Klas 3 par. 2.1 Welvaart en crisis

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Par. 2.1 

Welvaart en crisis 

in de 

Verenigde Staten 

Deze LessonUp-reeks gaat over de plaats van de VS in de wereld. Deze eerste les is grotendeels herhaling van eerder dit jaar. We gaan in deze les behandelen:

• Wat de “roaring twenties” in de VS waren en hoe die periode zichtbaar was in de Amerikaanse maatschappij.
• Wat de beurskrach was, wat de oorzaken er van waren en welke gevolgen deze had in de VS en Europa.
  
• Op welke manier Roosevelt de crisis probeerde te bestrijden (en in hoeverre dit succesvol was) 

• Lees par. 2.1 tot en met het kopje "crisis in de jaren 1930"  op blz. 32-33 en "economie en cultuur" op blz. 35
• Maak dan de vragen op de volgende slides.

Twee stellingen:
1. Door elektrificering waren bedrijven niet meer afhankelijk van steenkool.
2. Door een meer efficiënte arbeidsdeling kon er meer geproduceerd worden.

1. Stelling 1 is juist
2. Stelling 2 is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Twee stellingen:
1. Door elektrificering en arbeidsdeling konden lonen uiteindelijk omhoog.
2. Door een meer efficiënte arbeidsdeling werden er meer mensen ontslagen.

1. Stelling 1 is juist
2. Stelling 2 is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Sleep onderstaande gele tekstblokken naar de juiste plaats in het schema. Elk geel blok hoort in één van de vakken in het schema.

Meer consumptie

Meer vrije tijd

gebruik elektriciteit

hogere lonen

komst lopende band

kortere werktijden

producten goedkoper

productie stijgt

Wat is een consumptiemaatschappij?

• Lees nu van par. 2.1 "Crisis in de jaren 1930  beurskrach" tot  "economie en cultuur" op blz. 33-35
• Kijk het filmfragment op de volgende slide,
• Maak dan de vragen op de slides daarna.

Feit A is een                                                                van feit F

Feit B is een                                                                van feit E

Feit C is een                                                                van feit E

Feit F is een                                                                van feit D

Hieronder staan zes feiten:

    A. Amerikaanse bedrijven produceerden te veel.

    B. Amerikanen kochten aandelen met geleend geld.

    C. De crisis breidde zichzelf uit over de wereld.

    D. De economische crisis werd een depressie.

    E. In New York vond eind 1929 een beurskrach plaats.

    F. Miljoenen werkelozen vervielen tot armoede.

Vul de vier zinnen hier onder aan door de gele blokken rechts naar de juist zin te slepen.

1

1

1

1

directe oorzaak

indirecte oorzaak

gevolg op korte termijn

gevolg op langere termijn

• Lees nu van par. 2.1 "De overheid grijpt in" op blz. 34-35,
• Maak dan de vragen op de volgende slides.
  

Roosevelt nam in 1933 spectaculaire maatregelen in de economie

1. juist
2. onjuist

Door meer overheidsuitgaven werd de depressie steeds dieper.

1. juist
2. onjuist

Roosevelts economische beleid loste de crisis volledig op.

1. juist
2. onjuist

Door de New Deal kregen mensen het langzaam iets beter

1. juist
2. onjuist

• Je hebt nu paragraaf 2.1 herhaald aan de hand van de tekst, een filmpje en enkele opgaves. 
• Ga nu bij jezelf na of je de punten van de K&K begrijpt, of dat je nog vragen hebt. 
• Als je nog vragen hebt, kun je ze kort kwijt in de volgende slide.
• Daarna kun je de oefentoers van par. 2.1 maken via de ELO van magister. Daarna ben je klaar (geen aanvullend huiswerk meer).

Hieronder nogmaal de K&K punten van par 2.1: 

• Wat de “roaring twenties” in de VS waren en hoe die periode zichtbaar was in de Amerikaanse maatschappij.
• Wat de beurskrach was, wat de oorzaken er van waren en welke gevolgen deze had in de VS en Europa.
• Op welke manier Roosevelt de crisis probeerde te bestrijden (en in hoeverre dit succesvol was) 

Heb je nog vragen over de K&K van par. 2.1?