3VM - wo160222

Herzlich wilkommen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Herzlich wilkommen

Slide 1 - Diapositive

Was machen wir heute?
  • Überhören und wiederholen modale Verben 
  • Korrigieren Aufgabe 29
  • Aussprache
  • Sprechfertigkeit
  • Hausaufgaben

Slide 2 - Diapositive

die Seilbahn
A
de ijsbaan
B
de kabelbaan
C
de curlingbaan
D
de atletiekbaan

Slide 3 - Quiz

das Schloss
A
het kasteel
B
de sloot
C
het slot van een deur
D
de stadsrondrit

Slide 4 - Quiz

die Miete
A
de mier
B
het mietje
C
de huur
D
de meter

Slide 5 - Quiz

sich entscheiden für
A
kiezen voor
B
scheiden
C
uitkomen voor
D
zich ontwikkelen

Slide 6 - Quiz

etwa
A
van alles
B
elders
C
evenaar
D
ongeveer

Slide 7 - Quiz

zij wilden

Slide 8 - Question ouverte

hij mocht

Slide 9 - Question ouverte

zij kon

Slide 10 - Question ouverte

ik wist

Slide 11 - Question ouverte

jullie moesten

Slide 12 - Question ouverte

Korrigieren Aufgabe 29 
Seite 113


Slide 13 - Diapositive

Korrigieren Aufgabe 29 
  1. Mag ik u iets vragen?
  2. Waar is de bushalte/het station?
  3. Hoe kom ik daar/in het centrum? 
  4. Naar het vliegveld/in de stad/naar daar tegenover
  5. Je moet hier naar rechts gaan en dan bij de kruising naar links
  6. Je moet hier eerst rechtdoor gaan en dan links afbuigen
  7. U moet bij het stoplicht rechtdoor gaan en dan over de straat gaan

Slide 14 - Diapositive

Korrigieren Aufgabe 29 
  1. Rijdt de tram/de bus naar Köln-Deutz?/richting F. H. ?
  2. Ik wil/moet naar het Alexanderplein/naar Graz. 
  3. Waar/wanneer moet ik overstappen/uitstappen?
  4. Wanneer komt de bus/de trein?
  5. De metro/de lijn 6 rijdt elke 15 minuten/naar Düsseldorf/vanaf spoor 2

Slide 15 - Diapositive

Aussprache Aufabe 26 - 28
  1. Rijdt de tram/de bus naar Köln-Deutz?/richting F. H. ?
  2. Ik wil/moet naar het Alexanderplein/naar Graz. 
  3. Waar/wanneer moet ik overstappen/uitstappen?
  4. Wanneer komt de bus/de trein?
  5. De metro/de lijn 6 rijdt elke 15 minuten/naar Düsseldorf/vanaf spoor 2
  6. een keer per uur/in een uur/om kwart voor 10/nu

Slide 16 - Diapositive

Sprechfertigkeit
1. Mag ik wat vragen?
2. Ja natuurlijk
3. Waar is het vliegveld?
4. U moet hier naar links gaan en dan bij de kruising naar rechts. 
5. Wanneer komt de bus naar het vliegveld?
6. De bus rijdt elke 20 minuten

Slide 17 - Diapositive

Hausaufgaben
Dienstag 22. Februar / Mittwoch 23. Februar 

SO modale werkwoorden können, müssen, dürfen, wollen en wissen in de verleden tijd MET vertaling ND/DN! 

Slide 18 - Diapositive