mengen en oplossen

korte herhaling 
  • polaire & apolaire bindingen
  • oplosbaarheid & H-bruggen

Nieuw
  • emulgator en emulsie
Wat gaan we doen vandaag?
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

korte herhaling 
  • polaire & apolaire bindingen
  • oplosbaarheid & H-bruggen

Nieuw
  • emulgator en emulsie
Wat gaan we doen vandaag?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

H-bruggen:


  •    
Leerdoelen van dit deel

Slide 3 - Diapositive

De negatieve lading van het gemeenschappelijk elektronenpaar zit het dichtst bij het atoom dat het hardst trekt. 

Hierdoor is het blauwe atoom ietsje positiever: δ+ lading. Het groene atoom (het O of N atoom) is dan wat negatiever: δ− lading.

Let op: het hele molecuul blijft neutraal!

Gemeenschappelijk elektronenpaar

Slide 4 - Diapositive

Hoe zit dat met water?
Het zuurstofatoom trekt harder aan het gemeenschappelijke elektronenpaar dat waterstofatoom.

De negatieve lading van het gemeenschappelijk elektronenpaar zit het dichtst bij het atoom dat het hardst trekt. 

Het zuurstof atoom is daardoor wat negatiever: δ− lading.

Hierdoor is het waterstofatoom ietsje positiever: δ+ lading. 

Let op: het hele molecuul blijft neutraal!

Slide 5 - Diapositive

De waterstofbrug
Het zuurstof atoom: δ− lading.
Het waterstofatoom: δ+ lading. 

- en + trekken elkaar sterk aan


Waterstofbrug

De O of N van een OH of NH groep 
wordt aangetrokken door 
de H van een OH of NH groep

Slide 6 - Diapositive

De waterstofbrug in andere moleculen


Waterstofbrug
De O of N van een OH of NH groep wordt aangetrokken door de H van een OH of NH groep

Slide 7 - Diapositive

Welke waterstofbrug
is goed getekend?
A
a
B
b
C
c
D
geen enkele

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Welke waterstofbrug
is goed getekend?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Waarom hebben stoffen die waterstofbruggen kunnen vormen een hoger kookpunt?

Slide 12 - Question ouverte

Polair & apolair


  •    
Leerdoelen van dit deel

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Hydrofoob en hydrofiel zijn begrippen op macroniveau. Wat betekenen ze en wat heeft het met het mengen van vloeistoffen te maken?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is op microniveau de verklaring waarom 2 stoffen wel of niet mengen?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Welke van de stoffen uit p4 is hydrofiel?
A
suiker
B
wasbenzine
C
jood

Slide 19 - Quiz

Welke van de stoffen uit p4 mengen goed?
A
suiker en water
B
jood en water
C
suiker en ethanol
D
jood en wasbenzine

Slide 20 - Quiz

Welke van de stoffen uit p4 is hydrofoob?
A
suiker
B
water
C
jood
D
alcohol

Slide 21 - Quiz

Wat voor opvallends zie je bij het mengen van jood met alcohol en wasbenzine?

Slide 22 - Question ouverte

Wat staat in de BINAS 65B over het oplossen van jood?
A
wasbenzine is polair
B
jood is polair
C
wasbenzine bevat een O-atoom
D
alcohol bevat een O-atoom

Slide 23 - Quiz

Zout in water
Als een zout oplost in water, komen de ionen los van elkaar.
Elk ion wordt omringd door ongeveer 20 watermoleculen.
De watermoleculen richten zich naar het ion!

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Practicum 6
Bekijk de video van practicum 6

Slide 26 - Diapositive

Upload een foto van je tabel met waarnemingen

Slide 27 - Question ouverte

In het mengsel van ethanol / water / koperchloride worden de koperionen omringd door
A
watermoleculen
B
ethanolmoleculen
C
watermoleculen enethanolmoleculen
D
geen moleculen: het lost niet meer op

Slide 28 - Quiz

oplossen


  •    
Leerdoelen van dit deel

Slide 29 - Diapositive

herhaling

Slide 30 - Diapositive

herhaling

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Emulsie


  •    
Leerdoelen van dit deel

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

4.4 Rekenen aan reacties - basis
Maken paragraaf 5.3
30, 31, 32, 35

extra uitdaging:
36, 39

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

De kleur van opgelost kopersulfaat wordt veroorzaakt door
A
de koperionen die los van elkaar komen
B
de koperionen die omringd worden door water moleculen
C
de chloride-ionen die los van elkaar komen
D
de chloride-ionen die omringd worden door water moleculen

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Diapositive

In het mengsel van water / kopersulfaat / ammonia worden de koperionen omringd door
A
watermoleculen
B
ammoniakmoleculen
C
watermoleculen en ammoniakmoleculen
D
geen moleculen: het lost niet meer op

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Diapositive

Bekijk de video

Over practicum 4
In je licentie

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive