Boekverslagk

BOEKVERSLAG
Kijk hier voor de eisen en tips
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

BOEKVERSLAG
Kijk hier voor de eisen en tips

Slide 1 - Diapositive

Algemeen
Het moet aan de eisen voldoen, anders krijg je geen punten voor dat onderdeel.
Extra dingen mogen er natuurlijk altijd bij.

Ieder hoofdstuk op een nieuwe bladzijde.
1. Voorkant  
2. praktische gegevens
3. Inhoudsopgave
4. Personen/ tijd/ plaats
5. Samenvatting van het verhaal
6. Eigen mening

Slide 2 - Diapositive

Wat is plagiaat controle?
A
Nooit van gehoord!
B
Controleren of je tekst niet van je buurman hebt gejat.
C
Checken of niet alle tekst van internet komt
D
Kun je dat eten?

Slide 3 - Quiz

Voorkant
Plaatje

Titel/Schrijver

Naam

Klas

Zie bijlage

Slide 4 - Diapositive

De inhoudsopgave
Een inhoudsopgave is een overzicht van alle hoofdstukken en paragrafen van een papieren boek, waarbij de bladzijdenummers vermeld zijn. Een dergelijk overzicht maakt het makkelijk om een deel van de tekst gemakkelijk te kunnen vinden en geeft duidelijkheid over de structuur van het werk.

Slide 5 - Diapositive

Inhoudsopgave

Jouw inhoudsopgave is die van jouw boekverslag, niet van jouw gelezen boek!!!

Hoofdstuk - Titel- Bladzijde nummer.

Zie bijlage

Slide 6 - Diapositive

gegevens van het boek
                                        
Titel, :
Schrijver/auteur:
Uitgeverij :
PlaatsL
Druk ( evt. jaar van eerste uitgave), 
aantal Bladzijdes,
jeugd of volwassenliteratuur









Slide 7 - Diapositive

Samenvatting van het verhaal

Slide 8 - Diapositive

Samenvatting
Doe dit in 25 regels/minimaal 250 woorden
Je moet ook kunnen weglaten. 
Dialogen ( gesprekjes) komen niet in samenvatting voor.
Beschrijf de grote lijn van het verhaal.
Eindig NOOIT met: Als u wilt weten hoe het afloopt, moet u het zelf maar weten!!

Ook zie ik vaak alleen een stuk van het eerste hoofdstuk uitgebreid en verder een zin over einde. ( Aan het einde komt alles weer goed). Beschrijf het boek met een begin, middenstuk en einde (beschrijf hoe het afloopt)
.
Maak regels vol. Ga niet centreren, of met iedere nieuwe zin op nieuwe regel beginnen!

Begin met hoofdletter en eindig met punt en gebruik je spellingscontrole!! 

Slide 9 - Diapositive

bespreking van het boek

*de hoofdpersonen
* belangrijkste bijfiguren

1: hoofdpersonen: het belangrijkste personage uit het boek.
* beschrijf het uiterlijk 
* beschrijf het karakter, of kenmerken die je in het boek hebt gevonden.
*geef eventueel aan wat de bijdrage van deze persoon is, veranderd deze persoon? Met wie heeft deze persoon een relatie.

Bijfiguren: wanneer is iemand een bijfiguur ?
- schrijf op wat de relatie is met de hoofdpersoon.
- beschrijf evt uiterlijk als je dit weet

Slide 10 - Diapositive

Genre
 Een genre is een benaming waarmee culturele uitingen, zoals films, theaterstukken, boeken, toneelstukken en andere creatieve producten worden ingedeeld op soort. Er wordt bij de indeling op genre gekeken naar overeenkomsten. Je zou kunnen zeggen dat als verschillende boeken of films hetzelfde gevoel oproepen, ze tot hetzelfde genre behoren. Een detective roept bijvoorbeeld over het algemeen spanning op bij de lezer, terwijl een romantische komedie de kijker aan het lachen maakt.
Beschrijf in je verslag waarom je boek binnen het door jou opgegeven genre valt.
Hieronder zie je welke boekengenres er allemaal zijn. Laat je inspireren door alle verschillende soorten boeken en beleef meer leesplezier door eens een boek te kiezen uit een ander genre dan je gewend bent:
Biografie.      Detective
Doktersverhaal.    Erotiek
Familieroman.    Griezelverhaal.  Historische roman
Humor.  Oorlog/verzet    Psychologisch verhaal
Romantisch verhaal
Science-fiction.   Sociaal/politiek verhaal. Spanning en avontuur.   Waargebeurd verhaal.  Western
Zeeverhaal

