EC 3 rekenen met procenten deel 2

EC 3 rekenen met procenten deel 2
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

EC 3 rekenen met procenten deel 2

Slide 1 - Diapositive

Bereken hoeveel procent iets meer of minder is geworden 
  • Je rekent uit met hoeveel procent iets duurder is geworden, maar let op er staat nog niet bij met hoeveel euro iets is gestegen of gedaald.
  • Formule=(Nieuw - oud) : oudx 100
  • Je krijgt bijvoorbeeld de volgende vraag:
  • In 2018 kon je voor €1,60 een liter benzine kopen. In 2019 betaal je €1,64 voor een liter benzine. Met hoeveel procent is de benzine prijs gestegen?



Slide 2 - Diapositive

In 2018 kon je voor €1,60 een liter benzine kopen. In 2019 betaal je €1,64 voor een liter benzine. Met hoeveel procent is de benzine prijs gestegen?

Slide 3 - Question ouverte

Berekenen hoeveel procent iets meer of minder is geworden
  • Formule=(Nieuw - oud) : oudx 100
  • In 2018 kon je voor €1,60 een liter benzine kopen. In 2019 betaal je €1,64 voor een liter benzine. Met hoeveel procent is de benzine prijs gestegen?
  • De bovenstaande voorbeeld vraag reken je op deze manier uit:
  • €1,64 - €1,60= €0,04
  • €0,04 : €1,60 x100 = 2,5%
  • De benzineprijs is dus in een jaar tijd met 2,5% gestegen. Dit is het geval, want de benzine werd €0,04 duurder en €0,04 is 2,5% van €1,60.

Slide 4 - Diapositive

Berekenen hoeveel procent iets meer of minder is geworden
  • Soms moet je uitrekenen hoeveel procent iets meer of minder is, zonder dat je de formule: (nieuw- oud): oud x 100 kunt gebruiken. 
  • Dit gebeurt wanneer je de bijvoorbeeld elkaars salaris vergelijkt en wil uitrekenen hoeveel procent Ronnie  meer verdient dan Lambert.
  • Je gebruikt dan de formule: (Hoog getal - laag getal) : getal wat na dan komt x 100
  • Letop staat dan niet in de zin dan moet je deze er bij bedenken. 
  • Voorbeeldvraag:
  • Ronnie verdient per maand €3.200. Lambert verdient €2.425 euro. Hoeveel procent verdient Ronnie meer dan Lambert?

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeldvraag:
Ronnie verdient per maand €3.200. Lambert verdient €2.425 euro. Hoeveel procent verdient Ronnie meer dan Lambert?
formule: (Hoog getal - laag getal) : getal wat na dan komt x 100

Slide 6 - Question ouverte

Berekenen hoeveel procent iets meer of minder is geworden

  • Voorbeeldvraag:
  • Ronnie verdient per maand €3.200. Lambert verdient €2.425 euro. Hoeveel procent verdient Ronnie meer dan Lambert?
  • De formule: (Hoog getal - laag getal) : getal wat na dan komt x 100
  • €3.200 - €2.425= €775,00
  • €775,00 : €2425,00 x 100=32%

Slide 7 - Diapositive

Zelfstandig werken 
Maak de omcirkelde opgave 8, 9, 10 en 11

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden
8
a 184 - 160 =24
b 24:160 x100% =15%

9
a €212 -€80 = €132
b €132 : €80 x 100 = 165,0%

Slide 9 - Diapositive

Antwoorden
10
€2250 -€1800 : €1800 x100% = 25%
11
€98.000 - € 432.000: 432.000 x 100% = -77,3%

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Kahoot 
Ga naar Kahoot.it en doe mee met de quiz.
Zorg ervoor dat je een rekenmachine hebt.
Een leeg papiertje is ook best wel handig.

Slide 12 - Diapositive