Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
6.2 Het ontstaan van steden
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
-Even terugblikken
-Uitleg
-Aan de slag
-Afsluiten
Nieuwe woorden: markt / ambachtsman / Hanze
Slide 2 - Diapositive
Waar ging de vorige les over?
Slide 3 - Question ouverte
Welk kenmerk hoort bij een stad?
A
minder dan 1000 inwoners
B
weinig voorzieningen
C
een buurtbus
D
flats
Slide 4 - Quiz
Hoeveel inwoners moet een stad hebben, om STAD genoemd te mogen worden?
Slide 5 - Question ouverte
Noem verschillende voorzieningen die je wel vaker in een stad ziet, maar (bijna) nooit in een dorp.
Slide 6 - Carte mentale
Noem voorbeelden van stedelijke gebieden (tip: het zijn er 5!)
Slide 7 - Carte mentale
Deze stad hoort bij het stedelijk gebied 'Brabantse stedenrij'.
A
Nijmegen
B
Arnhem
C
Amsterdam
D
Eindhoven
Slide 8 - Quiz
Deze stad hoort bij het stedelijk gebied 'Zuid-Limburg'.
A
Nijmegen
B
Maastricht
C
Amsterdam
D
Den Haag
Slide 9 - Quiz
Deze stad hoort bij het stedelijk gebied 'Knooppun Arnhem-Nijmegen'.
A
Nijmegen
B
Maastricht
C
Amsterdam
D
Den Haag
Slide 10 - Quiz
De steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht horen bij het stedelijk gebied...
A
Brabantse Stedenrij
B
Twente
C
Zuid-Limburg
D
Randstad
Slide 11 - Quiz
De grond van de steden heeft steeds een andere functie.
Slide 12 - Diapositive
Wat valt onder agrarisch gebied?
A
Landbouwgrond
B
Natuurgebieden
C
Kanaal
D
Wegen
Slide 13 - Quiz
Waar vallen huizen onder?
A
Recreatieterrein
B
Natuurgebieden
C
Verkeersterreinen
D
Bebouwd terrein
Slide 14 - Quiz
Wegen en spoorlijnen behoren tot...
A
natuur
B
bebouwd terrein
C
water
D
verkeersterrein
Slide 15 - Quiz
Nieuwe lesstof
Slide 16 - Diapositive
De boeren gebruikten hun landbouwgrond voor het laten groeien van hun gewassen. (GEWASSEN = voedsel zoals mais, aardappelen, wortels, etc) De markt was de belangrijkste reden dat er steden ontstonden.
Slide 17 - Diapositive
Wat is een markt?
Slide 18 - Carte mentale
Slide 19 - Vidéo
Waarom gingen de boeren naar de markt?
Slide 20 - Question ouverte
Ambachtslieden ambachtsman
Er was genoeg voedsel. mensen hoefden niet meer allemaal te werken als boer.
Mensen gingen andere dingen doen ->Ambachtslieden
Ambachtslieden: Mensen die producten maken met hun handelen en gereedschap.
Ambachtslieden gingen dicht bij de markt wonen zodat ze hun spullen daar konden verkopen. Zo ontstonden er kleine steden.
Slide 21 - Diapositive
Noem een voorbeeld van een ambacht
Slide 22 - Carte mentale
Ambachten
-Lakenmarkt Den Bosch
Slide 23 - Diapositive
Wat betekend het begrip: Ambacht
A
Producten met machines maken
B
Producten met de hand maken
C
Producten maken met gereedschap
Slide 24 - Quiz
➤Ambacht of geen ambacht?
Bakker
A
Ambacht
B
Geen ambacht
Slide 25 - Quiz
Een beroep waarbij je dingen met de hand maakt, noem je een ambacht.
A
Waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
In de stad leefde men van landbouw, ambacht of handel. Deze woorden horen bij:
A
politiek
B
economie
C
sociale verhoudingen
D
cultuur
Slide 27 - Quiz
Wat is geen ambachtelijk beroep?
A
Timmerman
B
Smid
C
Handelaar
D
Touwslager
Slide 28 - Quiz
Wat is geen ambacht?
A
Schoenenmaker
B
Boer
C
Bakker
D
Handelaar
Slide 29 - Quiz
Een voorbeeld van een ambacht is
A
Bestuurder
B
Stratenveger
C
Hoefsmid
D
Makelaar
Slide 30 - Quiz
Waarom konden ambachten ontstaan?
A
Er was genoeg voedsel
B
Mensen verveelden zich
C
Mensen werden slimmer
D
Er waren meer materialen beschikbaar.
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
Hanze
-Handelaren reisden van markt tot markt
-Steeds meer samenwerken in een Hanze, is veiliger
-Grote vloten voor handel
-Ontstaan Hanzesteden
Slide 34 - Diapositive
Aan de slag
Wat: Weektaak 6.2 deel 1
Hoe: Stilletjes in je eentje
Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd: 15 minuten
Klaar?: Kies of je deel 2 (Meer oefenen) of deel 3 (Plusopdrachten) gaat maken