Complete Oefentoets Criminaliteit

Herhaling H7 Criminaliteit
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H7 Criminaliteit

Slide 1 - Diapositive

Wie zit waar? 
A
B
C
D
E
Advocaat
Officier van Justitie
Getuige
Rechter
Verdachte

Slide 2 - Question de remorquage

Wat is een goede definitie voor het woord "asociaal'?
A
Voordringen bij de kassa
B
Geen rekeningen houden met anderen.
C
Antwoorden voorzeggen tijdens een toets.
D
De allerhoogste status die je kan krijgen.

Slide 3 - Quiz

Wat is een goede omschrijving van het woord criminaliteit?
A
Alle overtredingen en misdrijven samen.
B
Het is het enkelvoud van het woord crimineel.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Alles wat wij als samenleving niet goed vinden.

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar ?
Overtredingen zijn net zo erg als misdrijven.
Waar
Niet waar

Slide 5 - Question de remorquage

Wie spreekt het vonnis uit tijdens een rechtzaak?
A
Rechter
B
Advocaat
C
Officier van Justitie
D
Getuigen

Slide 6 - Quiz

Rijden onder invloed is een....
A
Overtreding
B
Strafbaar feit
C
Kunst
D
Talent

Slide 7 - Quiz

Sleep het juiste woord naar de afbeelding
Advocaat
Rechter
Officier van Justitie
Verdachte
Getuige

Slide 8 - Question de remorquage

Je bent verdacht als:
A
De rechter je een straf heeft gegeven.
B
De politie denkt dat jij iets hebt gedaan en dat onderzoekt.
C
Kranten schrijven dat jij iets hebt gedaan.
D
Je moet getuigen in de rechtzaal.

Slide 9 - Quiz

De politie mag altijd je huis doorzoeken.
Waar
Niet waar

Slide 10 - Question de remorquage

De politie mag je altijd fouilleren.
Niet waar
Waar

Slide 11 - Question de remorquage

Overtreding
Misdrijf
Je krijgt vaak een boete
Max. levenslang
Betrokkenheid officier van Justitie
Géén criminaliteit

Slide 12 - Question de remorquage


Wat is een "strafblad"?
A
Een document waarin alle straffen beschreven staan
B
Een document waarin alle misdrijven staan
C
Een document met de uitleg over welke straf je kan krijgen.
D
Een document waarin staat waarvoor iemand is veroordeelt door de rechter en welke straf hij heeft gekregen

Slide 13 - Quiz

Vanaf welke leeftijd kun je een strafblad krijgen?
A
11 Jaar
B
12 jaar
C
14 jaar
D
13 jaar

Slide 14 - Quiz

Sleep het begrip naar de beschrijving
harde aanpak van criminaliteit
lijst met misdrijven waarvoor je gestraft bent
Verslag van de politie als het onderzoek klaar is
een ernstig strafbaar feit
voorkomen van criminaliteit
strafblad
misdrijf
proces-verbaal
preventie
repressie

Slide 15 - Question de remorquage

Hoe noem je de uitspraak van een rechter?
A
Het vonnis
B
Een dagvaarding
C
Het proces-verbaal
D
Een strafblad

Slide 16 - Quiz

Welke van de onderstaande antwoorden is een overtreding?
A
Zwart rijden
B
Diefstal
C
Mishandeling
D
Inbraak

Slide 17 - Quiz

Soms veroordeelt een rechter iemand die een geestelijke afwijking heeft.

