Spelling van de werkwoorden

Spelling van de werkwoorden
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Spelling van de werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Vervoeg het werkwoord in de juiste tijd:
Buiten is het winter, binnen .. BRANDEN heel fijn de open haard

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

In de vertaling van welk kerstlied komt deze strofe voor?

Kerstmis is de mooiste tijd, we zijn gezellig bij elkaar
Buiten is het winter, binnen brandt heel fijn de open haard
Alle vrienden komen langs, we lachen en doen spelletjes
Hij speelt gitaar en tokkelt zacht een lied dat ie voor mij bedacht
A
Last Christmas- Wham!
B
Let it snow- Dean Martin
C
All I Want For Christmas- Mariah Carey
D
Merry Christmas- Elton John en Ed Sheeran

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Vervoeg in de tegenwoordige tijd.

KWELEN.. jij, net als Minnie Mouse, ook zo graag mee met 'All I Want For Christmas' ?
A
Kweel
B
Kwel
C
Kweelt
D
Kweeldt

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Vervoeg in de verleden tijd.
Kerstseizoen definitief begonnen: Mariah Carey DENDEREN wereldwijde top 15 Spotify binnen

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

En dat met een hit waarop Mariah Carey 30 jaar geleden vijf minuten BROEDEN.
A
broede
B
broedde
C
broeden
D
broedden

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Een slordige 3,2 miljoen keer WEERKLINKEN ‘All I want for Christmas is you’ van Mariah Carey afgelopen zondag (17/11).

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Twintig kunstenaars hebben negen maanden aan het beeld ZWOEGEN en volgens de ‘All I Want For Christmas’-zangeres was het de moeite waard: “Dit is mijn nieuwe beste vriendin,” zei ze
A
gezwoegt
B
gezwoegd

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Welk voltooid deelwoord is correct geschreven?

A
gedoneert
B
aangebied
C
toestoken
D
aangereikt

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive