6.2 - A - Zelfstandige burgers


6.2 - Zelfstandige 
Burgers 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


6.2 - Zelfstandige 
Burgers 

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • De Nederlanden
  • Stadsrechten
  • Stadsbestuur 
  • Straffen in de middeleeuwen
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe steden stadsrechten kregen. 

  • Je kunt uitleggen hoe steden zelfstandiger werden en lage edelen macht verloren. 

Slide 3 - Diapositive

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen. Er waren veel kleine gewesten (provincies), die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In het gewest Holland liet graaf Floris V een Ridderzaal bouwen om zijn macht te tonen. 

  • De Ridderzaal maakt vandaag nog steeds deel uit van het Haagse Binnenhof. 
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 4 - Diapositive


Blij met de stad!

  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Maar inwoners van steden wilden liever eigen baas zijn. De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom! De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten.
Leerdoel 1

Slide 5 - Diapositive


Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen.
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer).
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen. Hierdoor verdween de horigheid in West-Europa.
Leerdoel 2

Slide 6 - Diapositive

Hieronder zie je de Middeleeuwse namen van steden staan. Sleep ze naar de juiste plek in de kaart.
Masetrieth
Daventre portu
Amestelledamme
Trecht
Gouwe

Slide 7 - Question de remorquage

Raadhuis
Stadhuis
Hier zeteld het bestuur van de stad: de schout (plaatsvervanger van de heer) en schepenen. Alles wat met bestuur en rechtspraak te maken heeft zat onder een dak.  Daarnaast werden hier keuren (wetten) gemaakt.
Dagelijkse bestuur
Dagelijkse bestuur
Het dagelijkse bestuur van een stad lag in handen van de burgermeester, dat waren vaak twee. 
Het vroedschap controleerde de stadsbestuurders
Burgers
Mannen konden burger worden als ze een jaar en een dag in de stad wonen. Mensen uit de stad noemde je poorters. 
Je moest wel een beroep hebben en een geldbedrag betalen. Alle mannelijke poorters samen vormden de burgerij. 

Slide 8 - Diapositive


Minder macht
  • Hoge edelen kregen inkomsten via belasting. De stad steunde hen door middel van soldaten.  Lage edelen kregen juist minder macht. 
  • Maar steden werden steeds zelfstandiger. Ze waren immers rijk genoeg om zich te verdedigen en invloed uit te oefenen op het zelfbestuur. 
Leerdoel 2

Slide 9 - Diapositive


Aantekeningen

  • Inwoners van een stad wilden eigen baas zijn. Samen met de hertog/graaf maakten zij afspraken. Die noem je stadsrechten.  De stad mag een stadsmuur bouwen en een eigen rechtspraak hebben. De inwoners van een stad waren vrije poorters. In ruil voor deze vrijheden moesten zij wel belasting betalen. 
  • Steden werden steeds zelfstandiger. Rijke edelen kregen geld via belastingen, maar lage edelen verloren hun macht omdat de stad zichzelf kon verdedigen en besturen. 

Slide 10 - Diapositive

Klik op de hotspots en sleep de straffen en de gezegden naar de juiste plek in de afbeelding.
Een gruwelijk goede opdracht!
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden
"Iemand de ogen uitsteken."
"Hij voelt zich geradbraakt."
"Ik maak hem een kopje kleiner."
" Zij werd op de pijnbank gelegd."
"Ze legden hem het vuur aan de schenen."
"Dat doet hem de das om."

Slide 11 - Question de remorquage

Wat hoort er bij een middeleeuwse stad? 
Kerk
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, sleep mij dan.
Plein
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Stadsmuur
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Agora
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Tempel
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Stadspoort
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Markt
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Koopmanshuis
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 

Slide 12 - Question de remorquage

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen en wisten het land effectiever te bewerken

Slide 13 - Quiz

Waarom zou een heer stadsrechten aan een stad verlenen?
A
Het gaf de heer aanzien als hij een grote stad in zijn gebied had
B
Hij wilde graag dat de mensen in zijn gebied een beter leven kregen.
C
Hij kreeg in ruil daarvoor belastingen en militaire steun

Slide 14 - Quiz

Burgers in de steden hadden zelf het bestuur en wetgeving van de stad in handen
A
waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Hoe kwam het dat de opkomst van steden uiteindelijk de positie van de adel verzwakte?
A
Het feodale stelsel was gebaseerd op trouw en loyaliteit, door de geldeconomie werkte dit niet meer
B
De steden werden rijker en konden zo steeds meer vrijheden kopen, zo had de heer geen invloed meer
C
Steden werden rijk en konden zichzelf verdedigen, en hadden de bescherming van de heer niet nodig
D
A, B en C zijn allemaal goed

Slide 16 - Quiz

Zelfstandig werken
  • We lezen gezamenlijk paragraaf 6.2 door. 

  • Daarna ga je aan de slag met de huiswerkopdrachten: 2, 3, 4, 5, en 7. 

  • Klaar? Ga dan verder met opdracht 5, 6, 7 en 8 op pagina 168. 

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen op welke manier Holland belangrijk werk.

  • Je kunt uitleggen hoe steden stadsrechten kregen. 

Slide 18 - Diapositive