hst 3 paragraaf 4 "volledige en onvolledige verbranding"

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

hst 3.4 "volledige en onvolledige verbranding"

leerdoelen

• Je kunt het proces beschrijven van de verbranding van aardgas.
• Je kunt de aanwezigheid van water en koolstofdioxide aantonen.
• Je kunt het verschil benoemen tussen een volledige en onvolledige verbranding.

vandaag

Herhaling

Welke drie voorwaarden moet je hebben om een brand te krijgen

1. brandstof, zuurstof, vuur
2. zuurstof, brandstof ontbrandingstemperatuur
3. hout, lucht, vuur
4. hout, lucht, temperatuur

Wat betekend
deze pictogram

1. warm
2. eet als op
3. Corrosief

volledige en onvolledige verbranding

Volledig vs onvolledig 

Volledig: Er is meer dan genoeg zuurstof aanwezig.

Vuur: vlam is blauw

Onvolledig: Er is te weinig zuurstof aanwezig. 

Vuur: vlam is geel 

Volledige en onvolledige verbranding

Koolwaterstoffen (verbindingen tussen C en H, zoals methaan (CH₄) en benzine (C₈H₁₈))

Volledige verbranding: er ontstaat H₂O (l) en CO₂ (g)

Onvolledige verbranding: er ontstaat CO(g) en/of C (s) en H2O (l)

Onvolledige verbranding

 Als er te weinig zuurstof is, dan kan er geen CO2 ontstaan maar er ontstaat CO (g)

CO is kleurloos en reukloos en erg giftig!

Je gaat er snel aan dood

Onvolledige verbranding C,H

Volledige verbranding

Verbrandingsproducten aantonen

Water aantonen met wit kopersulfaat --> wordt blauw

Koolstofdioxide aantonen met helder kalkwater --> wordt troebel. 

Wit kopersulfaat

Helder kalkwater

Waar mee kun je water mee aantonen

1. kalkwater
2. kopersulfaat
3. gloeiende houtspaander
4. wit kopersulfaat

Wat is het gevaar van CO

1. giftig
2. niet
3. raak je verslaaft aan
4. je wordt geel

Welke milieu gevolg wordt veroorzaakt door CO2

1. het wordt warmer
2. versterkt broeikaseffect
3. het wordt kouder
4. ijstijd

Zwaveldioxide