Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Het bewegingsapparaat
Slide 1 - Diapositive
Het bewegingsapparaat =
Het bewegingsapparaat bestaat uit botten, gewrichten, spieren, pezen en zenuwen. Deze onderdelen zorgen ervoor dat een beweging gemaakt kan worden.
Is dus heel veel en complex!
Deze les bevat een paar onderdelen...
Slide 2 - Diapositive
1ste vraag:
Wat doe je als verpleegkundige allemaal als iemand een aandoening heeft aan het bewegeningsstelsel?
Hier is geen kant en klaar antwoord op omdat het zoveel omvattend is.
Slide 3 - Diapositive
2e vraag:
Welke onderdelen van het bewegingsstelsel zijn het belangrijkste?
Wat denken jullie zelf? Is hier een antwoord op te geven?
Slide 4 - Diapositive
3e vraag:
Wat is het verschil tussen een verzwikking , kneuzing en ontwrichting?
Slide 5 - Diapositive
verstuiking/ verzwikking:
Verstuiking (verzwikken) komt alleen voor bij gewrichten. Bij een verstuiking zijn de banden om je gewrichten verrekt of gescheurd. Hierdoor worden weefsels en banden opgerekt en beschadigd. Het bot raakt niet beschadigd.
Door onverwachte verkeerde beweging.
Slide 6 - Diapositive
kneuzing
Een kneuzing komt door een botsing van een hard voorwerp en een lichaamsdeel.
Kneuzingen zijn beschadigingen aan het weefsel tussen de toplaag (opperhuid) van de huid en de botten.
Slide 7 - Diapositive
Ontwrichting:
Bij een ontwrichting schiet de kop van een bot uit de kom.
Slide 8 - Diapositive
4e vraag:
waarom breekt de ene eerder een bot dan de ander?
Daarom moet je het bot snappen!
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Waardoor kan een bot breken?
Slide 11 - Carte mentale
Soorten breuken.
Greenstick, vaak bij kinderen. (=twijgbreuk). Bot kan nog redelijk meebuigen.
Hoe ouder, hoe brozer.
Hoe dan?
Slide 12 - Diapositive
Ouder worden
Door de veroudering wordt bot nauwelijks of niet vernieuwd door de cellen van het bot.
Door osteoporose = botontkalking.
Bij het ouder worden neemt de hoeveelheid kalk in de botten af. De botten worden hierdoor poreuzer en breken gemakkelijk.
Slide 13 - Diapositive
5e vraag: 2 soorten botweefsels.
Botweefsel komt in twee vormen in de botten voor:
1. Compact bot dat de buitenzijde van de botten vormt.
2. Spongieus bot dat we binnen in de botten aantreffen.
Slide 14 - Diapositive
Compact bot = De buitenlaag van je botten. Dat is een hard materiaal en bestaat uit een soort bindweefsel dat heel erg dicht is gebonden.
Spongius bot = kleine botbalkjes die met elkaar verbonden zijn hiertussen: beenmerg
Slide 15 - Diapositive
6e vraag: soorten gewrichten
Slide 16 - Diapositive
7e vraag: vetembolie
Vetembolie is een aandoening waarbij kleine stukjes vetweefsel in het bloed terechtkomen en vastlopen in bloedvaatjes. De bloedvaatjes waar de vetdeeltjes in vastlopen raken hierdoor verstopt.
Een vetembolie kan ontstaan als complicatie bij breuken van het boven- of onderbeen.
Slide 17 - Diapositive
Geel beenmerg is vettig.
Als je bot breekt, kan dit vrijkomen en in de bloedbaan terecht komen.
Pijpbeenderen bevatten meestal geel beenmerg. De slanke beenderen.
Slide 18 - Diapositive
8ste vraag: contracturen
Wanneer een gewricht langdurig in een bepaalde stand blijft staan, kan er een verkorting van de spieren en pezen ontstaan. Hierdoor kan een gewricht in een dwangstand komen, dit heet een contractuur.
Let op: bed complicatie!!
Slide 19 - Diapositive
9e vraag: hallus valgus
Slide 20 - Diapositive
Behandeling:
Spalkje
Oefeningen
Operatie: gebeurt door het doorzagen en rechtzetten van de middenvoetsbeentje