Week 4

Herzlich Wilkommen M2A

Du brauchst:
- Kugelschreiber (pen) 
- Buch A

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon is in je kluis. Laptop in de tas.
Tas zet je op het rek!


1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herzlich Wilkommen M2A

Du brauchst:
- Kugelschreiber (pen) 
- Buch A

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon is in je kluis. Laptop in de tas.
Tas zet je op het rek!


Slide 1 - Diapositive

Aussprache (Lektion 1.2)
ä                           z
ö                           s
ü                            
u
a
o
ß

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Mo vorbereiten
1. Zoek je spreekpartner op
2. Werk je gesprek uit in Word
3. Oefen je gesprekje 
-> Hoe spreek je het uit
-> Maak een spiekbriefje in het Nederlands

Gebruik de Powerpoint-opdracht in Teams-kanaal Duits!
timer
15:00

Slide 7 - Diapositive

Wörter lernen: 
10 Minuten lernen, danach testen!

Lektion 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5

Hausaufgaben kontrolieren 
--> 6, 7, 9, 10, 12 (Lek. 1.4)
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Sprechen carrousel
Stap 1: Leerling A stelt een vraag aan leerling B. Leerling B ook aan A. 
Stap 2:  Wissel daarna de vragen om (je hebt nu een andere vraag!)
Stap 3:  Leerling A altijd blijft zitten. Leerling B gaat één plek naar voren. 
Herhaal dit leerling B weer op z'n eigen plekkie zit! :-)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

So machen
Zeit: 20 Minuten
Vergeet je hoofdletters niet te onderstrepen?

Fertig? 
Aufgabe 2 + 5 (Lektion 1.5)


timer
9:00

Slide 17 - Diapositive

Machen: 
Aufgabe 1 + 2 
Lektion 1.2, S. 16

Fertig?
Aufgabe 1 + 2
Lektion 1.3, S. 22
timer
15:00

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Diese Stunde:

  • Testen: Wörter 1.1 + 1.2 + 1.3
  • Wiederholung Grammatik A, B, C
  • Machen: Test jezelf 1.1, 1.2, 1.3

Slide 20 - Diapositive

So am 13. September
- Wörter Lektion 1.1
- Wörter Lektion 1.2
- Wörter Lektion 1.3

- Grammatik A, B, C 

Slide 21 - Diapositive

timer
1:00
(F)esttenten
+e
+st
+ t
+ t
+ en
+ en
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 22 - Question de remorquage

Wie heiß... du? Welke uitgang moet er op de stippellijn?

Slide 23 - Question ouverte

Welke 3 betekenissen heeft 'sie'?
A
hij, zij, zij (mv)
B
het, zij, zij (mv)
C
u, zij, wij
D
u, zij, zij (mv)

Slide 24 - Quiz

meine mutter heißt maria. Welke woorden schrijf je met hoofdletter?
A
Meine, Mutter, Maria
B
alleen Mutter
C
Meine, Mutter
D
Mutter, Maria

Slide 25 - Quiz

17
Vertaal naar het Duits

Slide 26 - Question ouverte

Machen: 
Test jezelf
1.1
1.2
1.3

timer
15:00

Slide 27 - Diapositive

Herzlich Wilkommen M2A

Du brauchst:
- Kugelschreiber (pen) 
- Buch A, Laptop

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon zit in je tas!
Tas zet je op het rek!


Slide 28 - Diapositive

Diese Stunde:

  • Testen: Wörter 1.1 + 1.2 + 1.3
  • Wiederholung Grammatik A, B, C
  • Machen: Test jezelf 1.1, 1.2, 1.3

Slide 29 - Diapositive

So am 13. September
- Wörter Lektion 1.1
- Wörter Lektion 1.2
- Wörter Lektion 1.3

- Grammatik A, B, C 

Slide 30 - Diapositive

Herzlich Wilkommen M2A

Du brauchst:
- Kugelschreiber (pen) 
- Markeerstift
- leesboek, ander vak (boek),
Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon zit in je tas!
Tas zet je op het rek!


Slide 31 - Diapositive

Diese Stunde:

  • Wiederholung Grammatik B (zwakke werkwoord)
  • Machen/lernen: Test jezelf 1.1, 1.2, 1.3

Slide 32 - Diapositive

So am 13. September
- Wörter Lektion 1.1
- Wörter Lektion 1.2
- Wörter Lektion 1.3

- Grammatik A, B, C 

Slide 33 - Diapositive

Vervoeging zwak werkwoord in de tegenwoordige tijd
machen
ich mache
du machst
er/sie/es macht
wir machen
ihr macht
sie/Sie machen
Ezelsbruggetje:
feesttenten

Slide 34 - Diapositive

Bezonderheden
stam eindigt op sis-klank (s, ss, z, ß)
du --> uitgang alleen -t
heißen -> du heißt
beißen -> du beißt (bijten)
tanzen -> du tanz
reisen -> du reist

Slide 35 - Diapositive

Schrijf de stam van het werkwoord 'kaufen' op?

Slide 36 - Question ouverte

Bij welke persoon krijg je -st als uitgang achter de stam van het werkwoord?
A
ich
B
er, sie, es
C
du
D
ihr

Slide 37 - Quiz

Schrijf de stam van het werkwoord 'wohnen' op?

Slide 38 - Question ouverte

Welke twee vervoegingsvormen hebben het hele werkwoord?
A
er/sie/es + wir
B
ich + wir
C
er/sie/es + ihr
D
wir + sie/Sie

Slide 39 - Quiz

(leben) Peter ………… in Köln.
A
lebe
B
leben
C
lebst
D
lebt

Slide 40 - Quiz

Der Bruder (spielen)... Fußball.

A
spiele
B
spielen
C
spielt
D
spielst

Slide 41 - Quiz

Du (tanzen)... in der Disko.

A
tanst
B
tanze
C
tanzst
D
tanzt

Slide 42 - Quiz

Heb je de stof begrepen?
A
helemaal
B
een beetje
C
niet

Slide 43 - Quiz

Machen/lernen 
Test jezelf
1.1
1.2
1.3
Fertig?
Dan mag je leren voor je SO!
Wir arbeiten in der Stille!

timer
15:00

Slide 44 - Diapositive

Ga naar de Kahoot website en log in!

Slide 45 - Diapositive

SO 
1. Schrijf je naam op, ook achternaam!
2. Tijd: 15 minuten
3. Vergeet je hoofdletters niet te onderstrepen!
4. Klaar? -> ander boek, vak
GEEN laptop, telefoon!
timer
15:00

Slide 46 - Diapositive