Spelling 3F (Taalblokken 3)

Spelling 3F (Taalblokken)
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Spelling 3F (Taalblokken)

Slide 1 - Diapositive

Spelling 3F
  • Trema
  • Koppelteken
  • Weglatingsstreepje
  • Samenstellingen 

Slide 2 - Diapositive

Welk themavind je het lastigst bij het onderdeel Spelling?

Slide 3 - Question ouverte

Trema
ë ö ï ü ä 

Slide 4 - Diapositive

Wat is een trema?

Een trema zijn twee puntjes op een klinker bedoeld om duidelijk te maken hoe je een woord uitspreekt. 

DUS: alleen als de uitspraak zonder trema anders is!

Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden trema:
  • Azië
  • patiënt
  • poëzie

Slide 6 - Diapositive

Trema
Een trema geeft dus aan dat er een nieuwe lettergreep begint:
geëist, beïnvloed, poëzie, zeeën, coördinatie, financiën,
kopiëren, egoïsme, geïnspireerd geëerd, knieën, zeeën 

In cijfers en getallen gebruik je een trema.
tweeënvijftig, drieëntachtig


Slide 7 - Diapositive

Wanneer geen trema?
  • Als er geen letterverwarring mogelijk is, zet je geen trema; financieel - gekopieerd
  • Woorden met een dubbele: afvloeiing, voltooiing
  • Voor de uitgangen -eum, -eus en -ien: opticien, museum
  • Woorden uit een andere taal

Slide 8 - Diapositive

Wel of geen trema?
A
gekopïeerd
B
gekopieerd

Slide 9 - Quiz

coordinatie 

officieel 
officiele 
poezie
patient
mecanicien 
museum
dieet
Met trema
Zonder trema

Slide 10 - Question de remorquage

Trema gebruik samengevat
Wél een trema bij:
  • Verkeerde uitspraak, trema op klinker nieuwe lettergreep. 
  • Samengestelde telwoorden.

Slide 11 - Diapositive

Trema gebruik samengevat
 Geen trema bij:
  • Als je het niet verkeerd uit kan spreken.
  • Klinkerbotsing door samenstelling; na-apen
  • Bij bepaalde uitgangen zoals -ien, -ienne en -eum 
  • Bij de dubbele -ii (glooiing) 
  • Geen trema bij leenwoorden (uit een andere taal)

Slide 12 - Diapositive

Extra uitleg trema 
bij meervoud

Slide 13 - Diapositive

Trema bij meervoud
Wanneer een woord in enkelvoud al eindigt op -ee:
-en toevoegen en een trema op de laatste e

zee- zeeën
twee- tweeën

Slide 14 - Diapositive

Wel of geen extra -e?
Valt de klemtoon op de laatste lettergreep?
JA? --> extra -e + trema op de laatste -e                                              
NEE? --> trema op de -e die er al staat
stra-te-gie - strategieën 
o-lie - oliën
fan-ta-sie - fantasieën
po-rie - poriën

Slide 15 - Diapositive

Koppelteken
-

Slide 16 - Diapositive

Koppelteken        -
Koppelteken: -
In samenstellingen die verkeerd gelezen kunnen worden door een klinkerbotsing, plaatsen we een koppelteken:

stage + uren       =    stage-uren
radio + omroep =    radio-omroep
na + apen            =    na-apen

Slide 17 - Diapositive

Waarbij gebruik je nog meer een koppelteken?
 
Samenstellingen beginnend met.....
  • een cijfer          --> 2-jarig jubileum
  • een afkorting --> vmbo-school
  • een symbool: --> %-teken


Slide 18 - Diapositive

En ook bij...
 Bij samenstellingen van woorden met een hoofdletter:
  • anti-Duits
Een samenstelling van gelijkwaardige woorden:
  • zwart-wit
Tussen twee of meer woorden die een uitdrukking vormen:
  • kat-en-muisspel
Bij aardrijkskundige naam tussen 2 delen:
Zuid-Afrika

Slide 19 - Diapositive

Wat is de overeenkomst tussen de trema en het koppelteken (-)

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de trema en het koppelteken (-)

Slide 21 - Question ouverte

Weglatingsstreepje

Slide 22 - Diapositive

Weglatingsstreepje
Een weglatings-streepje gebruik je als vervaging om aan te geven dat je een deel van het woord weglaat

  • voor- en nadelen  --> vervangt het woord 'delen'
  • binnen- en buitenland
  • op- en aanmerkingen

Slide 23 - Diapositive

Voorwaarden weglatingsstreepje
Weglating mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen:

• dezelfde grammaticale functie hebben 
• dezelfde grammaticale vorm hebben  
• dezelfde betekenis hebben

Slide 24 - Diapositive

Samenstellingen
Wel of geen tussenletter?

Slide 25 - Diapositive

Tussenletter samenstelling







  • Samenstellingen schrijf je altijd aan elkaar, zonder spatie
  • Afhankelijk van de samenstelling zijn er meerdere opties
  1. Samenstelling zonder tussenletter(s)   bv: autoruit
  2. Een koppelteken                                              bv: auto-ongeluk
  3. Samenstelling met tussenletter(s)         bv: voorjaarsvakantie
                                                                                         bv: krentenbol

Slide 26 - Diapositive

Welke tussenletter(s)?





