Leesvaardigheid V5

• `nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Samen lezen tekst Prooi

Wat betekent het woord 'implicatie' (regel 33)?

Vergelijk het schrijfdoel van alinea 2 met dat van alinea 3. Eén volledige zin van maximaal 20 woorden.

Welke verbanden geven de volgende signaalwoorden uit alinea 4 aan?
1. als (regel 11)
2. omdat (regel 12 en 13)

‘Maar ook een stuk minder gezellig.’ (regel 17) Leg uit wat de schrijver bedoelt met deze uitspraak die aansluit bij alinea 4. Gebruik niet meer dan 25 woorden.

Formuleer de conclusie die alinea 5 bevat, in één volledige zin van maximaal 20 woorden.

‘De vissticks … lijken klein bier.’ (regel 22) Wat wordt bedoeld met deze uitdrukking?
Uit welke alinea kun je de betekenis eenvoudig afleiden?

‘Nog boeiender …’ (regel 33)
Welk verband geven deze woorden aan?

Op welke manier is alinea 10 met de voorafgaande alinea verbonden?

‘De natte en de opgestoken vinger … te onderscheiden.’ (regel 47) Citeer een zin uit alinea 13 waarin deze beeldspraak wordt verduidelijkt.

Welke twee tekststructuren herken je in de tekst 'Prooi'

1. Bewering-en-argumentstructuur
2. Probleem-en-oplossingstructuur
3. Verschijnsel-en-besprekingstructuur
4. Voordelen-en-nadelenstructuur

Wat is het belangrijkste schrijfdoel?
Motiveer je keuze. Ga daarbij in op het onderwerp van de tekst.

Willen jullie dit nog een keer op deze manier doen?

😒🙁😐🙂😃