Bij binnenkomst Stap 1: Mobiel in de telefoontas bij het juiste nummer. Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 72 en open je schrift voor een aantekening.
timer
1:30
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom!
Bij binnenkomst Stap 1: Mobiel in de telefoontas bij het juiste nummer. Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 72 en open je schrift voor een aantekening.
timer
1:30
Slide 1 - Diapositive
Dit gaan we doen deze les
Uitleg eerste deel par. 3.1
Geldfunctie opdracht
Zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
In deze les leer je
Het verschil tussen directe en indirecte ruil
Het verschil tussen chartaal en giraal geld
Het herkennen van de drie verschillende geldfuncties
Slide 3 - Diapositive
Ruilen
Indirecte ruil: goederen of diensten ruilen met een ruilmiddel (zoals geld).
Directe ruil: je ruilt een product tegen een ander product.
Slide 4 - Diapositive
Soorten geld
1. Chartaal geld
Alleen de munten en bankbiljetten die de mensen in hun portemonnee, thuis of in de kassa hebben (en niet wat de banken in hun kluis hebben).
Slide 5 - Diapositive
Soorten geld
2. Giraal geld
Giraal geld staat op de betaalrekening.
Slide 6 - Diapositive
Betalen met giraal geld
Je betaalt ermee door geld over te maken of te pinnen. Als je geld opneemt bij de geldautomaat, neemt de hoeveelheid giraal geld af en de hoeveelheid chartaal geld toe.
Winkeliers hebben graag dat je giraal betaalt. Ze hoeven het geld dan niet na te tellen of te wisselen voor kleingeld. Ook neemt de kans op overvallen af als er minder contant geld in kas is.
Slide 7 - Diapositive
Geldfuncties
In de economie is geld het belangrijkste ruilmiddel.
Geld is een gemakkelijk ruilmiddel: je kunt het goed bewaren en het is op te delen in kleine bedragen.
Geld heeft drie functies:
Ruilmiddel: met geld kun je iets kopen.
Rekenmiddel: met geld stel je vast hoeveel iets waard is.
Spaarmiddel: met geld kun je sparen voor iets wat je later wilt kopen.
Slide 8 - Diapositive
Zelfstandig werken
Stap 1: Maak de opdracht "Geldfuncties".
Stap 2: Maak opgave 1 t/m 9 van par. 3.1 op blz. 72-73
timer
3:00
Slide 9 - Diapositive
Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 1 t/m 9 van par. 3.1 op blz. 72-75
Stap 2: Maak opgave 10 t/m 15 van par. 3.1 op blz. 74-75
timer
10:00
Slide 10 - Diapositive
Welkom!
Bij binnenkomst Stap 1: Mobiel in de telefoontas bij het juiste nummer. Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 72 en open je schrift voor een aantekening.
timer
1:30
Slide 11 - Diapositive
Dit gaan we doen deze les
Uitleg tweede deel par. 3.1
Geldfunctie opdracht
Zelfstandig werken
Slide 12 - Diapositive
In deze les leer je
Hoe een creditcard in zijn werking gaat
Hoe je een rekeningafschrift kan aflezen
Slide 13 - Diapositive
Creditsaldo
'In de plus'
Positief saldo
Debetsaldo
'In de min'
Negatief saldo
Rood staan
Rekeningafschrift
Slide 14 - Diapositive
Rekeningafschrift
Je saldo bereken je als volgt:
Vorig saldo
Ontvangen +
Betaald -
________________________________
Nieuw saldo
Slide 15 - Diapositive
Rekeningafschrift
Je saldo bereken je als volgt:
Vorig saldo € 58
Ontvangen € 45 +
Betaald € 60 -
_________________________________
Nieuw saldo
Slide 16 - Diapositive
Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 1 t/m 9 van par. 3.1 op blz. 72-75
Stap 2: Maak opgave 10 t/m 15 van par. 3.1 op blz. 74-75
Stap 3: Maak de oefenopgaven op blz 90
timer
6:00
Slide 17 - Diapositive
Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 1 t/m 9 van par. 3.1 op blz. 72-75
Stap 2: Maak opgave 10 t/m 15 van par. 3.1 op blz. 74-75
timer
5:00
Slide 18 - Diapositive
Herhalen
Wat is het verschil tussen chartaal en giraal geld?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.