BPB presentatie lesbrief

BPB presentatie lesbrief

Problematische thuissituatie

Casus 1

Een leerling uit VWO 1 is af en toe afwezig maar probeert wel goed op te letten tijdens de les. Deze leerling zie je meerdere keren per week maar het valt je op dat deze leerling een beetje weinig energie heeft en soms met moeite de klas in komt. Je hebt een gesprekje gehad met deze leerling en je hebt geconstateerd dat deze leerling een problematische thuissituatie heeft. Wat zou je doen als docent zijnde?

Hoe zou je de situatie uit casus 1 aanpakken als docent?

Casus 2

Een leerling uit HAVO 2 is vaak afwezig van school. Bijna elke week wel een keer ziek en wil niet meedoen met gym. Hij draagt altijd lange kleding tijdens gym, maar ook buiten gym. Als mentor van deze leerling hoor je dat van de gymdocent. Ook zie je veel afmeldingen in magister staan en hoor je van klasgenoten heel weinig als je vraagt waar de leerling is. Als de leerling wel op school is, merk je dat hij niet veel contact heeft met klasgenoten en eigenlijk geen vrienden heeft. Dit is natuurlijk jammer. Tijdens een mentorgesprek kom je erachter dat hij thuis geslagen en geschopt wordt en dat hij daardoor heel onzeker is, ook tegenover zijn klasgenoten. Dit verklaart ook waarom hij niet naar gym wil, hij zich zo kleedt en weinig contact heeft. Je besluit om hem door te verwijzen naar een professional, naar wie zou je dat doen?

Naar welke professional zou je deze leerling als docent zijnde verwijzen?

Casus 3

Docent Bart heeft last van een moeilijk kind genaamd Jean-Pierre. Jean-Pierre is gemeen tegen iedereen en verstoort constant de les. Bart voelt zich niet gekwalificeerd genoeg om een student zoals hem te ondersteunen en begint geïrriteerd te raken. Het is al bekend bij de school dat Jean-Pierre een zware tijd heeft thuis. Bart vindt niet dat de school genoeg ondersteuning geeft om Jean-Pierre te helpen. Jean-Pierre lijkt niet geholpen te willen worden door Bart, maar Bart wilt ook niet Jean-Pierre constant op de gang hebben. Bart wilt ook dat hij leert van zijn les net zoals de andere studenten. Wat kan Bart doen?

Wat zou Bart kunnen doen om Jean-Pierre te helpen?

Casus 4

Een 2de jaar mbo-leerling van 18 jaar oud heeft zichtbare blauwe plekken op lichaam, is vaak afgeleid in de lessen. Praat niet veel, en heeft niet veel sociale contacten. Als mentor wil je hem helpen. Hoe pak je dit aan?

Hoe pak je de situatie uit casus 4 aan?

Stap 1: signaleren van mogelijke problemen

Algemene signalen:

- Veranderingen in gedrag, zoals teruggetrokkenheid, agressie, angst, of apathie.

- Frequente afwezigheid of te laat komen.

- Fysieke tekenen van verwaarlozing of mishandeling, zoals blauwe plekken, vuile kleding of extreme vermoeidheid.

- Opmerkingen van de leerling over problemen thuis.

- Onverklaarbare veranderingen in academische prestaties.

- Sociale isolatie en gebrek aan contact met leeftijdsgenoten.

Specifieke signalen voor specifieke problemen:

- Kindermishandeling: blauwe plekken, snijwonden, brandwonden, frequente ziektes zonder medische verklaring.

- Huiselijk geweld: leerling kan tekenen van angst of depressie vertonen, vermijdt praten over thuis, of toont sterke bezorgdheid over ouder(s) of verzorger(s).

- Mentaal welzijnsproblemen: plotselinge veranderingen in humeur, zelfbeschadiging, of verontrustende uitingen in schrijfwerk of kunst. 

Stap 2: eerste actie bij vermoeden van problematische thuissituatie

Praten met de leerling:

- Stel de leerling op een niet-oordelende, ondersteunende manier vragen over zijn/haar welzijn en thuissituatie.

- Luister actief naar wat de leerling te zeggen heeft en toon begrip.

- Vermijd het trekken van voorbarige conclusies, maar benoem wel de zorgen die je hebt op basis van je observaties. 

Stap 3: vervolgstappen

Bespreek met het zorgteam:

- Deel je observaties en zorgen met de schoolbegeleider, counselor of zorgcoördinator.

- Het zorgteam kan de situatie beoordelen en beslissen welke stappen moeten worden genomen.

- Contact opnemen met ouders/verzorgers:

- Als de situatie niet acuut gevaarlijk is, neem dan contact op met de ouders/verzorgers om je zorgen te bespreken en mogelijke ondersteuning aan te bieden.

Melding maken bij de relevante instanties:

- Als er sprake is van ernstige verwaarlozing of mishandeling, moet je een melding doen bij de lokale kinderbeschermingsdienst of vergelijkbare instanties in jouw regio. 

Bied hulp en ondersteuning:

- Wijs de leerling indien nodig door naar schoolcounseling, psychologische ondersteuning of andere hulpbronnen binnen de school of de gemeenschap.

Documenteer alles:

- Houd nauwkeurige en gedetailleerde aantekeningen van alle observaties, gesprekken en acties die je onderneemt.

Blijf betrokken:

- Volg de situatie op en blijf beschikbaar voor de leerling, zelfs als het probleem lijkt te verbeteren. Herhaalde aandacht en zorg kunnen een groot verschil maken.