De veroordeelde krijgt dan een speciale medische behandeling in een gevangenis/kliniek.
A
TBC
B
TBV
C
TBS
D
TBH

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Wie bepaalt of iemand voor de rechter moet verschijnen?
A
Officier van Justitie
B
Advocaat
C
Politie
D
Rechter

Slide 20 - Quiz

De langste straf die je in Nederland kunt krijgen is levenslang.
NIet waar
Waar

Slide 21 - Question de remorquage

Misdrijf
Fouilleren
Arresteren
Proces-verbaal
Vervolgen
(rechtszaak)
Vonnis
Jaap (14) steelt een scooter 
Jaap wordt gezien en de politie controleert hem
Jaap moet mee naar het politiebureau
De politie rond het onderzoek af
De officier van justitie vindt het een ernstig misdrijf
De rechter geeft Jaap 3 maanden gevangenisstraf

Slide 22 - Question de remorquage

Een taakstraf is een hoofdstraf.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Bureau Halt voor jongeren tussen 12 en 18 jaar die een licht misdrijf plegen. 
Zij krijgen
wel een strafblad als zij naar Halt moeten
Waar
Niet waar

Slide 24 - Question de remorquage

Wie moet in de rechtbank een belofte afleggen om de waarheid te spreken?
A
De verdachte
B
De advocaat
C
De rechter
D
De getuige

Slide 25 - Quiz

Geldboetes krijg je meestal als....
A
de politie het te druk heeft om je mee te nemen naar het politiebureau
B
het de eerste keer is dat je wordt opgepakt.
C
het om overtreding gaat
D
je minderjarig bent.

Slide 26 - Quiz

Is fraude een vorm van criminaliteit?
Ja
Nee

Slide 27 - Question de remorquage

Martine stopt stiekem een flesje parfum in haar tas. Wat gebeurt er nu met haar?
 Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde. 
A. De politie draagt het proces-verbaal over aan de officier van justitie.
 B. Het winkelpersoneel houdt Martine aan.
 C. Martine moet mee naar het politiebureau. Daar schrijft de politie een proces-verbaal.
 D. De officier van justitie besluit te seponeren.
 E. Bij het verlaten van de winkel begint er een alarm te rinkelen.
 F. De politie arresteert Martine



Het antwoord geef je in de volgende slide! 

Slide 28 - Diapositive

Martine stopt stiekem een flesje parfum in haar tas. Wat gebeurt er nu met haar? Zet de letters van vorige dia in de juiste volgorde

Slide 29 - Question ouverte

Zet het verloop van een rechtszaak in de goede volgorde
Vonnis
Advocaat houdt toespraak
Vragen getuigen
Aanklacht
Controle persoonsgegevens
Vragen verdachte
Strafeis door OVJ
Laatste woord verdachte

Slide 30 - Question de remorquage

De 30-jarige Bert is een echte ‘draaideurcrimineel’. Na de zoveelste winkeldiefstal komt hij bij de officier van justitie en die zegt:
“Bert, ik heb het proces-verbaal goed doorgelezen en mijn besluit staat vast: jij moet voorkomen.”

Dit betekent dat Bert:

A
de officier een boete moet betalen.
B
naar de rechtbank moet.
C
naar huis mag.
D
naar Halt gestuurd wordt.

Slide 31 - Quiz

Repressie om criminaliteit te bestrijden hoort bij
A
Linkse partijen
B
Midden partijen
C
Rechtse partijen

Slide 32 - Quiz

Preventie om criminaliteit te bestrijden hoort vooral bij
A
Linkse partijen
B
Midden partijen
C
Rechtse partijen

Slide 33 - Quiz

Als een rechter een vonnis uitspreekt kan hij
A
Alleen een gevangenisstraf geven
B
Alleen een taakstraf geven
C
Alleen een geldboete geven
D
Een gevangenisstraf en/of TBS of een geldboete of een taakstraf geven

Slide 34 - Quiz

Preventie
Repressie
Voorkomen van criminaliteit
Veelvoorkomende criminaliteit
Strafrechtelijk optreden
Zware misdaad
Straatverlichting plaatsen
Sociale controle vergroten
Werkgelegenheid verbeteren
Voorlichting
Versterking justitie en politie
Meer bevoegdheden politie en justitie
Strenger straffen

Slide 35 - Question de remorquage