Je hebt 3 soorten tussenletters:
Tussenletters –en
Tussenletter –e-
Tussenletter –s-

LET OP: De keuze hiervan hangt altijd af van het 1e deel van de samenstelling

Slide 27 - Diapositive

Tussenletters -en-
  • Het eerste woord is een zelfstandig naamwoord én heeft alleen een meervoud heeft op -en

Bananendoos
Schoenenwinkel
Kippensoep



Slide 28 - Diapositive

Tussenletter -e- 
Het eerste deel van de samenstelling is een zelfstandig naamwoord en...
  • heeft meervoudsvorm -en heeft, maar heeft óók een meervoud op -es heeft. (groentesoep)
  • heeft versterkende betekenis van het 2e deel (beresterk)
  • Is uniek; er is er maar één (maneschijn)

  • Als het eerste deel géén zelfstandig naamwoord is ook een tussen -e;  (goedemorgen)


Slide 29 - Diapositive

Tussenletter -s
  1. De tussenletter s schrijf je wanneer je deze hoort!
  2. Als het tweede deel van de samenstelling begint met een s, hoor je niet of er een tussenklank -s moet staan. TIP: Vervang het tweede deel van de samenstelling door een woord dat met een andere letter begint. Dan hoor je of je een tussenklank -s moet schrijven.
  • station + straat      = stationsstraat
  • station + weg          = stationsweg

Slide 30 - Diapositive

Dit is geen samenstelling
Dit is wel een samenstelling.

 Chocolade

     Bestek

   Schatkist
 
   Schoolreis

Slide 31 - Question de remorquage

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
zonnebril
A
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord
B
Het eerste deelheeft een versterkende betekenis
C
Het eerste deel heeft een meervoud op -en én op -s
D
Het eerste deel is uniek

Slide 32 - Quiz

Kies de samenstelling met de juiste tussenletter:
voorjaar + storm
A
voorjaarsstorm
B
voorjaarstorm
C
voorjaar storm
D
voorjaar-storm

Slide 33 - Quiz

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e?
scorebord
A
Het eerste deel gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste deel heeft geen meervoud op -en
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 34 - Quiz

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e?
reuzegroot
A
Het eerste deel gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste deel heeft een meervoud op -en én op -s
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 35 - Quiz

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e?
gedachtegang
A
Het eerste deel gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste deel heeft een versterkende functie
C
Het eerste deel heeft niet alleen een meervoud op -en
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 36 - Quiz

Sleep de samenstellingen naar de juiste plaats.
Samenstelling met tussenletter -s-
Samenstelling met tussenletter  -(e)n-
Samensteling met tussenletter -e-
plant + bak
lamp + kap
maan + schijn
groente + boer
lieveling + stad
bakker + room

Slide 37 - Question de remorquage

Het eerste deel van de samenstelling is een bijvoegelijk naamwoord
Het eerste deel van de samenstelling is uniek
Je hoort de -s niet
Het eerste deel van de samenstelling heeft geen meervoud
 Het 1e deel versterkt het 2e deel
jongeman 
zonnebank
keuzestress
rijstepap 
beregoed 

Slide 38 - Question de remorquage

Aanéénschrijven of los schrijven?

Slide 39 - Diapositive

De spatie maakt het verschil

Slide 40 - Diapositive

Aaneenschrijven of los?

1. Splitswerkwoorden (scheidbaar samengestelde werkwoorden)

pianospelen, stukmaken, opgerookt

2. Combinaties van een voorzetsel met bijwoord of twee bijwoorden schrijf je aaneen

eroverheen, waardoor, daarboven

3. Samenstellingen

automonteur, vmbo-school, onderwijsassistent


Slide 41 - Diapositive

Aaneenschrijven of los?

3. Getallen van 1 tot 100 en veelvouden van 100 en 1000 schrijf je aan elkaar. Veelvouden van miljoen en miljard schrijf je los.

drieëntwintig, vijftien miljoen

4. Woorden die beginnen met er, daar, hier of waar, gevolgd door een voorzetsel, schrijf je ook altijd aan elkaar

erop, daarover, waardoor


Slide 42 - Diapositive

Aaneenschrijven of los?
Woorden betekenen aaneengeschreven iets anders dan los van elkaar:

  • Te kort (niet lang genoeg of te weinig) of tekort (een gebrek)
  • Ten slotte (tot slot, als laatste) of tenslotte (uiteindelijk, eigenlijk)
  • Langeafstandsloper (een loper die lange afstanden loopt) of lange afstandsloper (een afstandsloper die lang is)

Slide 43 - Diapositive

Aaneenschrijven of los?
Bezits-s
In het Engels gebruik je en apostrof: John’s car, maar in het Nederlands schrijf je de bezits-s eraan vast:
- Johns auto
- Jokes fiets
Uitzondering: wanneer de naam eindigt op een lange klank, bv Luna, gebruik je wel een apostrof, omdat anders de klank verandert
TIP: twijfel je, gebruik dan de van-constructie: de fiets van Joke

Slide 44 - Diapositive

Aan elkaar of los?
A
kennis maakte
B
kennismaakte

Slide 45 - Quiz

Aan elkaar of los?
'Hij rende … .'
A
daarheen
B
daar heen

Slide 46 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
driekamer appartement
B
driekamerappartement
C
drie-kamer-appartement
D
drie kamer appartement

Slide 47 - Quiz