HAVO1 - Rekenen in alledaagse situaties - les 1

WELKOM!
Ga naar  LessonUp.com en vul de code linksonder in. 
Gebruik je eigen naam!!!
Pak je boek!
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WELKOM!
Ga naar  LessonUp.com en vul de code linksonder in. 
Gebruik je eigen naam!!!
Pak je boek!

Slide 1 - Diapositive

Meneer Bakker

Slide 2 - Diapositive

Wat is mijn voornaam?
A
Michiel
B
Hendrik
C
Jozef
D
Mitch

Slide 3 - Quiz

Hoe oud ben ik?
A
20
B
23
C
25
D
28

Slide 4 - Quiz

Wat vind ik leuk om te doen met vrienden?
A
Sporten
B
Naar de bioscoop
C
Mini-snacks frituren
D
Wiskundesommen maken

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Question de remorquage

Heeft meneer Bakker een relatie?
A
Natuurlijk!
B
Natuurlijk niet!

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Vragen of feedback?
  • xmb@passie.net 

Slide 9 - Diapositive

Wanneer ben je een goede docent?

Slide 10 - Question ouverte

Wat kan ik dan van jullie verwachten?

Slide 11 - Question ouverte

Programma (vast)
  • Binnenkomst: inloggen op LessonUp, juiste plek zoeken en boeken pakken.
  • Herhaling van vorige les
  • Nieuwe uitleg + gezamenlijk oefenen
  •  Huiswerk bespreken + zelfstandig oefenen 
  • Nieuwe uitleg + gezamenlijk oefenen 
  • Zelfstandig oefenen 
  • Quiz!

Slide 12 - Diapositive

Programma (vandaag)
  • Herhaling: schatten
  • Nieuwe stof: afronden in de praktijk
  •  Huiswerk bespreken + zelfstandig oefenen 
  • Nieuwe stof: rekenen met grote getallen
  • Zelfstandig oefenen 
  • Quiz!

Slide 13 - Diapositive

Schatten
Schat de uitkomst van de volgende sommen. Schrijf op hoe je dit hebt gedaan. 
  • 293,5 X 21,8 = 
  • 139,8 : 19,9 = 

Slide 14 - Diapositive

Kanoën!
We gaan samen kanoën:
  • 30 leerlingen
  • 2 docenten 
Per kano: 6 mensen. 
Hoeveel kano's hebben we nodig? 

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel kano's hebben we nodig?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 16 - Quiz

Hoeveel kano's hebben we nodig?
  • 30 + 2 = 32 mensen
  • 32 : 6 = 5,333...
  • Dus 6 kano's.

Bij het puntjes zetten, laat je decimalen weg. Dat heeft niks te maken met afronden. 
6,6666667                 6,666... (niet 6,667)

Slide 17 - Diapositive

2,88883 kunnen we ook schrijven als...
A
2,888
B
2,888...
C
2,889...
D
2,83

Slide 18 - Quiz

4,58679 kunnen we ook schrijven als...
A
4,58...
B
4,587...
C
4,587
D
4,6...

Slide 19 - Quiz

Opdrachten
timer
10:00
10 minuten
Alleen (groep) 
Uitkomst: 
Bespreken (met het rad)
Klaar?:
Maak 41, 42, 43
Opdracht:
Eerste 5 minuten: bespreek het huiswerk wat je voor vandaag moest afhebben in groepjes. 
Laatste 5 minuten: Maak 38, 39, 40
(     )

Slide 20 - Diapositive

Groepen

Slide 21 - Diapositive

PAUZE
5 minuten!

Slide 22 - Diapositive

Grote getallen
Rekenen: 
15 X 12,5 miljard

Rekenmachine: 
15 X 12,5 = 187,5. 
Dus 187,5 miljard. 

Slide 23 - Diapositive

Schrijf 19 miljard in cijfers.
A
190.000.000
B
1.900.000.000
C
19.000.000.000
D
190.000.000.000

Slide 24 - Quiz

Schrijf 2,65 miljoen in cijfers.
A
26.500
B
265.000
C
2.650.000
D
2.000.000,65

Slide 25 - Quiz

Uit het hoofd: 9 X 3 miljard
A
2.700.000.000
B
27.000.000.000
C
3.600.000.000
D
36.000.000.000

Slide 26 - Quiz

Opdrachten
timer
10:00
10 minuten
Alleen 
Uitkomst: 
Bespreken (met het rad)
Klaar?:
Opdracht 41, 42, 43, 47
Opdracht:
Doe eerst opdracht 45. 
Daarna 44 en 46.

Slide 27 - Diapositive

Quiz!
Gaat niet om snelheid!

Slide 28 - Diapositive

Aron heeft 350 snoepjes. Hij wil snoepzakjes verkopen. In elk zakje doet hij 30 snoepjes. Hoeveel zakjes kan hij maken?
A
11
B
11,666...
C
11,67
D
12

Slide 29 - Quiz

Een jurk, een broek en een zonnebril kosten samen 40 euro. Hoeveel kost 1 artikel gemiddeld?
A
13
B
13,33...
C
13,4
D
14

Slide 30 - Quiz

Esther heeft 23 duizend euro. Ze wil daarvan paarden kopen. 1 paard kost gemiddeld 3,4 duizend euro. Hoeveel paarden kan ze kopen?
A
5
B
6
C
6,76...
D
7

Slide 31 - Quiz

Lucas is de bedenker van Minecraft. Hij heeft de game ontwikkeld voor 17 miljoen euro. Hij wil de game verkopen voor 1,7 miljard euro. Hoeveel winst heeft Lucas?
A
1,683 miljoen
B
168,3 miljoen
C
1,683 miljard
D
Hij maakt verlies.

Slide 32 - Quiz

Delen maakt je rijk! Dus heeft Ralf besloten zijn 2,3 miljoen euro te verdelen onder zijn 119 vrienden. Hoeveel krijgt elke vriend? Rond af op duizendtallen.
A
19327,73 euro
B
19.000 euro
C
193277,31 euro
D
193.000 euro

Slide 33 - Quiz

Huiswerk
Opdracht 41, 42, 43 en 47. 
Alle vragen goed?: Sla opdracht 43 over.

Slide 34 - Diapositive