BK2 Les 3: Verschillen in procenten

Inloop
-Ga op je eigen plek zitten (plattegrond)
-Pak en zet je spullen op tafel
Spullen nodig voor vandaag:
-Pen
-Rekenmachine
Met hoeveel procent stijgt je minimumloon eigenlijk?


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Inloop
-Ga op je eigen plek zitten (plattegrond)
-Pak en zet je spullen op tafel
Spullen nodig voor vandaag:
-Pen
-Rekenmachine
Met hoeveel procent stijgt je minimumloon eigenlijk?


Slide 1 - Diapositive

Les 3
Verschillen in procenten

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
Lesdoel: 
Terugblik: koopkracht                                             (5min)
Voorkennis:                                                                  (5min)
Instructie: Verschillen in procenten                 (10min)
Begeleid inoefenen: Bordvraag                          (5min)
Zelfstandig oefenen: Werkblad                          (15min)
Huiswerk: Werkblad
Evaluatie:                                                                        (5min)

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Ik kan percentage verschillen in inkomens berekenen


Ik kan verschillen in percentages berekenen met de hulp van de formule: (nieuw - oud) : oud x 100%

Slide 4 - Diapositive

Terugblik
Zet de begrippen bij de juiste uitleg op het werk blad
Opdracht 1

Slide 5 - Diapositive

timer
1:00
Stijging van prijzen
Hoeveel goederen en diensten je kan kopen
Hoe goed je voelt
Hoe rijk je bent
Hoeveel geld je verdient
Inflatie
Koopkracht
Welvaart
Nominale inkomen
Welzijn

Slide 6 - Question de remorquage

Voorkennis
Er is sprake van inflatie over veel producten

Slide 7 - Diapositive

Over wat klaagt deze mevrouw?
Hoeveel is de prijs van kaas in 2018  gestegen t.o.v. 2014?
timer
1:00
A
€2,47 - €1,84 = €0,63
B
€10,98 - €9,24 = €1,74
C
€9,24 - €10,98 = € -1,74
D
€10,98 - €7,11 = €3,87

Slide 8 - Quiz

Instructie (1/3)
Formule:


Wat betekent deze formule?

oud(nieuwoud)100
Met deze formule kunnen we verschillen in procenten berekenen.

Slide 9 - Diapositive

Instructie (2/3)
Hoe doen we dat?
Stap 1: Bepaal wat het nieuwe en het oude getal is 
(nieuw = nieuwste of laatste getal. Oud = oudste of eerste getal)
Stap 2: Bereken het verschil (nieuw - oud)
Stap 3: Deel het verschil door het oude getal
Stap 4: Vermenigvuldig het getal met 100

oud(nieuwoud)100

Slide 10 - Diapositive

Instructie (3/3)
Voorbeeld:
Met hoeveel procent is de prijs van kaas 
in 2018 gestegen t.o.v. 2014?
Stap 1: Bepaal wat het nieuwe en het oude getal is (nieuw = nieuwste of laatste getal. Oud = oudste of eerste getal)
Stap 2: Bereken het verschil (nieuw - oud)
Stap 3: Deel het verschil door het oude getal
Stap 4: Vermenigvuldig het getal met 100

oud(nieuwoud)100

Slide 11 - Diapositive


Maak vraag 2 van opdracht 2. Met hoeveel procent is de prijs van aardappelen in 2018 gestegen t.o.v. 2016? Afronden op één decimaal.
oud(nieuwoud)100
timer
2:00

Slide 12 - Question ouverte

Zelfstandig oefenen
Maak nu de werkblad af. Je hebt 15 min om dit af te hebben. Je mag 
samen met je buurman of buurvrouw werken.


Klaar? Dan mag je een boek lezen of aan school werken


timer
15:00

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
Maak je werkblad af

Slide 14 - Diapositive

Evaluatie
Wat vonden jullie van de les?


Wat vond ik van de les?


Wat kunnen we anders doen?

Slide 15 - Diapositive

Lesafsluiting
Welke getal is nieuw en welke is oud?
Prijs van rijst in 2015 t.o.v. 2013

Prijs van eieren in 2011 t.o.v. 2008

Prijs van brood in 2012 t.ov. 2007


Volgende les: Internationale Armoede

Slide 16 - Diapositive