Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Chemie kennisquiz
Benodigdheden:
BINAS
Pen en papier
Rekenmachine
Slide 1 - Diapositive
Bij deze stof is er in de vaste fase sprake van...
A
metaalbindingen en ionbindingen
B
atoombindingen en molecuulbindingen
C
ionbindingen en atoombindingen
D
ionbindingen
Slide 2 - Quiz
Bij deze stof is er in de vaste fase sprake van...
A
metaalbindingen en ionbindingen
B
atoombindingen en molecuulbindingen
C
ionbindingen en atoombindingen
D
ionbindingen
Slide 3 - Quiz
De molecuulformule van deze stof is...
A
C8H8
B
C7H10
C
C8H14
D
C7H14
Slide 4 - Quiz
Dit is een combinatie van...
A
zwakke reductor/
sterke oxidator
B
sterke reductor/
zwakke oxidator
C
zwakke oxidator/
sterke reductor
D
sterke oxidator/
zwakke reductor
Slide 5 - Quiz
Welke combinatie van deeltjes kan in oplossing een bufferende werking hebben?
A
B
C
D
Slide 6 - Quiz
wit kopersulfaat is een reagens voor.... kalkwater is een reagens voor.... broomwater is een reagens voor....
A
water, water en koolstofdioxide
B
water, koolstofdioxide en zetmeel
C
water, koolstofdioxide en zwaveldioxide
D
water, zwaveldioxide en zetmeel
Slide 7 - Quiz
Dit pictogram staat voor.....
A
giftig
B
schadelijk
C
bijtend
D
milieugevaarlijk
Slide 8 - Quiz
De systematische naam van deze stof is....
A
4-methyl-2-oxopentaan-1-ol
B
4-methyl-1-hydroxypentaan-2-al
C
1-hydroxy-4-methylpentaan-2-al
D
1-hydroxy-4-methylpentaan-2-on
Slide 9 - Quiz
1. In een elektrochemische cel gaan de elektronen van de oxidator naar de reductor. 2. In een elektrochemische cel reageert de reductor aan de pluspool.
A
Zowel 1 als 2 is juist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
Zowel 1 als 2 is onjuist
Slide 10 - Quiz
Keramische materialen hebben een....
A
Atoomrooster of ionrooster
B
Atoomrooster
C
Ionrooster
D
Geen atoomrooster en geen ionrooster
Slide 11 - Quiz
Hier zie je 3 structuurformules voor boorcarbide. Welke is zeker fout?
A
I
B
II
C
III
Slide 12 - Quiz
Deze reactie is een...
A
ontledingsreactie
B
verbrandingsreactie
C
zuur-basereactie
D
redoxreactie
Slide 13 - Quiz
Dit is een voorbeeld van een....
A
amidebinding
B
peptidebinding
C
esterbinding
D
etherbinding
Slide 14 - Quiz
Is bij deze stof is cis/trans-isomerie mogelijk?
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Van deze stof bestaan ….. spiegelbeeld-isomeren
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 16 - Quiz
In de matrijsstreng van een stuk DNA komt de volgende basenvolgorde voor: ~GATCAACCT~ Welk stuk mRNA hoort hierbij?
A
~CTAGTTGGA~
B
~GATCAACCT~
C
~CUAGUUGGA~
D
~GAUCAACCU~
Slide 17 - Quiz
Op mRNA komt dus dit stukje voor: ~CUAGUUGGA~
Voor welke aminozuurvolgorde staat dit?
A
~Leu-Gly-Ser~
B
~Leu-Val-Gly~
C
~Ser-Val-Gly~
D
~Leu-Val-Ser~
Slide 18 - Quiz
Bij het samenpersen van het mengsel verschuift het evenwicht naar.... Bij het verhogen van de temperatuur verschuift het evenwicht naar....
A
links, links
B
links, rechts
C
rechts, links
D
rechts, rechts
Slide 19 - Quiz
Hoeveel liter koolstofdioxide ontstaat bij de verbranding van 2,3 liter butaangas?
A
2,3 L
B
4,6 L
C
6,9 L
D
9,2 L
Slide 20 - Quiz
Wat is de coëfficiënt van e– als onderstaande halfreactievergelijking kloppend is gemaakt?