Slide 11 - Diapositive

Thema en onderwerp
Thema's en onderwerpen
boeken hebben een thema of onderwerp


https://www.scholieren.com/literaire-themas

Slide 12 - Diapositive

perspectief
Eerste persoon (ik-perspectief): deze verteller vertelt het verhaal vanuit zijn of haar ogen. Als je schrijft vanuit een ik-perspectief moet je heel goed weten wat je personage zou doen, denken of zien. Je moet door de ogen van je personage kunnen kijken en door de hersenen van je personage kunnen denken. In mijn debuut ‘Niemand zoals hij‘ heeft opa Pieter een teldwang en telt alles tot drie, hij ziet daardoor de wereld heel anders dan ik. Ook kon ik vanuit zijn perspectief geen vergelijking maken met bijvoorbeeld social media vanwege zijn leeftijd en was zijn woordenschat is anders. Een voorbeeld van een speciaal ik-perspectief is de dagboekvorm, denk bijvoorbeeld aan Anne Frank of Geheime Dagboek Van Adriaan Mole.

Tweede persoon (jij-perspectief): dit perspectief wordt niet veel gebruikt, maar is soms erg succesvol, omdat het de lezer op een bepaalde manier óók aanspreekt. Lees meer over schrijven in tweede persoon.

Derde persoon (hij/zij-perspectief of personaal perspectief): dit is het ik-perspectief, maar vanuit een iets grotere afstand, alsof er als het ware niet een camera ín het personage staat (ik-perspectief) maar er net achter – op de schouder als het ware. Ook vanuit dit perspectief kun je alleen schrijven wat je personage ziet, denkt en ervaart, maar houd er rekening mee dat ook de lezer de grotere afstand voelt. 

Slide 13 - Diapositive

vertelde tijd
Tijdsbestek dat in het verhaal besproken wordt
De vertelde tijd van een boek is het tijdsbestek dat in het verhaal besproken wordt. Dit kan variëren van een enkele bladzijde tot het gehele boek of zelfs meerdere generaties. Het is de tijd die in het verhaal is verstreken.
Bijv:Vier jaar later kocht Jaap een nieuwe fiets : de vertelde tijd is vier jaar, maar de verteltijd één zin.

Slide 14 - Diapositive

Plaats
Je kan veel vertellen over de plaats in het boek.
- staat er een plaats in het boek?
  -staat er een land in het boek?
- waar speelt het verhaal zich af: bijv een bos, school etc

Slide 15 - Diapositive

Eigen mening
Mening
Geen boekverslag is compleet zonder je eigen mening. Die is essentieel want: wat heb je ervan geleerd? Wat heeft het boek met je gedaan? Uiteindelijk lees je niet om de leraar te plezieren maar om jezelf te ontwikkelen. Als je niet zo goed weet hoe je je mening nu moet verwoorden kun je terugscrollen naar alle bovenstaande onderdelen die je beschreven hebt over het boek wat je hebt gelezen.

Wat vond je nu eigenlijk van het thema? Sprak het je aan? En de schrijfstijl, is dat een stijl die je vaker zou willen lezen of juist niet? Zo kom je tot een goed onderbouwde mening over je boek.

Slide 16 - Diapositive

Eigen mening
Drie vragen moet je zeker beantwoorden:

1. Vind je de titel goed gekozen? Ook waarom.
2. Is het jongensboek of meisjesboek? Ook waarom. (Of is het voor allebei?)
3. Zou je het een ander aanraden om te lezen? ( Waar moet je van houden als je dit boek leest?)

Slide 17 - Diapositive

Wat is een eigen mening?

Slide 18 - Carte mentale

Slide 19 - Vidéo

Opmaak
Je kunt voor de stijl (de opmaak) van je document verschillende opties kiezen.
• Klik op Start.
• Kies in het tabblad Stijlen een opmaak.
• Bijvoorbeeld voor een Inhoudsopgave Kop1.
Om je werkstuk in hoofdstukken in te delen geef je elk hoofdstuk een kop.
Dan kun je later een Inhoudsopgave maken.
Selecteer de tekst waarvan je een koptekst wilt maken. Klik in het blok stijlen op: Kop1, Kop2 of Kop 3.

Slide 20 - Diapositive

Opmaak 2 inhoudsopgave
Opmaak 3 voorblad

Slide 21 - Diapositive

Opmaak 3 voorkant 2
Opmaak 4 bladzijdenummers

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien