2.3 De groei van het christendom

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Diapositive

Zet de volgende onderdelen van de Republiek op de goede plaats:
Consuls
Volksvergadering
Volkstribuun
Senaat

Slide 2 - Question de remorquage

Hoewel de plebejers weinig politieke macht hadden, was het belangrijk om het volk tevreden te houden. Waarom?
A
Omdat de rijke plebejers wel stemrecht hadden
B
Omdat zij in opstand konden komen tegen de machthebbers
C
Omdat de leden uit het senaat gekozen werden door de plebejers
D
Omdat de volksvergadering wel de macht had om wetten te dwarsbomen

Slide 3 - Quiz

In 44 v.chr wordt Caesar vermoord door een groep senatoren. Wat was het motief van de moordenaars?
A
Zij wilden wraak nemen voor de moord op Pompeius
B
Zij wilden voorkomen dat de monarchie hersteld zou worden
C
Zij wilden zelf regeren over het Romeinse rijk
D
Ze zagen Caesar als een wrede tiran en wilden de republiek redden

Slide 4 - Quiz

Caesar werd vermoord omdat hij als dictator (voor het leven) werd aangesteld. Octavianus (keizer Augustus) krijgt in feite nog meer macht, maar toch wordt hij geaccepteerd. Hoe kan je dit verklaren?

Slide 5 - Question ouverte

Om de grenzen van het Romeinse rijk te beschermen werd de lokale bevolking ingezet en op den duur konden zij zo het Romeinse burgerrecht verkrijgen.

Wat kan een nadelig gevolg zijn van overwonnen volken te laten dienen in het Romeinse leger?
A
Zij zijn minder goed getraind dan de Romeinse soldaten
B
Er is een taal barrière ze begrijpen de Latijnse orders niet
C
De loyaliteit van de overwonnen volken is niet altijd aan de Romeinen
D
De overwonnen volken waren zelden te vertrouwen

Slide 6 - Quiz

(tolerant) polytheïsme
  • Polytheïstische godsdienst (goden overgenomen van de Grieken)

  • Romeinen waren tolerant naar andere godsdiensten, mits zij de Romeinse goden accepteerden.

  • Veel adoptie goden: Isis, Nehalennia

Slide 7 - Diapositive

Waarom waren de Romeinen tolerant jegens andere godsdiensten?
A
Ze wilden de vrede in het Romeinse rijk bewaren
B
Romeinen namen alles over van andere volken, waarom dan niet goden
C
Hoe meer goden aan je kant staan hoe beter
D
Zij vonden het de moeite niet waard om iets tegen deze andere godsdiensten te doen

Slide 8 - Quiz

Ondanks de tolerantie waren de Romeinen wel streng tegenover de joden wat was hiervoor de voornaamste reden?
A
Zij accepteerden de keizer niet als hun leider
B
Zij kwamen vaak in opstand, omdat zij vaak werden vervolgd
C
De joden pasten zich niet goed aan de Romeinse cultuur en spraken alleen maar Hebreeuws
D
Zij waren monotheïstisch

Slide 9 - Quiz

1

Slide 10 - Vidéo

02:57
Welke heilige zagen we hier?
A
Jezus
B
Judas
C
David
D
Mozes

Slide 11 - Quiz

Exodus
  • Mozes leidt de Israëlieten naar Kanaän (Israël/Palestina). Waar koning Saul het koninkrijk Israël sticht.

  • Jodendom is monotheïstisch

  • Joden geloven in het heilig verbond; God gaf het land Kanaän aan Abraham en zijn nakomelingen (Joden), maar in ruil mocht hij geen andere God(en) aanbidden.

  • Vervolgens worden zijn (wederom) als slaaf meegenomen naar Babylonië.

  • Sindsdien leven de Joden in diaspora (verspreid over vele landen)

Slide 12 - Diapositive

Judea
  • Sinds 1400 v.chr al een Joodse gemeenschap in het gebied rondom Jeruzalem

  • Vanaf 63 v.chr komt dit gebied in handen van de Romeinen

  • Joden worden zwaar onderdrukt en hoge belasting. Keizer Augustus zou zelfs een standbeeld in de belangrijkste Joodse tempel willen bouwen

  • Joden wachten op de komst van messias

  • Volgens de evangeliën zou in dezelfde periode een jonge joodse prediker rondtrekken met de boodschap van 'liefde en verdraagzaamheid'. Ze noemden hem christos (Grieks voor messias)

Slide 13 - Diapositive

1

Slide 14 - Vidéo

Toch kreeg het christendom veel aanhangers vooral onder de vrouwen, armen en slaven. Waarom juist bij deze groepen?

Slide 15 - Question ouverte

Christenvervolging
  • In vlagen strenge christen vervolging

1) Grote brand in Rome (64) > Nero geeft de christenen de schuld > christenvervolging

2) 2e eeuw geen christenvervolgingen

3) Crisis van de derde eeuw > Diocletianus straft wederom de christenen.

