5v 29-05-2020

5VWO
Le 29 mai
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5VWO
Le 29 mai

Slide 1 - Diapositive

SE Literatuur
Wat te leren/lezen:
  • het boek La Peste van Albert Camus
  • Hoofdstuk 8 uit het Grandes Lignes Littérature katern
  • De lessen uit de Literatuur lessenreeks (huiswerk)
  • Slides tijdens de lessen

--> Alles wordt voor jullie verzameld in een overzichtelijke Padlet, net als bij de toets Spreekvaardigheid (zie voorbeeld).

Slide 2 - Diapositive

Vandaag:
Jean-Paul Sartre &
het existentialisme

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Opfrisser
Na WWII:
Hoe kunnen we weer vertrouwen vinden in de mens?
Wat is de betekenis van een wereld waarin zoveel ellende heeft kunnen plaatsvinden? 

--> Nieuwe rol voor de mens, ontstaan van het existentialisme

Slide 5 - Diapositive

Absurdisme

- o.a. Albert Camus

Het leven heeft geen betekenis uit een externe bron.

Oplossing:
Accepteren dat het leven nu eenmaal absurd is: leef nu & vol overgave, eigen keuzes
Existentialisme

- o.a. Jean-Paul Sartre

Het leven heeft geen betekenis uit een externe bron.

Oplossing: Zelf betekenis geven aan het leven. Je hebt hierbij de verantwoordelijkheid om de juiste daden uit te voeren. 

Slide 6 - Diapositive

Wat is het existentialisme?
Dit bekijken we aan de hand van quotes van Sartre

Slide 7 - Diapositive

Jean-Paul Sartre

Frans auteur, toneelschrijver, filosoof en politicus

Bekendste figuur in het Franse existentialisme

o.a. La Nausée, L'Être et le Néant

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Jean-Paul Sartre, quote 1
"L'existence précède l'essence"
(De existentie gaat vooraf aan de essentie)

Slide 10 - Diapositive

Essentie
Plato:
alles, inclusief de mens, heeft een essentie =
een groep kerneigenschappen die noodzakelijk zijn voor het ding om te zijn wat het is

Bijvoorbeeld: 
een fiets(je) kan van hout, staal of aluminium zijn (geen essentie), het kan fietstassen, een kinderzitje of mandje hebben (geen essentie), het kan een mountainbike of een omafiets zien (geen essentie) maar het moet altijd wielen hebben (essentie)

Zonder de essentie is het ding niet meer "wat het is"

Slide 11 - Diapositive

Essentie
Essentialisme was de standaardgedachte tot ver in de 19e eeuw:

Het idee bij essentialisme is dat mensen ook een essentie hebben, enkele fundamentele eigenschappen die je een doel geven in het leven.  De essentie heb je al in je vóór je geboren wordt.

Niet alleen religie of spiritualiteit, ook zaken als DNA zouden je acties in het leven al kunnen bepalen/beïnvloeden voordat je überhaupt geboren bent.

Slide 12 - Diapositive

Existentialisme
Sartre zegt:
Het is juist andersom, existentie (het bestaan) gaat vooraf aan de essentie.
L'existence précède l'essence.

Je wordt geboren (existentie), en daarna pas geef je betekenis aan je leven (essentie).

Er is geen vooropgesteld doel.

NB: existentialisme =/= atheïsme

Slide 13 - Diapositive

En nu?
Volgens het existentialisme heeft het leven dus geen vooropgesteld doel. Wat te doen met die betekenisloosheid?

Slide 14 - Diapositive

Een duizelingwekkende vrijheid
Zonder vooropgezet doel, is de mens teruggeworpen op zichzelf en "gedoemd tot de vrijheid". 

De mens kan zich voor zijn daden niet langer
verschuilen achter instanties of waarden. De ultieme
vrijheid betekent dan ook volledige verantwoordelijk-
heid
voor je daden:
je moet je eigen morele code ontwerpen.

Slide 15 - Diapositive

Jean-Paul Sartre, quote 2
"L'existentialisme est un humanisme"
(Het existentialisme is een humanisme)

Slide 16 - Diapositive

Een duizelingwekkende vrijheid
Hieruit volgt: 

L'humanisme est un humanisme.

De mens staat centraal: het zijn alleen zijn daden die
tellen ("Nos actes seuls nous jugent").
Dus geen religie, geen psychoanalyse, alleen 
je daden bepalen of je goed leeft.

Slide 17 - Diapositive

Wat zijn dan de juiste daden?
Je kunt je daden niet afleiden uit een autoriteit (ouders, docenten, geestelijken, regeringsleiders), want dat zijn ook maar mensen zoals jij, en zij moesten er ook zelf achter komen hoe ze goed konden leven.

Wat dan wel volgens Sartre: "authentiek leven".
Hoe doe je dat?

Slide 18 - Diapositive

Wat is juist?
Voorbeeld van Sartre: 

Een jonge man twijfelt tussen twee "goede daden".

1) Vechten in de oorlog
2) Thuisblijven om voor zijn zieke moeder te zorgen.

Wat is de juiste keuze?

Slide 19 - Diapositive

Wat is juist?




Het antwoord krijg je volgende week!

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk 
Volgende week donderdag:
- Lezen: La Peste deel V
- Littérature katern / Chapitre 8 / Deel B (blz. 102-104) = klein informatieblokje lezen + opdr. 7 maken

Slide 21 - Diapositive