BS3 Hersenen en ruggenmerg

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Goedemorgen!

This is the place to   Bio

BS3 Zenuwstelsel

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen welke verschillen er zijn tussen grijze stof en witte stof in het centrale zenuwstelsel en je kunt aangeven waar het te vinden is.
2. Je kunt de taken van het ruggemerg, de hersenstam, de kleine hersenen en de grote hersenen noemen.
3. Je kent de verschillende schorsgebieden in de grote hersenen en je kunt hun functie beschrijven.

Centrale zenuwstelsel

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit  de hersenen en de ruggenmerg

Perifeer zenuwstelsel

Zenuwen vanuit het ruggemerg.

Deze verbinden het hele lichaam aan het centraal zenuwstelsel.

Perifeer zenuwstelsel

Prikkels en impulsen

            Prikkel

            Impuls

Anatomie van de hersenen

Binas 88C

Hersenstam

De hersenstam bestuurt vitale levensfuncties als hartslag, ademhaling en bloeddruk.

Bepaalde reflexen verlopen via de hersenstam
 

Verlengde merg

• Verbinding hersenen en ruggenmerg/onderste deel hersenstam
• Kruising zenuwbanen  

Hersencentra grote hersenen

Primaire en secundaire hersencentra

• Primair gevoelscentrum: bewustwording prikkel
• Secundair gevoelscentrum: verband met eerdere waarnemingen, betekenis geven
• Primair bewegingscentrum: impulsen naar spieren
• Secundair bewegingscentrum: afstemming bewegingscentra

Het ruggenmerg (Binas 88J)

Het ruggenmerg verbindt veel zenuwen met de hersenen.

Het ruggenmerg zit in het wervelkanaal.

Ruggenmerg

Aan ruggenmerg zitten zenuwen

- Aanvoerende zenuwen (sensorische zenuw) aan rugzijde. 

- Afvoerende zenuwen (motorische zenuw) aan buikzijde.

Spinaal ganglion = zenuwknoop

= cellichamen van neuronen bij elkaar 

Grijze en witte stof

Witte stof: 

Uitlopers (isolerend laagje= myelineschede zorgt voor witte kleur)

Grijze stof: 
Schakelcellen en cellichaam bewegingscellen

In de hersenen ligt de grijze stof aan de buitenkant, witte stof binnenin.

In het ruggenmerg ligt de grijze stof binnenin en de witte stof aan de buitenkant.

Aan de slag!

• Lees blz. 30 t/m 32
• Maak opdr. 25, 26 en 27
• Lees blz. 33 t/m 35
• Maak opdr. 28, 29 en 30