NT2 docenten 29-11-2022

• NT2
• HBO
• Studiejaar 1

Nederlands (NT2) voor docenten

Katarina Hrnjez

29-11-2022

A0 - A1

Docenten lessen NT2

• 6 december: Nederlands les - Elodie en Fiachra moeten zelf het huiswerk maken.
• 13 december: geen lessen i.v.m. toetsweek
• 19 december: Optimist docenten kunnen online aansluiten :)

Wat gaan we doen?

• Werkwoorden vervoegen
  
• Cijfers
• Gesloten vragen
• De kleuren
• Nieuw thema: In de kantine (strookjes leggen)
• Vraagwoorden
• Woorden flitsen 
• Bezittelijk voornaamwoord

• Huiswerk

Werkwoorden vervoegen

Hoe herken je een werkwoord?

Jij ... (dansen) in de regen.

Zij ... (rijden) samen naar werk.

Kim ... (kijken) de voetbalwedstrijd.

Fiachra en Kim ... (huilen) om de uitslag van de wedstrijd.

Elodie ... (juichen) voor het Franse team.

Ik ... (begrijpen) niks van voetbal.

Cijfers

23

0

99

84

13

Cijfers

Loop nu rond en vraag elkaars telefoonnummer.

Wat is jouw telefoonnummer?

Geef antwoord in het Nederlands. 

Noteer het antwoord van je gesprekspartner.

Laat je partner nakijken of het klopt.

Gesloten vragen

Gesloten vragen -> kun je antwoord op geven met ja/nee.

1. Frits danst op de muziek.
2. Luke en Lorelai kijken een film.
3. Ik ben te laat.
4. Wij  lezen een spannend boek.
5. Emily  eet lekkere chocola.
6. Jullie schrijven een brief  aan mijn beste vriend.
7. Jij luistert naar muziek.                                                            Begrijp je het?

Kleuren

Welke kleuren ken je in het Nederlands?

Kleuren

Welke kleuren ken je in het Nederlands?

rood

geel

blauw

groen

zwart

wit

Kleuren

                                               En deze kleuren dan?

Paars

Roze

Oranje

Bruin

Grijs

Kleuren

                                               En deze kleuren dan?

Paars               = purple

Roze                = pink

Oranje             = orange

Bruin                = brown

Grijs                  = grey

Kleuren

Zoek een voorwerp in de kleur die de docent noemt.

Je hebt tien seconden.

Kleuren

Vertel over je uiterlijk.

Bijvoorbeeld:

Mijn haar is blond.

Mijn ogen zijn blauw.

Mijn jurk is zwart.

Mijn vest is wit.

Mijn schoenen zijn wit.

Thema 2: in de kantine

Jullie krijgen een papier met twee kanten.

Je mag kiezen of je de makkelijke of moeilijke versie wil doen.

De docent leest een verhaal voor.

Luister naar de docent.

Optie 1: Wat is de goede volgorde van de zinnen?

Optie 2: Wat is de goede volgorde van de zinnen? Vul ook de ontbrekende woorden in.

Thema 2: in de kantine

1. Waar zijn Susy en Edit?
2. Wat drinkt Susy?
3. Woont Susy al lang in Utrecht?
4. Welke dag is het in de tekst?
5. Wanneer is Edit jarig?
6. Krijgt Edit bezoek?
7. Heeft Edit broers en zussen?
8. Heeft Edit kort, blond haar?
9. Welk seizoen is het in Indonesië?
10. Hoe laat is het in de tekst? 

Vraagwoorden

Who

What

Where

When

Which

How

Vraagwoorden

Who                              =            wie

What                             =           wat

Where                          =           waar  

When                           =            wanneer 

Which                          =            welk / welke

How                              =            hoe

Where does he live?

How is the weather?

When is the test?

Huiswerk

• Klare Taal, les 13
  
• WISK-X, cijferboekje
• Nederlands in de gang thema 2, 

opdracht 3

Huiswerk

Heb je het huiswerk twee keer niet af?

Dan neem je chocola mee voor je docent :)

Fijn Sinterklaas weekend!