les 11: platentektoniek toegepast op MZ-gebied

Platentektoniek in het MZ-gebied
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Platentektoniek in het MZ-gebied

Slide 1 - Diapositive

divergentie - mid-oceanische rug
convergentie - subductie
convergentie - plooiingsgebergte
transforme plaatgrens

Slide 2 - Diapositive

In welke situatie zal subductie plaatsvinden?
A
botsing van 2 continentale korsten
B
divergentie 2 oceanische korsten
C
botsing continentaal - oceanisch
D
botsing oceanisch - oceanisch

Slide 3 - Quiz

Wat is typisch bij subductie?
A
zware aardbevingen
B
explosief vulkanisme
C
ontstaan basalt gesteente
D
effusief vulkanisme

Slide 4 - Quiz

Wanneer ontstaat er een plooiingsgebergte?
A
Bij subductie
B
Bij mid-oceanische ruggen
C
Bij convergentie van 2 continenten
D
Bij divergentie van 2 continenten

Slide 5 - Quiz

Welke combinatie van eigenschappen van magma horen bij explosief vulkanisme?
A
vloeibaar zonder gasbellen
B
stroperig met gasbellen
C
vloeibaar met gasbellen
D
stroperig met gasbellen

Slide 6 - Quiz

In het MZ-gebied zijn verschillende plaatgrenzen
Inzoomen nodig voor details

We gaan inzoomen naar continentaal schaalniveau

(meerdere landen)

Slide 7 - Diapositive

Platentektoniek MZ-gebied - continentaal

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Als 2 continentale platen botsen ontstaat er een plooiingsgebergte

Slide 10 - Diapositive

Tijdens de Alpine plooiingsfase ontstonden o.a. de Alpen
65 miljoen jaar geleden
300 miljoen jaar geleden

Instellingen
400 miljoen jaar geleden

Instellingen

Slide 11 - Diapositive

Jong gebergte
Oud gebergte
Wat zijn de kenmerken van een jong gebergte als je die vergelijkt met een oud gebergte?

Slide 12 - Diapositive

Kenmerken jong gebergte

Slide 13 - Carte mentale

De gebergten ontstaan tijdens de Alpine plooiing zijn een jong gebergte van 'maar' 65 miljoen jaar oud.
Het weer heeft nog maar weinig tijd gehad om stukken steen af te breken.

Er heeft weinig erosie en verwering plaatsgevonden.

Dus nog steile hellingen + scherpe toppen

Slide 14 - Diapositive

Dus bij botsing van 2 continentale korsten krijg je een plooiingsgebergte zoals de Alpen.

Slide 15 - Diapositive

plooiingsgebergte
plooiingsgebergte
plooiingsgebergte
Vulkanisme komt voor bij de subductiezones. 

Slide 16 - Diapositive

subductiezone
De onderduikende plaat is een stuk oceanische korst.
Smeltende korst
Als de korst diep genoeg in de mantel is smelt de korst.

Er zijn zeesedimenten (zand/schelpen) mee gekomen die zorgen voor gasbellen in het magma.
opstijgend magma
Het gesmolten magma stijgt op.
Dit magma is taai/stroperig en heeft gasbellen. Hierdoor verloopt een eruptie explosief.
stratovulkaan
Door de stroperige taaie magma met gasbellen is de uitbarsting explosief. 
Het magma kan niet ver weg stromen dus de vulkaan bouwt zich in de hoogte op: steile helling is typisch.

Slide 17 - Diapositive

Explosieve eruptie bij stratovulkaan + caldera.

Vaak slachtoffers door:
- pyroclastische stroom
(hete giftige gaswolk langs helling naar beneden)

- lahars
(modderstromen, ontstaan door smeltwater/neerslag vermengd met het as uit de aswolk)

Slide 18 - Diapositive

Een stratovulkaan kan veranderen in een caldera op 2 manieren

  1. bij een zeer explosieve eruptie blaast de vulkaan zichzelf op
  2. bij een lege magmakamer stort de vulkaan in.
Pompei - veel slachtoffers door pyroclastische stroom

Slide 19 - Diapositive

de randen van de caldera
nieuwe stratovulkaan in caldera
als de magmakamer zich opnieuw vult en er weer een eruptie plaatsvindt kan er in de krater van de caldera weer een nieuwe stratovulkaan vormen.

Slide 20 - Diapositive

plooiingsgebergte
Convergentie van 2 continenten. Zware aardbevingen mogelijk.
plooiingsgebergte
Convergentie van 2 continenten. Zware aardbevingen mogelijk.
plooiingsgebergte
Convergentie van 2 continenten. Zware aardbevingen mogelijk.
Vulkanisme komt voor bij de subductiezones. 
subductie
stratovulkanen, caldera's, troggen.
Zware aardbevingen mogelijk.
subductie
stratovulkanen, caldera's, troggen.
Zware aardbevingen mogelijk.
subductie
Stratovulkanen, caldera's, troggen.
Zware aardbevingen mogelijk.

Slide 21 - Diapositive

Zware aardbevingen komen ook in het gebied voor bij:
Plooiingsgebergten, subductie en transforme plaatgrenzen.
Hoe ontstaat een aardbeving:
  1. ene plaat schuift langs de andere plaat
  2. de druk bouwt zich op
  3. de plaat schiet weg, voelbare trilling = aardbeving
Richter: 1 stapje hoger = 10x zwaarder

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

plooiingsgebergte
Convergentie van 2 continenten. Zware aardbevingen mogelijk.
plooiingsgebergte
Convergentie van 2 continenten. Zware aardbevingen mogelijk.
plooiingsgebergte
Convergentie van 2 continenten. Zware aardbevingen mogelijk.
Vulkanisme komt voor bij de subductiezones. 
subductie
stratovulkanen, caldera's, troggen.
Zware aardbevingen mogelijk.
subductie
stratovulkanen, caldera's, troggen.
Zware aardbevingen mogelijk.
subductie
Stratovulkanen, caldera's, troggen.
Zware aardbevingen mogelijk.
transform
Zware aardbevingen mogelijk.
transform
Zware aardbevingen mogelijk.

Slide 24 - Diapositive

let op!
Niet alle onderdelen van platentektoniek zijn hier herhaald.

In deze les is bijvoorbeeld niet ingegaan op de vorming van mid-oceanische ruggen want die zijn niet in het MZ-gebied.

Slide 25 - Diapositive