a/ä en e/i-Wechsel

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Checkin Laut-Wechsel

Bij welke persoonlijk voornaamwoorden krijg je Laut-Wechsel

1. ich & du & er, sie, es
2. ich & du
3. du & er, sie, es
4. er, sie, es & ihr

schlafen
De a verandert bij du & er,sie, es in de letter ......

sprechen
De letter e verandert in de letter ...

a/ä-Wechsel & e/i ie-Wechsel

ich

du

er/ sie/ es

wir

ihr

Sie/ sie

mach

mach

mach

mach

mach

mach

Hoe zat het ook alweer?

e

st

t

en

en

t

Bij welke werkwoorden pas je de E/I-Wechsel regel toe?

1. Zwakke werkwoorden
2. Sterke werkwoorden
3. Onregelmatige werkwoorden

Wat is het verschil tussen een zwak en sterk werkwoord?

1. Sterke ww. veranderen van klank, zwak ww.niet
2. Sterke ww. veranderen niet van klank, zwak ww. wel

Sterk werkwoord

Zwak werkwoord

arbeiten

tragen

verdienen

schlafen

spielen

gefallen

Wat is een sterk werkwoord?

1. schmecken
2. sehen
3. reden

fahren Wann … du nach Hause?

1. fahre
2. fährst
3. fahrt
4. fahren

fallen Das Kind … vom Fahrrad und weint sehr.

1. falle
2. fällt
3. fallt
4. fallen

halten Peter … den kleinen Hund gut fest.

1. halte
2. hält
3. haltet
4. halten

e/i Wechsel en a/ä Wechsel vindt plaats:

1. bij sterke èn zwakke werkwoorden
2. bij sterke werkwoorden met een e of a in de stam
3. in de tegenwoordige tijd en in de voltooide tijd
4. in de tegenwoordige tijd

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden vindt e/i-Wechsel en a/ä-Wechsel plaats?

1. ich + du
2. er/sie/es + ihr
3. du + er/sie/es
4. ihr + du

Waar moet een werkwoord aan voldoen, zodat je de E/I-Wechsel regel kunt toepassen?(Meerdere antwoorden)

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord
3. a in de stam
4. e in de stam

Wat verandert er door de E/I-Wechsel regel aan een werkwoord?

1. Klank in de stam
2. Uitgangen na de stam
3. Umlaut in de stam verdwijnt

Waar verandert de klank in de stam in bij de E/I-Wechsel? (Meerdere antwoorden)

1. i
2. ie
3. a
4. ä

Wanneer verandert de e in de stam in een -i?

1. bij een lange klank
2. bij een korte klank

Wanneer verandert de e in de stam in een -ie?

1. bij een lange klank
2. bij een korte klank

Bij welke persoonlijke vnw. verandert de e in de stam naar i of ie ?

1. ich, du, er/sie/es
2. du, er/sie/es
3. du, er/sie/es, ihr
4. er/sie/es