Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
kerstquiz
Slide 1 - Diapositive
De moeder van Sophie heeft nog 6 kerstballen nodig. Een kerstbal kost €2,50. Omdat het bijna Kerst is, krijgt ze 50% korting. Hoeveel moet de moeder van Sophie betalen?
A
€7,50
B
€15,-
C
€12,-
D
€7,25,-
Slide 2 - Quiz
wat is het oorspronkelijke doel van de kerstballen in een kerstboom?
A
Om boze geesten te verjagen
B
Om te laten zien dat je rijk bent
C
Om fruit na te bootsen
D
Om de Kerstman gunstig te stemmen
Slide 3 - Quiz
kerstbomen en kerstballen?
A
kerstbomen, -ballen
B
kerst- en kerstballen
C
kerst- en kerstballen
D
kerstbomen en - ballen
Slide 4 - Quiz
Er was geen kerstboom, ..... neem ik maar een kerstbal mee
A
of
B
en
C
want
D
dus
Slide 5 - Quiz
In de winkel liggen 504 kerstballen. Er vallen 7 kerstballen kapot. Hoeveel kerstbalen blijven er over?
A
597 kerstballen
B
498 kerstballen
C
479 kerstballen
D
497 kerstballen
Slide 6 - Quiz
Sinds wanneer hangen mensen kerstballen in de kerstboom?
A
Midden van de 18de eeuw
B
Midden van de 19de eeuw
C
aan het einde van de 18de eeuw
D
aan het einde van de 19de eeuw
Slide 7 - Quiz
Ik koop 8 kerstballen voor 32 euro. Hoeveel euro kost een kerstbal?
A
24 euro
B
6 euro
C
4 euro
D
3 euro
Slide 8 - Quiz
DE KERSTBOOM VERSIEREN JULLIE OP KERSTAVOND
A
JA
B
NEE
Slide 9 - Quiz
Waarom worden de kerstbomen versierd met lichtjes en kerstballen?