5.1 Snelheid

Snelheid
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Snelheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

snel, sneller, snelst

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de langzaamste bovenaan en de snelste onderaan.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen: snelheid
5.1.1 Je kunt beschrijven wat snelheid is.
5.1.2 Je kunt de eenheid van snelheid noemen.
5.1.3 Je kunt de snelheid in meter per seconde omrekenen naar kilometer per uur en omgekeerd.
5.1.4 Je kunt de snelheid berekenen van een bewegend voorwerp.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gaat snelheid over?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto en een fietser rijden voor je langs.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De eenheid van snelheid
Meter per seconde is ook een eenheid van snelheid.
Meter per seconde kort je af als m/s.

De betekenis van de afkorting is:
m = meter
/ = per
s = seconde

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groot- en eenheden lijst snelheid!
Let op! De eenheden die bij elkaar horen hebben dezelfde kleur!

Slide 9 - Diapositive

Staat een foutje in de tabel: afkorting van meter is kleine letter m. 
Maak van 5.1 vraag 1, 2 en 3
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nabespreken 5.1 vraag 1, 2 en 3

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de eenheid van snelheid
A
geen idee
B
V
C
kilometers per uur
D
m/s

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel meter zit er in een km?
A
10.000
B
100
C
1000
D
10

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel seconden zitter er in een uur?
A
3600
B
60
C
600
D
2400

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer je 1 m/s rijd hoeveel km/h rijd je dan?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Eenheid van snelheid omrekenen
van m/s naar km/h = x 3,6
van km/h naar m/s = : 3,6

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto rijdt 72 kilometer per uur.
Hoe groot is de snelheid in meter per seconde?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een fietser rijdt 5 m/s.
Hoe groot is de snelheid in kilometer per uur?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van 5.1 vraag 4 t/m 9
timer
12:00

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nakijken 5.1 vraag 4 t/m 9

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2e les Snelheid

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelheid berekenen
grootheid
eenheid 1
eenheid 2

afstand (s)
meter (m)
kilometer (km)

tijd (t)
seconde (s)
uur (h)

snelheid (v)
meter per seconde (m/s)
kilometer per uur (h)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gemiddelde snelheid
Wat is het verschil tussen snelheid en gemiddelde snelheid?

                                                           Afstand
Gemiddelde snelheid =              ___________
                                                           Tijd

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gemiddelde snelheid
Je gaat met je ouders op vakantie met de auto. Jullie rijden 270 kilometer in 3 uur. Iemand vraagt met welke snelheid jullie hebben gereden. De afstand was 270 km. De tijd was 3 uur.

Welke formule gebruik jij om dit uit te rekenen?
Snelheid =

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van 5.1 vraag 10 t/m 13
timer
12:00

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions