4.1 & 4.2 Opkomst van steden

Tijdvak 4: Steden en staten
4.1 & 4.2: De opkomst van steden
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Tijdvak 4: Steden en staten
4.1 & 4.2: De opkomst van steden

Slide 1 - Diapositive

Tijdvak 4: Steden & Staten 1000-1500

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Je kunt:
   -Vier oorzaken voor de terugkeer van de landbouwstedelijke samenleving noemen
   - De kenmerken van de langeafstandshandel in de tijd van Steden en Staten noemen
   -Verklaren waarom er een financieel netwerk in Europa ontstaat
    -Verklaren waarom steden stadsrechten ontvingen
    -De verschillende elementen van het stadsbestuur herkennen en uitleggen

Kenmerkende aspecten:
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Slide 3 - Diapositive

Ontwikkelingen in de Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten 
  • (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
    -> terugkeer lange afstandshandel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
    (maar pestepidemie in 14de eeuw)
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe

Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 4 - Diapositive

Terugkeer landbouwstedelijke samenleving
Vanaf ongeveer het jaar 1000 groeiden de steden in West-Europa. 
Oorzaken:
  1. Einde aan Vikingtochten
  2. Betere landbouwmethodes: drieslagstelsel, halsjuk, ijzeren ploeg
    betere landbouw --> overschot --> specialisatie!
  3. Klimaatsverandering
  4. Bevolkingsgroei --> urbanisatie

Handel leeft weer op en voormalige horigen trekken naar steden voor meer vrijheid
--> einde hofstelsel

Slide 5 - Diapositive

Drieslagstelsel
Halsjuk

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Terugkeer geldeconomie
  • Door terugkeer van de handel ontstaat er ook weer behoefte aan geld --> makkelijker dan ruilhandel
  • Maar: elk gebied heeft eigen munt
  • Daarom wisselbrieven en eerste banken
  • Bankiers worden nieuwe rijke bevolkingsgroep

Slide 8 - Diapositive

Ambachten en gilden
  • Door landbouwoverschot ontstaat er specialisatie
    --> ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht verenigden zich in een gilde.
  • Kwaliteitscontroles en prijsafspraken
  • Ook handelaren gaan zich verenigen

Slide 9 - Diapositive

De Hanze
14e - 16e eeuw
  • Vereniging van handelaren uit Noord-Europa
  • Voordelen:
    1. goedkoper handelen door prijsafspraken en privileges
    2. Veiliger reizen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Stadsrechten
  •      Urbanisatie leidt tot einde hofstelsel
  •     Om aan inkomsten te komen verkopen machtige heren stadsrechten:
           Recht op eigen wetten, muren, tol, enz.
  • Ook koningen geven stadsrechten aan steden in hun strijd tegen de adel
  • Want: hoe meer steden met stadsrechten, hoe minder machtig de adel
  •  Rijkdom en macht steden (dus burgers) groeit langzaam dankzij lange afstandshandel

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen en wisten het land effectiever te bewerken

Slide 14 - Quiz

Waarom zou een heer stadsrechten aan een stad verlenen?
A
Het gaf de heer aanzien als hij een grote stad in zijn gebied had
B
Hij wilde graag dat de mensen in zijn gebied een beter leven kregen.
C
Hij kreeg in ruil daarvoor belastingen en militaire steun

Slide 15 - Quiz

Burgers in de steden hadden zelf het bestuur en wetgeving van de stad in handen
A
waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Hoe kwam het dat de opkomst van steden uiteindelijk de positie van de adel verzwakte?
A
Het feodale stelsel was gebaseerd op trouw en loyaliteit, door de geldeconomie werkte dit niet meer
B
De steden werden rijker en konden zo steeds meer vrijheden kopen, zo had de heer geen invloed meer
C
Steden werden rijk en konden zichzelf verdedigen, en hadden de bescherming van de heer niet nodig
D
A, B en C zijn allemaal goed

Slide 17 - Quiz

Wat was het grote voordeel van het drieslagstelsel ten opzichte van het tweeslagstelsel?
A
Meer grond braak per jaar dus meer opbrengst
B
Minder grond braak per jaar dus meer opbrengst
C
Drie keer zoveel opbrengst

Slide 18 - Quiz

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Landbouw-
vernieuwingen
Klimaats-verandering
Meer voedsel
Meer mensen
Einde vikingen
Terugkeer lange-afstandshandel
Groei steden

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Vidéo