  • christenen vaak als zondebok gebruikt in tijden van crisis

  • Toch bleef het christendom in populariteit toenemen

Slide 16 - Diapositive

Waarom zou juist door de strenge vervolging het christendom in populariteit toenemen
A
Omdat er een goed verdienmodel achter het christendom zat, waardoor het loonde om christenen te worden
B
Omdat door de belofte van de hemel de dood niet meer uitmaakte
C
Omdat de slachtoffers werden geëerd als martelaren
D
Omdat de vervolgingen sporadisch waren en zeer lokaal in het Romeinse rijk

Slide 17 - Quiz

Constantijn
  • Constantijn wint een belangrijke slag, nadat hij in een droom had gezien dat hij zou winnen als hij het christelijke kruis zou gebruiken

  • Onder Constantijn krijgen de christenen geloofsvrijheid

  • Romeinse godsdienst blijft staatsgodsdienst, Constantijn blijft hoogste priester. Was hij dan echt christelijke?

  • Middel om eenheid te bevorderen in het rijk.

  • Onder keizer Theodosius wordt christendom staatsgodsdienst

Slide 18 - Diapositive

Volgens Edward Gibbon (een belangrijke historicus) was het christendom de hoofdoorzaak van de val van het Romeinse rijk. Waardoor zou dit komen?
A
Er was te veel onenigheid in het Romeinse rijk. De Romeinen accepteerden de nieuwe staatsgodsdienst niet.
B
Iedereen die niet de nieuwe staatsgodsdienst accepteerde werd ter dood veroordeeld, waardoor er minder soldaten beschikbaar waren.
C
Het christendom is een vredelievende godsdienst, waardoor de Romeinen de strijdlust verloren.
D
De christenen waren te veel bezig met de hemel, waardoor er minder mankracht beschikbaar was voor de legers.

Slide 19 - Quiz

Oorzaak 1: het christendom
  • Edward Gibbon; The history of the decline and fall of the Roman Empire

  • Christendom (en barbarij) als hoofdoorzaak van de val van het Romeinse rijk

    “…doordat de geestelijkheid met succes de leer van gelatenheid en lankmoedigheid predikte, werden meer actieve deugden ontmoedigd, terwijl de laatste restanten van de krijgszucht werden begraven in de kloosters.

  • Het christendom was een vreedzame godsdienst, de strijdlust ging hierdoor verloren aldus Gibbon/

Slide 20 - Diapositive

Oorzaak 2: binnenvallende stammen
  • Crisis van de derde eeuw; ziektes, (burger)oorlogen, hongersnood, mislukte oogsten,  veel wisselende keizers (zeskeizerjaar)

  • Na de crisis van de derde eeuw, raakt het Romeinse rijk verzwakt; minder soldaten en het vredelievende christendom zorgen ervoor dat de grenzen verzwakken.

  • Verschillende Germaanse stammen maken hier gebruik van om met geweld het Romeinse rijk binnen te vallen (volksverhuizing).

  • Al plunderend trekken zij door het gehele Romeinse rijk

Slide 21 - Diapositive

Oorzaak 3: het Romeinse rijk was te groot
  • Op het hoogte punt strekt het Romeinse rijk zich uit van Schotland tot Egypte;

  • Ondanks de vele successen lukt het niet om de alle vijanden te verslaan; kortom de buitengrenzen (limes) moeten continue bewaakt worden (circa 7.500 kilometer)

  • Leger hervormingen keizer Constantijn (4e eeuw)

Voorheen: alle grenzen worden beschermd door legioenen.

Daarna: Grenzen worden beschermd door wachtposten, legioenen staan landinwaarts om te kunnen reageren op een aanval


Slide 22 - Diapositive

Oorzaak 4: Germanen in dienst van Romeins leger
  • In de grensgebieden worden deals gemaakt met de Germaanse stammen

  • Germanen mogen zich in het Romeinse rijk vestigen (hoeven zelfs geen belasting te betalen), in ruil daarvoor moesten ze helpen de limes te beschermen.

  • Bataven; Germaanse stam die in het gebied van het huidige Nederland leefde

  • Bataafse opstand; Bataven worden opgeroepen om in een burgeroorlog te vechten, de Bataven weigeren dit en komen in opstand.

  • Overal langs de Limes worden legerforten platgebrand

Slide 23 - Diapositive

Oorzaak 5: zwak leiderschap
  • Keizers verheerlijken vaak zich zelf (of zijn gewoon ronduit gestoord)

  • Vaak machtsstrijd (complotten, burgeroologen, etc); vierkeizerjaar

  • Pretoriaanse garde (keizerlijke wacht); vermoorden veruit de meeste keizers.

  • In turbulente tijden wordt het rijk slecht bestuurd en beschermd

Slide 24 - Diapositive

Oorzaak 6: splitsing van het Romeinse rijk
  • in 395 splits keizer Theodosius het Romeinse rijk in twee delen

  • West-Romeinse rijk; hoofdstad: Rome
  • Oost-Romeinse rijk; hoofdstad: Constantinopel

  • 2 keizers en 2 onderkeizers

  • Voordeel; het rijk wordt beter bestuurd en beschermd

Slide 25 - Diapositive

04:40
In het filmpje hoor je Judas zingen over het probleem van het christendom/Jezus. Wat is dit probleem?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive