Apostrof

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Typ een woord met een apostrof?

Slide 2 - Question ouverte

's morgens
A'dam
z'n jas
m'n auto
baby's
A4'tje
Romy's pen
wc's

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

's morgens
Vroeger zei men des morgens
De apostrof staat op de plaats van de

z'n jas
Officieel is het zijn jas

De apostrof kan dus letters vervangen

Slide 6 - Diapositive

Luister goed
De woorden aan de linkerkant hebben allemaal een lange klank
aa / oo/ uu/ oo /ie/, maar je schrijft ze met één letter.

Om de lange klank te behouden, schrijf je in het meervoud een komma voor de s.

kilo’s

menu's

panda's

kiwi’s

guppy’s

Slide 7 - Diapositive

let op
Bij woorden op -ee en -ie is dit niet nodig.

Daarom schrijf je de s in die gevallen aan het woord vast.

tralies

abonnees

dictees

toffees

tralies

guppy’s

Slide 8 - Diapositive

piano
De laatste klank is lang 
De laatste letter is a, i, o, y of u

Dan apostrof s --> 's
piano's

Slide 9 - Diapositive

Bij welke klinkers gebruik je een 's voor het meervoud?

Slide 10 - Question ouverte

Romy's bril
Het is Marions bril maar Anne’s jas.
Als je achter Anne een s zou zetten, zou je de naam niet goed uitspreken.

Sherena's fiets
Hassans laptop


Slide 11 - Diapositive

Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's

Slide 12 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
garage's
B
garages

Slide 13 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
ballerina's
B
ballerinaas

Slide 14 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
pasfoto's
B
pasfotoos

Slide 15 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
pasfoto's
B
pasfotoos

Slide 16 - Quiz

Pony'tje
Verkleinwoorden van woorden die eindigen op y.

Baby'tje
Lolly'tje
Jury'tje


Slide 17 - Diapositive

vmbo'er
Woorden met een afkorting of een cijfer.
Deze woorden krijgen een apostrof bij het maken van het meervoud, het verkleinwoord of bij het toevoegen van een achtervoegsel.

Bijvoorbeeld: tv’s, A5’je, vmbo’er.

Slide 18 - Diapositive

Voor al deze voorbeelden geldt dat je een apostrof gebruikt
ter vervanging van een aantal letters
of om een woord goed uit te spreken

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Schrijf op:
één baby, twee ........

Slide 21 - Question ouverte

Schrijf op:
één paraplu, twee ........

Slide 22 - Question ouverte

Schrijf het meervoud op van: kiwi

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf het meervoud op van: Lolly

Slide 24 - Question ouverte

Dit boek is van Emma.
Het is ......... boek.

Slide 25 - Question ouverte

Gebruik de apostrof.
des middags

Slide 26 - Question ouverte

De auto is van Burno.
Het is ......... auto.

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Aan de slag

Blok 3 - week 4 - les 4

Slide 29 - Diapositive