5.1 Leenheren en Leenmannen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

  Hoofdstuk 5

                                                    Monniken en Ridders

 5.1 Leenheren en leenmannen

Deze les:

• Start paragraaf 5.1
• Uitleg: Karel de Grote en het feodalisme
• Aan de slag met opdrachten van                                     Geschiedenis Werkplaats

Aan het einde van deze les:

... weet je hoe Karel de Grote zijn rijk bestuurde.

... kan je uitleggen hoe de manier van besturen door middel van het feodalisme werkt.

... kan je uitleggen wat de begrippen: leenman, leenheer, leenstelsel en edelen betekenen.

Herhaling Hoofdstuk 2

https://youtu.be/VYR7O6seM8o?si=5AE5XxEffwnVfBNo 

Het Frankische rijk

• Franken: Germaans volk dat na de ondergang van het West-Romeinse rijk een koninkrijk hadden gesticht in België en Frankrijk.
• Frankische koningen breiden het rijk steeds verder uit.
• Paus kroonde Karel tot keizer.

Te groot om alleen te besturen:

Oorzaken:

- Slechte verbindingen, van de Romeinse wegen was weinig meer over.

- Steden uit de Romeinse tijd zo goed als verdwenen.

- Lange afstanden --> Lastig voor overleg.

- Karel reisde zelf rond --> Gezag laten zien.

- Dreiging van aanvallers.

Oplossing: Het Feodalisme

• Leenheer: Vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een leenman.
• Leenman: (Vazal) edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer.
• Leenstelsel/Feodalisme: Bestuurssysteem waarbij een leenheer grond in leen geeft aan een leenman in ruil voor bepaalde diensten.

Hoe noem je een graaf/hertog die land bestuurde voor Karel de Grote?

Leg uit wat een leenman doet als hij "raad en daad" geeft aan de koning.

Wat moet een leenman doen?

1. Een leenman moet land uitlenen aan de koning.
2. Rechtspreken, zorgen voor veiligheid en soldaten leveren.
3. Zijn eigen regels invoeren en oorlog voeren .
4. Een leenman moet land uitlenen aan hertogen/graven

De leenman is de baas van de leenheer.

Waar

Niet waar

Aan de slag:

Keuze:

1. Lees zelfstandig de eerste 2 blz. van par. 5.1 en maak zelfstandig opdr. 

1,2 & 3 uit het wb. --> blz. 119 & 120

2. Lees de eerste 2 blz. van par. 5.1 en maak samen met je buurman/buurvrouw opdr. 1,2 & 3 uit het wb.

3. Bespreek samen met mij nog een keer de lesstof en ga daarna zelf of samen met mij aan de slag met opdr. 1,2 & 3 uit het wb.

Klaar? --> Maak een woordweb van de begrippen / overzicht leenstelsel.

Afsluiting/herhaling

3-2-1 Exitticket

3 dingen de je hebt geleerd

2 dingen die je interessant vond

1 vraag