Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Welkom!
Wat heb je nodig?
- laptop en oplader
- schrift
-etui met gekleurde pennen
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
- Periode 2 doornemen
- Poëziedossier
- Theorie: poëzie en stiftgedicht
- Zelfstandig aan de slag
Slide 2 - Diapositive
We kijken samen naar de studiewijzer op het scherm
Slide 3 - Diapositive
Prestaties periode 2
Poëziedossier
Poëzie-opdrachten
Één bestand: poëziedossier.
Canva
- Weging: 2
Deadline: 10 januari om 23:59 uur
Toetsweek
Leesvaardigheid
Schrijfvaardigheid
Woordenschat
- weging: 3
Week 11/12
Slide 4 - Diapositive
Poëziedossier
De komende weken ga je aan de slag met poëzie. Je gaat kennismaken met verschillende dichtvormen zoals het sonnet, de haiku, het stiftgedicht en het vrije vers.
Tijdens de instructie leer je deze dichtvormen kennen en je leert zelf gedichten schrijven. Ook kan je je mening geven over gedichten, deze mening beargumenteren en een passende vormgeving bedenken.
Slide 5 - Diapositive
Poëziedossier: eindproduct
- Iedere week maak je een opdracht (week 49 t/m week 2).
- Iedere week lever je het gedicht in dat die week centraal staat.
- Deze documenten zet je in één document in Canva.
- je zorgt dus ook voor een mooie opmaak die past bij de gedichten.
Deadline: vrijdag 10 januari om 23:59 uur (week 2)
Slide 6 - Diapositive
Wat is poëzie?
Slide 7 - Question ouverte
Kenmerken van poëzie
- Regels zijn niet volgeschreven; er is veel wit op de bladzijde.
- Soms rijmen gedichten, soms ook niet.
- Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer.
- Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten.
- In een gedicht wordt taal vaak anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht.
Slide 8 - Diapositive
Geschiedenis gedichten
Een dichtvorm is al heel oud. In vroege tijden gaven rondtrekkende verhalenvertellers en liedjeszangers hun verhalen door op rijm.
Een verhaal in de vorm van een gedicht konden zij beter onthouden en het brengt meer spanning in de manier van vertellen.
Wist je dat de eerste geschreven Oudnederlandse zin een kort gedichtje was?
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Hebban olla uogala nestas hagunnan
hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu
Slide 11 - Diapositive
Hebban olla uogala...
- was een liefdesgedichtje (of liedje) rond 1100 n. Chr.
- was in het Oudnederlands geschreven. Het Oudnederlands was een volkstaal die normaal alleen gesproken of gezongen werd.
- staat bekend als de allereerste vorm van Nederlandse poëzie.
Slide 12 - Diapositive
Stiftgedicht
'Schrijven = Schrappen'
Slide 13 - Diapositive
Bekijk de volgende gedichten.
Wat valt je op?
Hoe zijn ze gemaakt?
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Hoe weet je bij het volgende gedicht welke kant je op moet lezen?
Slide 17 - Diapositive
Stiftgedicht.
Slide 18 - Diapositive
Stiftgedicht
Wordt gemaakt door met een dikke zwarte stift in een bestaande, gedrukte tekst woorden of delen van woorden weg te strepen, net zolang tot wat overblijft een gedicht is.
-> uit een krant, bladzijde van een oud boek
Dit uiteindelijke gedicht heeft (vaak) niets meer met de oorspronkelijke tekst te maken.
