carnaval

'n carnavalsquizke
Hoe 'n goeie carnavaller ben de gij?
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

'n carnavalsquizke
Hoe 'n goeie carnavaller ben de gij?

Slide 1 - Diapositive

Ronde 1: ken uw omgeving
Je krijgt tien plaatsen te zien met de carnavalsnaam. 
Noteer de 'normale' naam van het dorp.
Je krijgt steeds 30 seconden de tijd. 

Slide 2 - Diapositive

Goudpoeperslaand
timer
0:30

Slide 3 - Question ouverte

Mastepinnenland
timer
0:30

Slide 4 - Question ouverte

Papland
timer
0:30

Slide 5 - Question ouverte

Pompedurp
timer
0:30

Slide 6 - Question ouverte

Krabbegat
timer
0:30

Slide 7 - Question ouverte

Tullepetaonestad
timer
0:30

Slide 8 - Question ouverte

Ronde 2: witte gij 't 
  • weetjes rondom carnaval
  • je krijgt een aantal meerkeuzevragen

Slide 9 - Diapositive

Wanneer start carnaval?
timer
0:45
A
11 weken na Kerstmis
B
11 weken voor Hemelvaart
C
40 dagen voor Pasen
D
40 dagen na Kerstmis

Slide 10 - Quiz

Waar is de term carnaval van afgeleid?
timer
0:45
A
carne levare: weghalen van vlees
B
van het Italiaanse carni vales dat in Venetië werd gevierd
C
de wagen in de optocht is de kar na de val
D
carrus navalis: de scheepswagen in de optocht

Slide 11 - Quiz

Wat is de achterliggende gedachte van carnaval?
timer
0:45
A
de omgekeerde wereld beleven
B
reden om je te vergrijpen aan een ander
C
jaarlijkse zuippartij
D
laatste keer zondigen voor het vasten

Slide 12 - Quiz

Waar vierde men de middeleeuwen carnaval?in
timer
0:45
A
op het marktplein
B
aan het hof
C
in de kerk
D
in de herberg

Slide 13 - Quiz

Hoe noemde men destijds carnaval?
timer
0:45
A
de ommegang
B
vastelavond
C
vastenavond
D
polonaise

Slide 14 - Quiz

Hoelang duurde carnaval oorspronkelijk?
timer
0:45
A
vier dagen: zaterdag tot en met dinsdag
B
drie dagen: zondag tot en met dinsdag
C
twee dagen: maandag en dinsdag
D
één dag: dinsdag

Slide 15 - Quiz

Waarom is vastelavond veranderd in vastenavond?
timer
0:45
A
Het woord was te seksueel getint.
B
In de middeleeuwen sprak met de n uit als een l.
C
Door de taalverandering is de spelling aangepast.
D
Het woord is verbasterd.

Slide 16 - Quiz

Waar is de term dweilen van afgeleid?
timer
0:45
A
Van het poetsen na afloop
B
van het enorme consumeren van eten
C
van het doelloos, dronken op straat lopen
D
van de dweilbands die jaarlijks optreden

Slide 17 - Quiz

Waarom verkleedt men zich met carnaval?
timer
0:45
A
om onherkenbaar te zijn
B
vanwege de sociale omkering
C
om de ander angst aan te jagen
D
vanwege de gelijkheid

Slide 18 - Quiz

Wat is de symboliek van het getal 11?
timer
0:45
A
de 11/11 is 11 weken voor carnaval
B
de 11/11 is het startschot voor carnaval
C
11 is het gekkengetal
D
er waren 11 apostelen in de Bijbel

Slide 19 - Quiz

Waarom krijgt de Priens de sleutel van de stad?
timer
0:45
A
vanwege de sociale omkering
B
de burgemeester heeft dan vrij
C
om aan te geven dat het carnaval is
D
de Raad van elf krijgt het gezag over de stad

Slide 20 - Quiz

Bij welk geloof hoort carnaval?
timer
0:45
A
protestant
B
katholiek
C
Islam
D
Hindoeistisch

Slide 21 - Quiz

Hoe heet carnaval in New Orleans?
timer
0:45
A
Mardi Grass
B
Carnivale
C
Carnaval party
D
Mardi carnaval

Slide 22 - Quiz

Waarom dragen ze in veel Brabantse dorpen en steden de kiel?
timer
0:45
A
vanwege de Bredase invloed
B
vanwege het platteland
C
vanwege de nivellering
D
vanwege het spotten met de vlinderdas

Slide 23 - Quiz

ronde 3 
Witte Geit?

Slide 24 - Diapositive

waar ter wereld zijn deze foto's gemaakt ?

Slide 25 - Diapositive


Slide 26 - Question ouverte


Slide 27 - Question ouverte


Slide 28 - Question ouverte


Slide 29 - Question ouverte

Have a nice holiday!!!

Slide 30 - Diapositive