Dieren deel 2

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Deze les

Herhaling eerste helft paragraaf 3.3 (dieren, bladzijde 183)

Uitleg tweede helft paragraaf dieren

Werken aan opdrachten paragraaf 3.3 

Dieren met
uitwendig skelet

Dieren die tweezijdig
symmetrisch zijn

Wat gaan we vandaag leren?

Kijkje in het dierenrijk 

Je weet welke soorten skeletten er zijn binnen het dierenrijk.

Je weet wat symmetrie is en kan dit toepassen op organismen. 

Je leert dieren indelen aan de hand van symmetrie en skelet.

Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk.

Sponsdieren

Sponzen zijn niet symmetrisch.

Sponzen hebben geen skelet, maar hebben dikke vezels die voor stevigheid zorgen.

Het zijn zeedieren die vaak op de bodem leven.  

Neteldieren

Alle kwallen vallen hieronder.

Zijn veelzijdig symmetrisch en hebben vaak geen skelet. Het water bied hen stevigheid. Ze vangen ook hun prooi met behulp van water en tentakels. 

Weekdieren

Alle slakken vallen onder weekdieren.

Tweezijdig symmetrisch.

Hebben vaak een exoskelet (in de vorm van een huisje) Veel leven in het water, sommigen op land. 

Stekelhuidigen

Zeesterren, zee-egels en zeekomkommers. 

Veelzijdig symmetrisch.

Inwendig skelet van kalk.

Op de huid zitten vaak stekels (vandaar de naam) als bescherming. 

Leven ook op de bodem van de zee. 

Geleedpotigen

Alle krabben, insecten, garnalen, spinnen en duizendpoten vallen hieronder.

Het lichaam bestaat uit kleine delen (leden). 

Tweezijdig symmetrisch.

Exo-skelet als bescherming. 

Gewervelden

Veel verschillende dieren. 

Alle dieren in deze groep hebben een wervelkolom.

Tweezijdig symmetrisch.

Hebben allemaal een inwendig skelet. 

Opdracht

Het huiswerk van volgende les zijn alle opdrachten van paragraaf 3.3. Hier kun je nu mee aan de slag.