Psychogeriatrische problemen - dementie, delier, depressie

VT Ouderenzorg




Psychogeriatrische problemen
  • Dementie
  • Delier
  • Depressie
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

VT Ouderenzorg




Psychogeriatrische problemen
  • Dementie
  • Delier
  • Depressie

Slide 1 - Diapositive

De meest voorkomende vorm van dementie is .....
A
De ziekte van Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Lewy body dementie
D
Frontotemporale dementie

Slide 2 - Quiz

Alzheimer
Vasulaire dementie
Frontotemporale dementie
Lewy body dementie
Alzheimer
Vasculaire dementie
Frontotemporale dementie
Lewy body dementie
Oorzaak: Eiwitophopingen en atrofie

Oorzaak: Bloedvoorziening in de hersenen verstoord

Oorzaak: Abnormale eiwitaanslagen

Oorzaak:  afsterven van hersencellen in voorhoofds-  en slaapbeenkwab. 25-40% genetisch

Begint meestal na 70e levensjaar
Geleidelijke achteruit; in handelen, spreken, spontane activiteiten en beweging.
En geheugenverlies
Verlies interesse, inzicht.
Afhankelijk van de gebieden die getroffen zijn.
In ver stadium, alle kenmerken net als bij Alzheimer.

Wisselende verwardheid en hallucinaties.
Loopstoornissen (Parkinson)
Geheugen en oriëntatie stoornissen
Wisselende aandacht en concentratie, onrust.
Begint op jongen leeftijd (50-60)
Persoonlijkheidsveranderingen
Tegen vreemde mensen praten en rare opmerkingen
Onbeleefd, egoïstisch, agressief.
Spraakproblemen
slikproblemen

Slide 3 - Question de remorquage

Welk verschijnsel
vertoont deze meneer?
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie
D
Agressie

Slide 4 - Quiz

Mevrouw de Vries heeft dementie. Zij heeft steeds meer moeite om zelfs de simpelste dingen te onthouden. Sinds enkele dagen heeft zij ook moeite met het smeren van een boterham. Met haar spieren is er niets aan de hand. Ze kan aangeleerde handelingen niet langer goed uitvoeren.

Vraag: Hoe wordt deze stoornis in het uitvoeren van aangeleerde handelingen genoemd?
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie
D
Amusculi

Slide 5 - Quiz

Wat betekent confabuleren?
A
De normen en waarden van iemand verdwijnen
B
Vol overtuiging hele verhalen vertellen die niet juist zijn
C
Stemmingsproblemen, bijvoorbeeld lusteloosheid, onverschilligheid en verlies van initiatief
D
Een handeling steeds maar weer herhalen

Slide 6 - Quiz

Beginnende en milde dementie
Matige tot ernstige 
dementie
Ernstige
dementie
Zeer ernstige dementie
Beginnende en 
milde dementie
Matige tot 
ernstige dementie
Ernstige 
dementie
Zeer ernstige
dementie
Begeleidingsbehoeftige fase
Verzorgings-
behoeftige fase
Verplegings-
behoeftige fase
Verplegings-
behoeftige fase
"Bedreigde ik"
"Verdwaalde ik"
"Verborgen ik"
"Verzonken ik"

Slide 7 - Question de remorquage

De zorgvrager met Lewy Body dementie krijgt met name last van geheugenstoornissen, slaapstoornissen, problemen met de aandacht en de concentratie, hallucinaties, wanen en onrust. Daarnaast hebben zij symptomen die vergelijkbaar zijn met een andere ziekte.

Met welke ziekte zijn de andere symptomen van Lewy Body dementie vergelijkbaar?
A
Multipele Sclerose
B
Ziekte van Parkinson
C
Diabetische Neuropathie
D
Cerebrovasculair Accident, CVA

Slide 8 - Quiz

Dementie kan hallucinaties of wanen veroorzaken. Er zijn echter nog meer dingen die hallucinaties of wanen kunnen uitlokken bij zorgvragers.

Wat is een andere veroorzaker van hallucinaties of wanen bij zorgvragers?
A
Ondervoeding
B
Eenzaamheid
C
Koorts
D
Paracetamol

Slide 9 - Quiz

Zorgvragers met dementie kunnen last krijgen van ontremming.

