Klasafspraken | OKAN

KLASAFSPRAKEN

Hoe laat ga je naar de klas?

1. om 8u25
2. om 8u27
3. om 8u30

Je bent drie keer te laat op school ...

1. Je blijft één keer een uur extra op school.
2. Je blijft elke dag een uur extra op school.
3. Je blijft woensdagnamiddag op school.

In de gang en op de trap mag je praten.

1. juist
2. fout

In de pauze mag je in de klas blijven.

1. juist
2. fout

Iedereen mag 's middags buiten lunchen.

1. juist
2. fout

in de klas

Je mag jouw gsm altijd gebruiken.

1. juist
2. fout

Gebruik je jouw gsm?
Dan ben je die kwijt tot het einde van de dag.

1. juist
2. fout

Als een leerling spreekt of leest ...

1. mag ik ook spreken.
2. moet ik zwijgen en luisteren.

Je laat jouw agenda elke dag tekenen door een ouder.

1. juist
2. fout

Tijdens een toets mag je praten.

1. juist
2. fout

Je mag Red Bull drinken op school.

1. juist
2. fout

Als je ziek bent, bel je mevrouw Uten.

1. juist
2. fout

Als je het antwoord kent of als je een vraag hebt ...

1. steek je jouw hand op.
2. sta je recht.
3. roep je het antwoord.

Als de leerkracht spreekt ...

1. mag je ook spreken.
2. zwijg en luister je.