H4 | paragraaf 1 De vermenigvuldigingsfactor

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H4 Procenten en tabellen

Wat gaan we doen?

Leg je schrift klaar voor aantekeningen

Uitleg paragraaf 1 deel 1

Maken BM 1.1 t/m 1.3

We leren deze les:

Rekenen met de groeifactor

Nieuwe hoeveelheden te berekenen met de groeifactor

Hoe was het ook alweer

• 50% =
  
  
• vereenvoudigd is dat
  
  
• 30% = 
• vereenvoudigd is dat 

​100​​50​​

​2​​1​​

​100​​30​​

​10​​3​​

Hier kunnen we de volgende vermengigingsvuldigingsfactor van maken:

• 50% =                                                     = 0,5
  
  
• vereenvoudigd is dat
  
  
• 30% =                                                       = 0,3 
• vereenvoudigd is dat 

​100​​50​​

​2​​1​​

​100​​30​​

​10​​3​​

vermenigvuldigingsfactor

• 1% is 1 van de 100
• 1% is dus hetzelfde als 1 : 100 = 0,01
• 8% is 8 van de 100
• 8% is dus 8 : 100 = 0,08
• 20% = 20 : 100 = 0,2
• 42% =  42 : 100 = 0,42

Berekenen met de vermenigvuldigingsfactor

Een broek kost €80, er zit 40% korting op, hoeveel moet ik betalen?

Een broek kost €80, er zit 40% korting op, hoeveel moet ik betalen?

• bij 40% is de vermenigvuldigingsfactor 0,40
• 0,40 x 80 = 32 (dat gaat er dus vanaf)
• 80 - 32 = 48
• Ik betaal €48 voor de broek

of:

Een broek kost €80, er zit 40% korting op, hoeveel moet ik betalen?

• bij 60% is de vermenigvuldigingsfactor  0,60
• 0,60 x 80 = 48
• Ik betaal € 48 voor de broek

Berekenen met de vermenigvuldigingsfactor

Er zijn 8600 zitplaatsen, 62,5% is bezet. Hoeveel plaatsen zijn bezet?

Er zijn 8600 zitplaatsen, 62,5% is bezet. Hoeveel plaatsen zijn bezet?

100% = 1,0

62,5% = 0,625

8600 x 0,625 = 5375

Er zijn 5375 plaatsen bezet 

Rekenen met procenten

Verhoudingstabel:

Of met de factor:

×0,08

Een armband kost €15,00, je krijgt 40% korting, hoeveel moet je betalen?

Een armband kost €15,00, je krijgt 40% korting, hoeveel moet je betalen?

je houdt 60% over, de vermenigvuldigingsfactor is 0,60

0,60x15=9

je moet €9,00 betalen

Een zwemkaart kostte €35,00, de prijs wordt met 8% verhoogd, hoeveel moet je betalen?

Een zwemkaart kostte €35,00, de prijs wordt met 8% verhoogd, hoeveel moet je betalen?

De prijs wordt (100+8) 108%, de vermenigvuldigingsfactor is 1,08

1,08x35=37,8

je moet €37,80 betalen

Samengevat voor 1.1 en 1.2

Vermenigingsvuldigingsfactor (groeifactor)

Vermenigingsvuldigingsfactor = percentage : 100%

Samengevat voor 1.3 

Voorbeelden

Groeifactor

Nieuw

Oud

Groeifactor=​oud​​nieuw​​

Nieuw=groeifactor×oud

Oud=​groeifactor​​nieuw​​

Aan de slag

Op Bettermarks maak je 1.1 tot en met 1.3