2.1 Tijd van pruiken en revoluties (Deel 1)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2 : Tijd van pruiken en revoluties

De Pruikentijd

Deel 1

Leerdoel

In deze paragraaf leer je: 

- Hoe het ging met de Nederlandse economie. 

- Welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk. 

- Welke nieuwe ideeën ontstonden.

De Nederlandse economie

- Door de Gouden Eeuw in de 18e eeuw veel rijke handelaren in NL

- Toch gaat de economie achteruit 

- Nijverheid gaat slechter en de VOC maakt steeds minder winst

Standenmaatschappij

• Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen:
  'bidders, strijders en werkers'
• Deze groepen kwamen samen in de Standenvergadering.

• Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

De 1e stand

• De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. 
  

• De geestelijken bezaten veel grond en hadden veel geld.

De 2e stand

• De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. 
  

• De koning vertrouwde hen niet en hield ze goed in de gaten. Zij hadden veel geld en macht.
  

De 3e stand

• De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. 

• De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.

• Zij waren 96% van de Franse bevolking.

96 van de 100 mensen hoorde bij de 3de stand

• De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. 

• De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.

• Zij waren 96% van de Franse bevolking.

Begrippen uit deze les

• Standenmaatschappij
• Tijd van Pruiken en Revoluties

Huiswerk

Maken Pruiken en revoluties: Introductie
Vraag 2 en 3

Maken 2.1: De Pruikentijd
Vraag 1, 3 en 4