M1 H3 Geld deel 2 Monetair beleid par 3.4

Module 1, Hoofdstuk 3:
Geld
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Module 1, Hoofdstuk 3:
Geld

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

  • Je kunt uitleggen wat monetair beleid is en hoe het werkt

Slide 2 - Diapositive

Vorige les
Maatschappelijke geldhoeveelheid (M):
  • Al het geld (chartaal en giraal) in handen van het publiek.
  • Meer geld in omloop => inflatie
  • Hogere prijzen => daling koopkracht = daling reëele / interne waarde.





Slide 3 - Diapositive

Video
  • Maatschappelijke geldhoeveelheid: chartaal en giraal geld (in handen van publiek)
  • Bekijk het filmpje en beantwoord dan de volgende vraag: Hoe ontstaat het girale geld?

Slide 4 - Diapositive

0

Slide 5 - Vidéo

Video (Engels)
Girale deel van maatschappelijke geldhoeveelheid ontstaat door kredietverlening door banken.
  • Bekijk het filmpje, er verschijnen vragen tijdens het kijken en als hoofdvraag moet je letten op: 
  • Hoe kan de centrale bank (DNB/ECB) de girale geldhoeveelheid beïnvloeden?

Slide 6 - Diapositive

5

Slide 7 - Vidéo

Opdracht

Par 3.4: opgaven 1 tm 4 


Slide 8 - Diapositive

05:08
Waar kijkt de ECB naar?
  • Factoren die de prijzen opdrijven (zoals economische groei)
  • Hoeveelheid geld in de economie (meer geld voor evenveel goederen)

Slide 9 - Diapositive

05:26
Interest rate = rente die betaald moet worden 
als je geld leent (a credit - borrow money)

Slide 10 - Diapositive

05:50
Wat kan de ECB doen?
De ECB bepaalt de rente voor leningen. Bij een hogere rente wordt minder geleend. Dan is er minder geld om spullen te kopen. De prijzen zullen dan minder stijgen (inflatie blijft laag)

Slide 11 - Diapositive

06:51
Deflation = deflatie = daling van de prijzen

Slide 12 - Diapositive

07:42
Taak van de ECB
De prijzen stabiel houden (alleen een lichte stijging) 
en zo het 'inflatie monster' verslaan :)
Via het rentetarief beïnvloeden ze de kredietverlening (hogere rente => minder leningen => minder geld in de economie)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo