ze hadden geen leger

Slide 36 - Quiz

Romeinen
Germanen

Slide 37 - Question de remorquage

Juist
Onjuist
De Grieken leerden van de Romeinen hoe ze tempels moesten bouwen
In de Romeinse tijd vochten ook Germanen mee in het Romeinse leger.
De Oudheid is een ander woord voor de tijd van Grieken en Romeinen
De Oudheid is van 300 v.Chr. tot 500 na Chr.

Slide 38 - Question de remorquage