..... is een symptoom van ontremming.
A
Rustig in een hoekje zitten
B
Lachen om een grapje
C
Huilen bij het zien van een film.
D
Een harde boer laten tijdens de maaltijd.

Slide 10 - Quiz

Hoe wordt het genoemd als iemand zich niet meer netjes gedraagt en zijn manieren verliest door dementie?
A
Manierenverlies
B
Decorumverlies
C
Waardenverlies
D
Formatieverlies

Slide 11 - Quiz

Stelling:
Een van de eerste verschijnselen van een dementie is de aantasting van het .....
A
Kortetermijngeheugen
B
Langetermijngeheugen
C
Oriëntatievermogen
D
Spraakvermogen

Slide 12 - Quiz

Korsakov kan een gevolg zijn van een alcoholverslaving. Mensen met Korsakov hebben een tekort aan...
A
IJzer
B
Vitamine B1
C
Cafeïne
D
Mineralen

Slide 13 - Quiz


A
De afbeelding links toont een hersenbloeding
B
De afbeelding rechts toont een herseninfarct
C
De afbeelding links toont een Tia
D
De afbeelding rechts toont een hersenbloeding

Slide 14 - Quiz

Welke manieren zijn er om de diagnose te stellen?

Slide 15 - Carte mentale

Dementie
Delier
ontstaat acuut
korte duur
verminderde aandacht
wisselend bewustzijn
ontstaat langzaam
chronisch

Slide 16 - Question de remorquage

Welke benaderingswijzen ken je om mensen met dementie zo goed mogelijke zorg te kunnen geven?

Slide 17 - Question ouverte

Reminiscentie is een geschikte benaderingswijze in de fase van het verdwaalde ik. (juist of niet juist)

Slide 18 - Carte mentale

Wat betekent PDL
A
een vorm van diagnose stellen
B
Proberen Dezelfde Lijn aan te houden
C
een meetinstrument om een goede benaderingswijze te kiezen
D
Passiviteiten van het dagelijks leven

Slide 19 - Quiz

Wat is het doel van ROB?

Slide 20 - Question ouverte

Iemand uitnodigen om zoveel mogelijk zelf te doen is een vorm van..
A
warme zorg
B
PDL
C
Validation
D
ROB

Slide 21 - Quiz


Waarom zeggen ouderen in het verpleeghuis vaak niet dat ze pijnklachten hebben?

Slide 22 - Question ouverte

Sommige mensen met dementie herkennen
personen, voorwerpen en geuren niet meer,
ondanks goed werkende zintuigen.

Hoe wordt dit symptoom genoemd?
A
Agnosie
B
Afasie
C
Apraxie
D
Apersonie

Slide 23 - Quiz

Noem 3 items die een bijdrage kunnen leveren aan zintuigactivering

Slide 24 - Question ouverte

Een stelregel van de benaderingswijze Validation is......
A
De persoon confronteren met de waarheid
B
Gevoelens mogen genegeerd worden als iemand de hele dag huilt
C
Samenwerken met de familie is van belang
D
weglopen als iemand boos wordt.

Slide 25 - Quiz

Reminiscentie...
A
Laat positieve herinneringen opleven
B
Nieuwe dingen kunnen nog aangeleerd worden
C
veel bewegen en actief zijn maakt dat de dementie niet achteruitgaat.
D
passieve zorg geven desnoods de hele dag in een comfortabele houding in bed.

Slide 26 - Quiz

Wat hoort niet onder domotica?
A
Beeldbellen
B
Hooglaagbed
C
robot Zora
D
bewegings sensoren

Slide 27 - Quiz

Bij zorgvragers met dementie komt een depressie regelmatig voor. Wat is een depressie?
A
Stemmingsstoornis gekenmerkt door gebrek aan levenslust of een zwaar terneergeslagen stemming
B
Gedragsstoornis waarbij iemand zich afzondert
C
Geheugenstoornis waarbij iemand zich recente gebeurtenissen niet kan herinneren
D
Zintuiglijke stoornis waarbij het gevoel verminderd waargenomen wordt.

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Wat is een depressie volgens jou?

Slide 30 - Carte mentale

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Diapositive

Symptomen delier

Slide 43 - Carte mentale

Slide 44 - Diapositive