H3.3 lezen toetsonderdelen

advertorial

Dit is een advertorial.

De reclameboodschap wordt verpakt in een verhaaltje.

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

advertorial

Dit is een advertorial.

De reclameboodschap wordt verpakt in een verhaaltje.

Slide 1 - Diapositive

Advertorial
Advertentie 
in een artikel




Is de informatie in een advertorial betrouwbaar?

Slide 2 - Diapositive

advertorial
advertentie

Slide 3 - Diapositive

Wat is een column?

Slide 4 - Diapositive

column
Een column is een korte tekst van één kolom breed
Vaak is het een grappige anekdote (verhaaltje) over een gebeurtenis in het leven van de columnist.

Soms is het een venijnig(onaardig) stukje over iets of iemand.

Een kleine portretfoto en de naam  van de columnist staan erbij                                                                                                          

Slide 5 - Diapositive

Wie schrijven columns?
Bekende Nederlanders
Sommige schrijvers beginnen een column op het moment dat ze al beroemd zijn. Er zijn veel cabaretiers  en schrijvers die een column hebben, zoals 'onze' Özcan Akyol. 
Columnisten
Er zijn ook columnschrijvers die juist vooral bekend zijn van hun columns. Hier naast zie je Angela de Jong, zij schrijft voor het AD. Ze recenseert voornamelijk films en series.  
Let op de typische 'ik-ben-een columnistpose"

Slide 6 - Diapositive

Een recensie, Engelse term review, is een (kritische) bespreking van een boek, film, televisieprogramma, computerspel, toneelvoorstelling, muziekuitvoering, of andere culturele uiting, of een  product of andere dienst (bijv een recensie over een loodgieter die via een website is komen werken bij jou thuis).

Een recensie vind je vaak  in een krant of tijdschrift of op het internet. De persoon die een recensie schrijft, noemt men een recensent. 

Slide 7 - Diapositive

Recensie in Het Parool
Recensie op jaapleest.nl

Slide 8 - Diapositive

Tekstverband tegenstelling



...    tegenover    ...



Slide 9 - Diapositive

Tekstverband: tegenstelling
  • maar
  • daartegen
  • echter
  • integendeel
  • enerzijds .... anderzijds
  • daar staat tegenover

Slide 10 - Diapositive

Signaalwoorden tegenstelling
A
verder, ten slotte, en
B
kortom, dus
C
maar, tegenover, hoewel, echter

Slide 11 - Quiz

Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 12 - Quiz

Maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant, tegenover, ...
Signaalwoorden horen bij:

A
oorzaak/gevolg
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 13 - Quiz

Tekstverband "voorbeeld"
In de tekst wordt een voorbeeld gegeven. Dit voorbeeld herken je aan de volgende signaalwoorden:

  • Bijvoorbeeld/ voorbeeld
  • Stel
  • Zo
  • Zoals

Slide 14 - Diapositive

Kopieer deze links in een ander tabblad om extra te oefenen met het herkennen van signaalwoorden en tekstverbanden:
https://www.jufmelis.nl/extra/tekstverband-voorbeeld/tekstverband-voorbeeld-1

https://www.jufmelis.nl/extra/Opsomming-of-tegenstelling/opsomming-of-tegenstelling-1

https://www.jufmelis.nl/extra/Signaalwoord-tegenstelling/signaalwoord-tegenstelling-1




Slide 15 - Diapositive

Argumenten
Bij een mening geef je een argument.
Een argument is uitleg en ondersteuning bij jouw mening.
Een mening zonder argument is niets waard!

Dus NIET: Ik vind het stom, want ja het is stom...

Je herkent een argument  vaak aan het woord 'want'.

Slide 16 - Diapositive

 argumenten
De schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft, dat zijn mening juist is.
Dit doet hij met een argument.
argument= de reden waarom je iets vindt. Hoe beter je argument is,  hoe eerder iemand het met je eens is.

Slide 17 - Diapositive

tegenstander - tegenargument
Een tegenstander is iemand, die het niet eens is met de mening van een ander en zijn argument is dan een  tegenargument. 
Bijvoorbeeld: Achmet's standpunt over Coronavaccins is , dat het niet verplicht moet worden.
Huseyin vindt, dat het wel verplicht moet worden. Huseyin is dan de tegenstander. 


 omdat je daarmee het aantal besmettingen met ernstige bijwerkingen kan verkleinen 

Slide 18 - Diapositive

tegenstander - tegenargument
 Achmet's argument is, dat je lichaam voldoende antistoffen aanmaakt tegen het virus.
Huseyin's  argument is dan een tegenargument, want hij vindt 
 dat je daardoor het aantal besmettingen met ernstige bijwerkingen kan verkleinen. 

Slide 19 - Diapositive

Signaalwoord: conclusie

Deze signaalwoorden vind je vaak in het slot. Ze geven aan dat er nog een kleine samenvatting komt.
 
Signaalwoorden: dus, kortom
 Deze signaalwoorden staan vaak in het slot. 


Slide 20 - Diapositive

Buitenkant 

Alles wat te maken heeft met hoe een tekst er uitziet. 
- titel/ kopje
-deeltitel of tussenkopje
- plaatjes
- alinea
- bron
Dit is verkennend lezen

Slide 21 - Diapositive