Havo 4 Nederlands week 14

Havo 4 Nederlands week 15
- Oefenen met spelling en formuleren --> vragen zoals in oefentest en eindtest!
- Info over weektaak van deze week, test spelling en formuleren
- Vooruitblik periode 4
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Havo 4 Nederlands week 15
- Oefenen met spelling en formuleren --> vragen zoals in oefentest en eindtest!
- Info over weektaak van deze week, test spelling en formuleren
- Vooruitblik periode 4

Slide 1 - Diapositive

Heb je de weektaken van week 12, 13 en 14 gemaakt in Talent Max Online
A
Ja, allemaal!
B
Nee, ik heb niks gemaakt
C
Ja, maar niet allemaal
D
Wat is dat, Talent?

Slide 2 - Quiz

Werkwoordspelling

Slide 3 - Diapositive

Werkwoorden – hoe zat het ook alweer?
Regel 1: ik-vorm + t, ik loop, jij loopt/ik fiets, hij fietst
--> hoort bij de tegenwoordige tijd

Regel 2: ‘t ex-kofschip of sexy fokschaap. Zit klank van de laatste medeklinker van de stam in ‘t kofschip? Dan een t!
--> hoort bij de voltooid verleden én de verleden tijd, zwakke werkwoorden!

NB: om goed te kunnen spellen, moet je weten met welke werkwoordsvorm en tijd je te maken hebt!

Slide 4 - Diapositive

De buurvrouw verzorg...altijd onze planten in de vakantie.
A
verzorgt
B
verzorgdt
C
verzorgd

Slide 5 - Quiz

De buurvrouw heeft tijdens de vakantie onze planten verzorg...
A
verzorgt
B
verzorgdt
C
vezorgd

Slide 6 - Quiz

Bijvoeglijk gebruikte werkwoordsvormen
- schrijf je in principe (bij zwakke, regelmatige werkwoorden), zo kort mogelijk. Dus zo min mogelijk medeklinkers en klinkers, en géén -n aan het einde de werkwoordsvorm.

Slide 7 - Diapositive

De ...(vergroten) satellietfoto liet pas echt goed zien hoe schoon de lucht inmiddels was.
[typ nu in je scherm de werkwoordsvorm zoals die volgens jou gespeld dient te worden]

Slide 8 - Question ouverte

Samenstellingen en aaneenschrijven (3 pt)
Maak van het volgende woord de correcte samenstelling. Plaats waar nodig het juiste leesteken:
- zon + bril

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de juiste spelling?
A
daarentegen
B
C
daarintegen

Slide 10 - Quiz

Stijlfouten verbeteren (moeilijkste onderdeel). In de onderstaande zin zit een onjuiste samentrekking. Welk woord moet je tussen 'en' en 'begint' invullen om de zin correct te maken?

- De directie heeft hem aangenomen als consultant en begint per 1 januari

Slide 11 - Question ouverte

In de onderstaande zin staat een onjuist verwijswoord: het woordje 'haar'. In welk woord moet je dit woord veranderen om de zin correct te maken?

- Amsterdam is door haar prachtige grachtengordel, vele musea en liberale drugsbeleid al lange tijd een populaire bestemming voor toeristen.

Slide 12 - Question ouverte

Wat nu?
  • Er komt een online thuistest spelling en formuleren, waarschijnlijk in week 17 (week na Pasen)
  • De leerstof voor deze test blijft zoals hij oorspronkelijk voor de testweek op school gepland was
  • De samenstelling van het eindcijfer is als volgt:
  1. Column 
  2. Verhaal 
  3. Test 
  4. Weektaken (in elk geval week 12 en 13 + 'versterk jezelf' van zoveel mogelijk onderdelen van spelling en formuleren/hoofdstuk 6 --> alleen online gemaakt werk telt!)

Slide 13 - Diapositive

En de weektaak van deze week?
  • Maak de oefentoets spelling die op SPELO (mapje periode 3 --> spelling en formuleren) staat, en kijk hem zelf na met het nakijkdocument
  • Maak online de weektaken van week 12 en 13 (als je dit nog niet gedaan had) en zoveel mogelijk oude weetkaken van voor de crisis.
  • Maak zoveel mogelijk 'versterk jezelf'-opdrachten van spelling en formuleren
  • Kies een boek/de laatste twee boeken voor je leeslijst en vul de titel(s) en de schrijver(s) in in je OneNote leesdossier
  • Heb een fijne Pasen!

Slide 14 - Diapositive

Wat doen we in periode 4
  • Verder met lees-/schrijfvaardigheid --> Talent Max Online
  • Punten te behalen met weektaken
  • Afsluiten met online thuistest/PO met daarin vooral schrijfvaardigheid (en wellicht ook een deel leesvaardigheid)

Slide 15 - Diapositive