Duurzame landbouw

Duurzaam leven
Basisstof 3

Duurzame landbouw
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Duurzaam leven
Basisstof 3

Duurzame landbouw

Slide 1 - Diapositive

VORIGE LES:
Welke vorm van landbouw levert de grootste stikstofuitstoot?
A
akkerbouw
B
tuinbouw op de koude grond
C
veeteelt
D
tuinbouw in kassen

Slide 2 - Quiz

VORIGE LES:
Welke vorm van landbouw vraagt de grootste input van voedingsstoffen?
A
akkerbouw
B
tuinbouw op de koude grond
C
veeteelt
D
tuinbouw in kassen

Slide 3 - Quiz

In de landbouw spreekt men van een "stikstofgift" om het gras te laten groeien. Wat wordt bedoeld?
A
bemesting
B
veredeling
C
bodembewerking
D
gewasbescherming

Slide 4 - Quiz

Om het aantal hoogproductieve landbouwhuisdieren te vergroten, kan men gebruikmaken van...
A
kunstmatige inseminatie
B
genetische modificatie
C
in vitro fertilisatie
D
een monocultuur

Slide 5 - Quiz

Thema 7: Duurzaam leven
Basisstof 3: Duurzame landbouw 

Leerdoelen deze les:
Je kunt manieren noemen waardoor mensen op een duurname manier voedsel kunnen produceren.

Slide 6 - Diapositive

  • pesticiden
  • selectief / niet-selectief
  • resistentie
  • (bio)accumulatie
Begrippen die je moet kunnen toelichten:

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Begrippen die je moet kunnen toelichten:
  • vruchtwisseling
  • biologische bestrijding
  • biologische landbouw
  • kringlooplandbouw
  • precisielandbouw
  • verticale landbouw

Slide 9 - Diapositive

Europees
NL
Deze twee keurmerken garanderen dat producten voor 100% aan alle eisen voor biologische landbouw voldoen:

Slide 10 - Diapositive

Welke organismen hebben de meeste last van bestrijdingsmiddelen
A
producenten
B
consumenten van de 3e orde
C
organismen aan de top van de voedselpiramide
D
de mens

Slide 11 - Quiz

Gebruik van selectieve pesticiden zorgt ervoor dat alleen het plaagdier dood gaat
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Als een ziekteverwekker resistent is...
A
is het moeilijker hem te bestrijden
B
is het makkelijker hem te bestrijden
C
gaan er minder planten dood
D
hoef je hem niet te bestrijden

Slide 13 - Quiz

Biologische bestrijding betekent...
A
werken met selectieve bestrijdingsmiddelen
B
werken met natuurlijke vijanden
C
werken zonder kunstmest
D
zorgen dat alle ziekteverwekkers dood gaan

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
Maak van basisstof 3 de opdrachten 1 t/m +8
(blz. 160-163 in je leerwerkboek)

Kijk alle opdrachten na!

Slide 15 - Diapositive