H5- T11 bs 1 : Het bloed

Vandaag 
leerdoelen bs 1 bloed
Lezen basisstof 1 
uitleg bs 1 
Maken bs 1 
afsluiten 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag 
leerdoelen bs 1 bloed
Lezen basisstof 1 
uitleg bs 1 
Maken bs 1 
afsluiten 

Slide 1 - Diapositive

De longslagader bevat
A
zuurstofarm bloed
B
zuurstofrijk bloed

Slide 2 - Quiz

Het bloed in slagaders van de grote bloedsomloop is altijd zuurstof rijk, en in de aders zuurstof arm.

Bij de kleine bloedsomloop is dit precies andersom
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat laat een ECG zien?
A
Maakt een grafiek van de elektrische activiteit van de hersenen
B
Brengt de bewegingen van het hart in beeld
C
laat alleen de hartslag zien
D
Maakt een grafiek van de elektrische activiteit van het hart

Slide 4 - Quiz

Er is een bundeltje cellen die het samentrekken van het hart veroorzaken. Hoe heet dit bundeltje?
A
sinusknoop
B
ECG
C
Av-knoop
D
sinusknop

Slide 5 - Quiz

Uit hoeveel cellagen bestaat een haarvat?
A
1
B
2
C
veel meer
D
heel veel meer

Slide 6 - Quiz

welk deel het ECG geeft het samentrekken van de kamers weer?
A
P
B
QRS
C
T
D
ST

Slide 7 - Quiz

In de afbeelding zijn met de letter S bepaalde kleppen in het hart aangegeven.
Hoe heten deze kleppen?
A
Aderkleppen
B
Halve maanvormige kleppen
C
Hartkleppen
D
Tussenkleppen

Slide 8 - Quiz

Waarvoor dienen de kleppen in een ader?
A
Ze zorgen voor een goede doorbloeding
B
Ze zorgen voor afsluiten van andere bloedvaten
C
Ze zorgen voor 1 richtingsverkeer
D
Ze zorgen voor dikke benen

Slide 9 - Quiz

Hoe noemen we deze bloedvaten?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 10 - Quiz

Bloed
Leerdoelen:
  • Je kunt de bestanddelen van het bloed benoemen
  • Je kunt de functie van de bestanddelen van het bloed uitleggen 
  • je kunt het proces van bloedstolling beschrijven en verklaren

Slide 11 - Diapositive

Lezen 
basisstof 1 Het bloed blz 10 t/m 15
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Hoe ontstaat bloed?

stamcellen uit beenmerg 
worden:
-rode bloedcellen
- witte bloedcellen
-bloedplaatjes

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Rode bloedcellen
Geen celkern

Kleine ronde, platte schijfjes --> passen in kleinste bloedvaten 

Functie: vervoeren van zuurstof in het bloed
Hemoglobine = rood van kleur en bevat ijzer om zuurstof te binden

per mm3 --> 5 miljoen rode bloedcellen

Slide 17 - Diapositive

Rode beenmerg
Het rode beenmerg is de plek waar alle bloedcellen worden gemaakt. 
Bloedcellen verslijten al na een paar maanden. 
Dus er moet elke weer nieuwe cellen worden gemaakt. 

Slide 18 - Diapositive

EPO
- Wat voor soort molecuul is EPO?
- Waar wordt EPO  geproduceerd?
- Wat is het doelwitorgaan?
- Wat is de functie van EPO?
- Wat is bloeddoping precies?

Slide 19 - Diapositive

Negatieve terugkoppeling



Tekort aan zuurstof in bloed
Nieren produceren meer EPO
Rode Beenmerg produceert hierdoor meer rode bloedcellen
Veel rode bloedcellen vervoeren zuurstof
Te veel aan zuurstof in bloed
Nieren produceren minder EPO
Rode Beenmerg produceert hierdoor minder rode bloedcellen

Tekort aan zuurstof in bloed --> etc.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Doen 
maken opdrachten basisstof 1 Bloed
1 t/m 4
timer
8:00

Slide 22 - Diapositive

Witte bloedcellen
Wel een celkern
Geen vaste vorm --> kunnen uit een bloedvat treden

Functie: Afweer tegen lichaamsvreemde cellen/stoffen

Pus --> veel dode witte bloedcellen
per mm3 --> 5000-7000 witte bloedcellen

Slide 23 - Diapositive

Bloedplaatjes
Kleine stukjes van cellen

Functie: spelen een rol bij de bloedstolling 
(bv. als een bloedvat beschadigd raakt)

Trombose = het stollen van bloed in een bloedvat (bloedpropje kan los schieten)
per mm3 --> 300.000 bloedplaatjes

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Maken opdrachten 
5 t/m 10

Slide 27 - Diapositive

3

Slide 28 - Vidéo

afsluiten 

Slide 29 - Diapositive

Zij bevatten hemoglobine
A
Bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen
D
Bloedplaatjes

Slide 30 - Quiz

Hoeveel pakken melk (1L) bloed zit er ongeveer in je lichaam.
A
B
C

Slide 31 - Quiz

Welke bloedcellen hebben geen celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
rode bloedcellen en bloedplaatjes
D
witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 32 - Quiz

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof in zijn bloed
B
Voedingsstoffen in zijn bloed
C
Hemoglobine in zijn bloed
D
Bloed

Slide 33 - Quiz

Bloedplasma
Bloedplaatje
Witte bloedcel
Rode bloedcel

Slide 34 - Question de remorquage

huiswerk: 
werk wat niet af is 

Slide 35 - Diapositive

..... is het hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert, ...... is het eiwit wat meehelpt in de bloedstolling.
A
EPO - Hemoglobine
B
Fibrinogeen - Ijzeratomen
C
Rode beenmerg - EPO
D
EPO - Fibrinogeen

Slide 36 - Quiz