Feiten, meningen en argumenten

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
ja
nee
1 / 34
suivant
Slide 1: Sondage
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
ja
nee

Slide 1 - Sondage

Het is vandaag donderdag 18 januari 2024.
ja
nee

Slide 2 - Sondage

Ik vind roze een mooie kleur.
ja
nee

Slide 3 - Sondage

De aarde is rond.
ja
nee

Slide 4 - Sondage

Ik eet graag pasta.
ja
nee

Slide 5 - Sondage

Miley Cyrus kan heel mooi zingen.
ja
nee

Slide 6 - Sondage

Wat is je opgevallen aan deze zinnen?

Slide 7 - Question ouverte

Doelen:

- je weet wat een feit is
- je weet wat een mening is
- je weet wat een argument is
- Je kunt feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen


Slide 8 - Diapositive

een feit:

Slide 9 - Carte mentale

een mening:

Slide 10 - Carte mentale

een argument:

Slide 11 - Carte mentale

Samengevat
Feiten: een feit kun je controleren > waar of onwaar.
Meningen: een mening is wat iemand van iets vindt.                          Je kunt het hiermee eens of oneens zijn.
                      Let op: een  mening wordt ook wel                                      standpunt genoemd!
Argument: reden waarom je een bepaalde mening
                      hebt.

Slide 12 - Diapositive

Signaalwoorden
mening/standpunt: ik vind, volgens mij, naar mijn mening, mijn opvatting is.

argument: want, omdat, namelijk, immers


Slide 13 - Diapositive

Even testen...
Hierna volgt een aantal uitspraken. Doe mee en test jezelf of je de theorie goed begrijpt!

Slide 14 - Diapositive

Feit, mening of argument?

Geschiedenis is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 15 - Quiz

Feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat dit een van de grootste gebouwen in Nederland is.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 16 - Quiz

Feit, mening of argument?

Ik word namelijk gesteund door mijn werkgever.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quiz

Feit, mening of argument?

Volgens mij zijn de meeste mensen erg bang.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quiz

Feit, mening of argument?

Het overgangsregelement zegt dat je met vijf tekortpunten niet overgaat.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 19 - Quiz

Ik kan goed onderscheid maken tussen feiten ,meningen en argumenten.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Aan het werk.
Je krijgt van mevrouw Orij een tekst

Slide 21 - Diapositive

timer
15:00

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Evaluatie:
- hoe heb je samengewerkt?
- wat was lastig?
- hoe heb je dat opgelost?
- hoe had je dat anders op kunnen lossen?

Slide 32 - Diapositive

Je krijgt nu een formulier om in te vullen.



Heb je het ingevuld, dan lever je het in bij mevrouw Orij en mag je van je pauze genieten.

Slide 33 - Diapositive

tijd voor een Kahoot

Slide 34 - Diapositive