H8.4 8.5 8.6

H8.4 / 8.5 / 8.6
Samengevoegde paragrafen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H8.4 / 8.5 / 8.6
Samengevoegde paragrafen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil tussen een volledige/onvolledige verbranding benoemen
  • Je kunt het gevaar van CO benoemen
  • Je kunt de reagentia voor water en koolstofdioxide benoemen
  • 3 milieueffecten van verbranding kunnen noemen
  • het (versterkt) broeikaseffect begrijpen
  • Je kunt uitleggen hoe vijf factoren de reactiesnelheid beïnvloeden.
  • Je kunt uitleggen welke factoren van invloed zijn op het bederven van voedsel.

Slide 2 - Diapositive

Volledig: genoeg zuurstof aanwezig.
- vlam is blauw
- ontstaat H2O (l) en CO2 (g)

Onvolledig: te weinig zuurstof . 
- vlam is geel 
- ontstaat CO(g) en/of C (s) en H2O (l)
CO is kleurloos en reukloos en erg giftig!
Je gaat er snel aan dood

Slide 3 - Diapositive

Onvolledige verbranding C,H

Slide 4 - Diapositive

Volledige verbranding

Slide 5 - Diapositive

Verbrandingsproducten aantonen
Water (H2O)aantonen met wit kopersulfaat --> wordt blauw

Koolstofdioxide aantonen met helder kalkwater --> wordt troebel. 

Slide 6 - Diapositive

Water aantonen met wit kopersulfaat --> wordt blauw
Verbrandingsproducten
aantonen


Slide 7 - Diapositive

Koolstofdioxide aantonen met helder kalkwater --> wordt troebel. 
Verbrandingsproducten aantonen

Slide 8 - Diapositive

H8.5
  • 3 milieu-effecten van verbranding kunnen noemen
  • het (versterkt) broeikaseffect begrijpen
  • Je kunt uitleggen hoe vijf factoren de reactiesnelheid beïnvloeden.
  • Je kunt uitleggen welke factoren van invloed zijn op het bederven van voedsel.

Slide 9 - Diapositive

Fossiele brandstoffen
Steenkool / Aargas / Aardolie

Slide 10 - Diapositive

Formules
Steenkool: C
Aardolie/aardgas: koolwaterstoffen
(verbindingen tussen C en H).
Bij de verbranding ontstaat CO2 (en H2O)

Als er zwavel in de moleculen voorkomt ontstaat ook SO2
Bij de verbranding ontstaat door de hoge temperatuur ook NOx
omdat de N2 uit de lucht met de O2 uit de lucht reageert

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Drie milieu-effecten
Morsen van aardolie
Zure regen door SO2 en NOx
Broeikaseffect door CO2

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Lien

Milieu-effecten die niets met verbranden te maken hebben


Het gat in de ozonlaag : oorzaak CFK's (uit oa koelkasten)
Bodemverzuring: oorzaak bacteriën in de bodem zetten ammoniak uit mest om in salpeterzuur

Slide 17 - Diapositive

Reactiesnelheid
Het tempo waarmee beginstoffen verdwijnen en reactieproducten ontstaan noem je reactiesnelheid
Snelle reactiesnelheid
Natrium in water geeft een snelle reactiesnelheid
Langzame reactiesnelheid
Het oxideren van ijzer heeft een langzame reactiesnelheid. 

Slide 18 - Diapositive

Invloed op reactiesnelheid
• de soort stof
• de verdelingsgraad
• de concentratie
• de temperatuur
• de aanwezigheid van een katalysator

Slide 19 - Diapositive

Verdelingsgraad
Een suikerklontje lost minder snel op als een schepje suiker. 

Ook bij chemische reacties heeft de reactiesnelheid met de verdelingsgraad te maken. 

Slide 20 - Diapositive

Temperatuur
Bij een hogere temperatuur zal een reactie sneller verlopen. Bij bewaren van eten maken we daar ook gebruik van. Als je eten wilt bewaren doe je het in de koelkast, hierdoor zal het bederven (chemische reactie) minder snel gaan. 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Katalysator
De katalysator helpt bij de reactie, maar wordt zelf niet opgebruikt. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Conserveren
Als je iets wilt bewaren ben je het aan het conserveren. 

Dit kun je doen door de temperatuur aan te passen, maar ook door toevoegingen te doen. 

Bij eten maak je vaak gebruik van conserveringsmiddelen. 

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag
LEES de tekst van 8.4, 8.5 en 8.6 en MAAK de opdrachten:

Slide 26 - Diapositive